Het sterrenbeeld Scutum – Schild

Het sterrenbeeld Scutum bevindt zich aan de zuidelijke sterrenhemel. Scutum is de Latijnse naam voor “schild”. Het sterrenbeeld is in de 17de eeuw geïntroduceerd door de Poolse astronoom Johannes Hevelius.

Hij noemde het sterrenbeeld Scutum Sobiescianum, het schild van Sobieski. Koning Jan III Sobieski was een Poolse koning die in 1683 de Slag om Wenen won. Om hem te eren maakte Hevelius een jaar later het sterrenbeeld waarvan de naam later werd afgekort tot Scutum.

Scutum heeft een paar bekende objecten zoals de open sterrenhoop Messier 26 en de open sterrenhoop Messier 11 en de bekende veranderlijke ster Delta Scuti. Het sterrenbeeld heeft verder minstens één ster met een planeet.

Scutum behoort met Aquila, Ara, Centaurus, Corona Australis, Corvus, Crater, Crux, Cygnus, Hercules, Hydra, Lupus, Lyra, Ophiuchus, Sagitta, Sextans, Serpens, Triangulum Australe en Vulpecula tot de Hercules familie van sterrenbeelden.

Gegevens Sterrenbeeld

Nederlandse naam Latijnse naam Afkorting Genitief
Schild Scutum Sct Scuti
Zichtbaarheid Juni – Oktober (aangegeven zijn de maanden waarin het sterrenbeeld om 22 uur boven de horizon staat)
Grootte In grootte is Scutum het 84ste sterrenbeeld. Het sterrenbeeld slaat een oppervlakte van 109 (°)2 aan de sterrenhemel
Omgeving Het sterrenbeeld wordt omringd door Aquila, Sagittarius en Serpens Cauda.
Meteorenzwermen De juni-Scutiden.
IAU-kaart van het sterrenbeeld Scutum – Schild
IAU-kaart van het sterrenbeeld Scutum – Schild
IAU-kaart van het sterrenbeeld Scutum – Schild

Download de kaart van het sterrenbeeld Scutum – Schild.

Verhaal

Scutum is opgesteld door de Poolse astronoom Johannes Hevelius in 1684. De volledige naam van het sterrenbeeld is Scutum Sobieskii, het schild van Sobieski.

Jan Sobieski (1629-1696) was de oudste zoon van Jakob Sobieski, de kasteelheer van Krakau. Jan was een briljant militair en werd in 1665 commandant van het Poolse leger. In die tijd kwam de dreiging vooral uit Turkse hoek. Terwijl Sobieski probeerde de Turken te weerstaan gaven afgezanten van de Poolse koning de Oekraïne aan de Turken.

Ondertussen won Sobieksi veldslag na veldslag. In november 1673 stierf de Poolse koning. Sobieksi verliet het slagveld en stelde zich kandidaat voor de Poolse troon; in die tijd werd de koning nog gekozen. In mei 1764 steeg Sobieski de troon als Jan III. Tijdens zijn regeerperiode voerde Sobieski nog menige oorlog. Met koning Leopold I tekende hij het Verdrag van Warchau. Dit verdrag vrijwaarde Europa van verdere Turkse invloeden. In 1683 leidde hij de Poolse cavelarie in de aanval op de Turken die Wenen belegerden. En passant bevrijdde hij ook nog de Hongaren van het Turkse juk.

Het sterrenbeeld verscheen in augustus 1684 voor het eerst op een sterrenkaart in het wetenschappelijke geschrift Acta Eruditorum. Hevelius citeerde het sterrenbeeld Robur Caronilum, dit sterrenbeeld werd door de Engelse astronoom Edmond Halley in 1679 ter ere van koning Charles II van Engeland geïntroduceerd. Het sterrenbeeld van Halley bevond zich tussen de sterrenbeelden Zuiderkruis en Kiel en het verwees naar de eik waar koning Charles II zich verstopte voor de troepen van Oliver Cromwell na de Slag om Worcester in 1651. Dit was de laatste slag in de Engelse burgeroorlog. Het sterrenbeeld Robur Carolinum heeft de tand des tijds niet overleefd.

De naam Scutum Sobiescianum werd later afgekort tot Scutum.

Scutum op oude sterrenkaarten

Scutum – uit de Uranographia van Hevelius (ca. 1690)

Scutum - Urania's Mirror
Scutum – uit Urania’s Mirror (ca. 1825) samen met de sterrenbeelden Ophiuchus (Serpentarius), Serpens en het niet meer erkende sterrenbeeld Taurus Poniatovski. By Sidney Hall – This image is available from the United States Library of Congress’s Prints and Photographs divisionunder the digital ID cph.3g10061.This tag does not indicate the copyright status of the attached work. A normal copyright tag is still required. See Commons:Licensing for more information., Public Domain, Link

De sterren van Scutum

Alpha Scuti – Ionnina – α Scuti
Alpha Scuti is de helderste ster in het sterrenbeeld. Het is een oranje reus van spectraalklasse K die een visuele helderheid heeft van magnitude 3,9. De ster bevindt zich op een afstand van ongeveer 174 lichtjaar. De ster behoorde vroeger tot het sterrenbeeld Aquila – Arend en had daar de aanduiding 1 Aquila. Het is een veranderlijke ster waarvan de helderheid ongeveer 10% varieert.

Alpha Scuti heeft een massa van 1,7 zonsmassa en een lichtkracht van 132* de Zon.

Bèta Scuti – β Scuti
Bèta Scuti heeft een visuele helderheid van magnitude 4,2 en bevindt zich op een afstand van ongeveer 690 lichtjaar. De ster is van spectraalklasse G en heeft een lichtkracht van 1270 * de Zon. Bèta Scuti werd vroeger aangeduid als 6 Aquila.

Zèta Scuti – ζ Scuti
Zèta Scuti heeft een visuele helderheid van magnitude 4,7 en bevindt zich op een afstand van ongeveer 207 lichtjaar. De ster is van spectraalklasse G. Het is een zogenaamde astrometrische dubbelster: een dubbelster die blijkbaar om lege ruimte heen draait zonder dat er een begeleider is te detecteren. De omlooptijd bedraagt 6,5 jaar.

Gamma Scuti – γ Scuti
Gamma Scuti heeft een helderheid van magnitude 4.7 en bevindt zich op een afstand van ongeveer 291 lichtjaar.

Delta Scuti – δ Scuti
Delta Scuti is een bekende variabele ster. De ster dient als prototype voor een hele klasse aan veranderlijke sterren die soms ook wel worden aangeduid als mini-Cepheiden. Het zijn sterren die veranderingen in helderheid vertonen als gevolg van zowel radiale als niet-radiale pulsaties aan hun oppervlak.

Delta Scuti behoort tot spectraalklasse F. De ster heeft een massa van 2,2 zonsmassa. De ster heeft een helderheid van magnitude 4,7 en bevindt zich op een afstand van ongeveer 202 lichtjaar. De variatie in helderheid bedraagt 0,2 magnitude en de periode bedraagt 0,194 dagen. De ster heeft verschillende pulsatieperiodes. De belangrijkste is 4,65 uur en de tweede bedraagt 4,48 uur maar er zijn ook periodes van 2,79, 2,28, 2,89 en 20,11 uur beschreven.

Eta Scuti – η Scuti
Eta Scuti heeft een visuele helderheid van magnitude 4,8. De ster bevindt zich op een afstand van ongeveer 207 lichtjaar. De ster heeft een massa van 1,4 zonsmassa en een straal van ruim 10 * de Zon.

Epsilon Scuti – ε Scuti
Epsilon Scuti is een dubbelster die zich op een afstand van 523 lichtjaar bevindt. De ster heeft een visuele helderheid van magnitude 4,9 en behoort tot spectraalklasse G. De ster heeft minimaal drie begeleiders. Twee sterren van magnitude 14 die zich op 13,6 en 15,4 boogseconden van de hoofdster bevinden en een ster van magnitude 13 die zich op een afstand van 38 boogseconden bevindt.

R Scuti
R Scuti is een veranderlijke ster van het RV Tauri-type. Dit zijn heldere pulserende veranderlijke sterren die kleine helderheidsverschillen die worden veroorzaakt door radiale pulsaties aan het oppervlak van de ster. R Scuti is de helderste RV Tauri-ster die we kennen. De helderheid varieert tussen magnitude 4,2 en 8,6. R Scuti bevindt zich op een afstand van ongeveer 1400 lichtjaar van de Zon.

R Scuti heeft een straal van 87,4 *de Zon en een lichtkracht van 9400 * de Zon. Als de ster op zijn helderst is dan is hij zonder verrekijker zichtbaar. R Scuti bevindt zich ongeveer 10 ten noordwesten van de open sterrenhoop Messier 11.

De ster werd in 1795 ontdekt door de Engelse astronoom Edward Pigott.

Deepsky-objecten

Messier 11

Messier 11 in Scutum
Messier 11 in Scutum. Publiek domein, Koppeling

Andere benamingen: M11, NGC 705, Wilde Eend-cluster
Type Object: Open sterrenhoop
Sterrenbeeld: Scutum
Afstand: 6000 lichtjaar
Visuele helderheid: 6.3
Schijnbare grootte: 14 boogminuten

Messier 11 is één van de mooiste en compactste open sterrenhopen. De open sterrenhoop is ongeveer 220 miljoen jaar oud en bevat ongeveer 2900 sterren. Er zijn heldere en hete blauwe hoofdreekssterren waargenomen met daarnaast talrijke gele sterren en rode superreuzen. De open sterrenhoop verwijdert zich van ons met een snelheid van 22 kilometer per seconde. M11 bevat tenminste 82 veranderlijke sterren. Verschillende pulserende sterren en eclipserende dubbelsterren in de omgeving behoren waarschijnlijk eveneens tot M11. M11 is uitgebreid bestudeerd op de aanwezigheid van metalen omdat de hoeveelheid metalen waarschijnlijk bepalend zijn in het proces van planeetvorming. Open sterrenhopen spelen een belangrijke rol bij de bestudering van stervorming omdat alle sterren in een open sterrenhoop ongeveer dezelfde leeftijd hebben.

M11 is gemakkelijk te vinden. Ofschoon M11 zich in Scutum bevindt is het handiger om het sterrenbeeld Aquila te gebruiken om de zoektocht te starten. Begin bij Altaïr, tel 4 sterren richting zuiden. Aan het eind van dit rijtje zie je 2 sterren dicht bij elkaar. Ga nu eenzelfde afstand richting westen en je bent bij M11 aangekomen. In een verrekijker is een diamantvormige verdichting van het sterveld zichtbaar en is er een begin van afzonderlijke sterren zichtbaar. Zelfs in een kleine telescoop is de open sterrenhoop goed zichtbaar terwijl in een grote telescoop tot enkele honderden sterren zichtbaar zijn.

Messier 11 werd in 1681 voor het eerst waargenomen door de Duitse astronoom Gottfried Kirch van de sterrenwacht van Berlijn. Men neemt aan dat William Derham in 1733 de eerste was die de nevel in afzonderlijke sterren kon oplossen. Messier bekeek de nevel op 30 mei 1764. Hij noteerde: op 30 mei 1764 bemerkte ik een cluster die uit zeer veel sterren bestaat vlakbij de ster kappa Antinous (een sterrenbeeld dat nu niet meer bestaat). Ik bekeek de cluster met een goede telescoop bij een vergroting van 104 maal. Messier verwijst in zijn notities naar de waarnemingen van Kirch, Derham, le Gentil, de Chéseaux en Halley.

Maar waar komt nu de naam Wilde Eend-nevel vandaan? Dat is niet met zekerheid te zeggen maar gezien door een kleine telescoop is de v-vorm, die doet denken aan een vlucht eenden, heel goed te herkennen.

Messier 26

M26 in het sterrenbeeld Scutum

Andere benamingen: M26, NGC 6694
Type Object: open sterrenhoop
Afstand: 5000 lichtjaar
Visuele helderheid: 8.0
Schijnbare grootte: 15 boogminuten

Messier 26 is een open sterrenhoop met een geschatte leeftijd van 89 miljoen jaar. De sterrenhoop heeft een doorsnede van ongeveer 22 lichtjaar. De sterrenhoop staat op een afstand van 5000 lichtjaar en een tussen liggende wolk interstellaire materie maakt het voor ons lastig de kern precies te bestuderen.

M26 is qua locatie niet moeilijk om te vinden maar in een verrekijker is de sterrenhoop lastig te herkennen tegen het achterliggende sterveld. Zoekende helderste ster, Alpha, op van het sterrenbeeld Aquila. Beweeg richting zuidwesten en tel de sterren van de rug van de arend. Bij de derde ster ben je aan de grens met het sterrenbeeld Scutum. Vanuit deze ster is Alpha Scuti de eerst heldere ster. Richt je verrekijker op Alpha Scuti, ten noorden hiervan staat Epsilon en richting zuidoost Delta. Messier 26 bevindt zich enigszins ten zuidoosten van Delta en zal als een verdichting van het sterveld zichtbaar zijn. Bij een gemiddelde vergroting begint de open sterrenhoop volledig tot zijn recht te komen.

In een verrekijker is M26 bepaald niet indrukwekkend te noemen maar wat je ziet is wel zo ongeveer het beeld dat Charles Messier moet hebben gezien toen hij in de nacht van 20 juni 174 de open sterrenhoop voor het eerst waarnam. Hij schreef: ik ontdekte een groep sterren in de nabijheid van Eta en Omicron Antinous (tegenwoordig Alpha en Delta Scuti, het sterrenbeeld Antinous bestaat niet meer). Alleen met een grote telescoop was ik in staat om de afzonderlijke sterren waar te nemen ik zag geen nevelachtigheid tussen de sterren.

William Herschel vond M26 niet de moeite waard. Zijn zoon John gaf M26 zijn NGC-nummer.

NGC 6712

NGC 6712 in Scutum
NGC 6712 in Scutum. Door NASA/ESA – The Hubble Legacy Archive (HLA): Space Telescope Science Institute (STScI), the Space Telescope European Coordinating Facility (ST-ECF), and the Canadian Astronomy Data Centre (CADC) – zoranknez (Aladin software) – Hubble Space Telescope, Publiek domein, Koppeling

NGC 6712 is een bolvormige sterrenhoop met een visuele helderheid van 8,7. De bolhoop is ongeveer 22.500 lichtjaar van ons verwijderd. De bolhoop is vermoedelijk in juli 1749 ontdekt door de Franse astronoom Le Gentil. William Herschel ontdekte de bolhoop op 16 juni 1784 onafhankelijk van Le Gentil. John Herschel was de eerste die omstreeks 1830 het object beschreef als een bolhoop.

IC 1295

IC 1295 in Scutum
IC 1295 in Scutum. By ESO – http://www.eso.org/public/images/eso1317a/, CC BY 4.0, Link

IC 1295 is een planetaire nevel die zich op een afstand van ongeveer 3300 lichtjaar bevindt. De nevel heeft een visuele helderheid van magnitude 12,7. De centrale ster is een witte dwerg die zijn buitenste lagen aan het wegblazen is.

Eerste publicatie: 27 juli 2009
Laatste keer bijgewerkt op: 15 september 2019