Astronomen ontdekken een zeer bijzondere hybride ster
Astronomen hebben vermoedelijk de eerste ster van een klasse van bijzondere hybride sterren ontdekt. Het bestaan van deze klasse van sterren werd 40 jaar geleden al voorspeld.
In 1975 voorspelden de natuurkundige Kip Thorne en de astronome Anna Zytkow het bestaan van sterren die zijn gevormd uit een samensmelting tussen een rode superreus en een neutronen ster.
Deze zogenoemde Thorne-Zytkow Objecten (TZO) ontstaan als een rode superreus een nabije neutronenster verslindt. De neutronenster versmelt daarbij met de kern van de rode superreus. Van buiten gezien lijken TZO’s op normale superreuzen zoals bijvoorbeeld de bekende rode superreus Betelgeuze in het sterrenbeeld Orion, maar hun chemische vingerafdruk is volgens de theorie van Thorne-Zytkow anders.
Het vinden en kunnen bestuderen van dergelijke objecten is interessant voor astronomen omdat ze laten zien dat er andere modellen bestaan over het inwendige van een ster. Een andere inwendige opbouw voorziet ineen nieuwe manier om zwaardere elementen te produceren.
Het onderzoeksteam stond onder leiding van Emily Levesque van de Universiteit van Colorado. Haar team ontdekte de ster HV 2112 in de Kleine Magelhaanse Wolk. De Kleine Magelhaanse Wolk is een satellietstelsel van ons eigen sterrenstelsel dat zich op een afstand van ongeveer 200.000 lichtjaar bevindt. De Kleine Magelhaanse Wolk bevindt zich aan het zuidelijk halfrond in het sterrenbeeld en is niet van uit Nederland te zien.
Om het sterlicht van HV 2112 te bestuderen maakten de astronomen gebruik van de 6,5-meter Magellan Clay telescoop in Chili. Ze ontdekten dat het licht van de ster rijk was aan Rubidium (Rb), Lithium (Li) en Molybdeen (Mo). Precies volgens de theorie van Thorne-Zytkow. In een normale rode superreus komen deze elementen ook voor maar dan in veel kleinere hoeveelheden.
De onderzoeker zelf zijn nog enigszins terughoudend of ze wel een TZO hebben gevonden. Er zijn nog kleine verschillen tussen de metingen en hetgeen de theorie voorspeld. In een verklaring zeggen de onderzoekers dat er er eventueel naast kunnen zitten. Ze wijzen er van de andere kant op dat de theoretische voorspellingen inmiddels erg oud zijn en dat hun waarnemingen er mogelijk toe bijdragen om de theorie te verbeteren.
Anna Zytkow is mede-auteur van de publicatie. Zij is blij dat er door middel van observatie bewijs is gevonden dat hun theoretische voorspelling hout snijdt.
Sinds de voorspelling van Zytkow en Thorne heeft niemand enig bewijs tegen de theorie weten te vinden. Voor hun was het een kwestie van tijd dat er praktisch bewijs werd gevonden die hun theorie zou ondersteunen.
Bron: diverse persberichten, 6 juni 2014
