9 Metis
9 Metis is een van de grotere asteroïden in de hoofdgordel tussen Mars en Jupiter. De asteroïde bestaat uit silicaten en metallisch ijzer-nikkel en zou een restant van een kern of een grote asteroïde kunnen zien die in een ver verleden bij een botsing werd vernietigd. Metis bevat iets minder dan 0,5 van de totale massa van de asteroïdengordel.

Ontdekking en naamgeving
Metis is op 25 april 1848 ontdekt door de Engelse astronoom Andrew Graham vanaf de Markree sterrenwacht in Ierland. Het was de enige asteroïde die hij zou ontdekken. De naam is afkomstig van de mythologische Metis, een Titaan en Oceanide. Ze was een dochter van Tethys en Oceanus. Ook de naam Thetis werd overwogen maar verworpen. De naam werd later gebruikt voor de asteroïde 17 Thetis.
Fysische kenmerken
Metis heft een onregelmatige langgerekte vorm met aan een zijde een punt en aan de andere zijde een breed einde. Dit is zowel door de Hubble Space Telescope als aan de hand van lichtcurves bevestigd. Radarwaarnemingen suggereren de aanwezigheid van een groot vlak gebied en dat stemt overeen met de vorm die van lichtcurves is afgeleid.
Men vermoed dat het oppervlak van Metis voor 30-40% uit metaalhoudend olivijn en voor 60-70% uit Fe-Ni-metaal bestaat.
Men heeft een tijdlang gedacht dat Metis een lid was van een familie van asteroïden, de Metisfamilie maar meer recent onderzoek heeft geen bewijs van het bestaan van een dergelijke familie opgeleverd.
Spectroscopisch onderzoek laat wel een sterke overeenkomst zien tussen Metis en 133 Amalthea en men denkt dat deze asteroïden de overblijfselen zijn van een erg oude dynamische familie waarvan de kleinere leden al lang bij botsingen zijn verpulverd en weg zijn gedreven uit de omgeving van Metis. Het moederobject zou een grootte van 300-600 kilometer gehad kunnen hebben (vergelijkbaar met Vesta). Metis zou een relatief intacte rest van de kern kunnen zijn en Amalthea een fragment van de mantel maar dan mist men wel ongeveer 90% van het oorspronkelijke object.
Zowel Metis als Amalthea hebben naamgenoten onder de binnenste manen van Jupiter.
Sterbedekkingen
In 1984 bedekte Metis een ster en hieruit werd een grootte van 210 * 170 kilometer afgeleid. Op 6 augustus 1989 bedekte Metis een ster met een helderheid van magnitude 8,7 en hieruit werd een diameter van 173,5 kilometer berekend. Waarnemingen van een bedekking die op 11 februari 2006 plaatsvond leverde een minimum diameter van 156 kilometer op. Alle drie deze sterbedekkingen passen binnen de ellipsoïde van 222 * 182 * 130 kilometer die door Baer werd berekend.
9 Metis in cijfers
Aanduiding | (9) Metis |
Alternatieve aanduiding | 1974 QU2 |
Locatie | Hoofdgordel |
Aphelium (AE) | 2,678 |
Perihelium (AE) | 2,096 |
Gemiddelde afstand tot de Zon (AE) | 2,387 |
Baanexcentriciteit | 0,122 |
Baanperiode (dagen) | 1346,815 |
Gemiddelde baansnelheid (km/s) | — |
Inclinatie (°) | 5,576 |
Bekende manen | — |
Afmetingen (km) | 222 * 182 * 130 |
Gemiddelde diameter (km) | 173 |
Volume (km3) | — |
Massa (kg) | 8,0 * 1018 |
Gemiddelde dichtheid (g/cm3) | 2,94 |
Rotatieperiode (dagen) | 0,2116 |
Absolute helderheid (magnitude) | 6,28 |
Visuele helderheid (magnitude) | 8,1 – 11,8 |
Eerste publicatie: 18 november 2021