ApolloBemande ruimtevaart

Apollo 13 – bijna ging het goed mis

Apollo 13 missie patch
Apollo 13 missie patch

Apollo 13 zou de derde bemande landing op de maan moeten worden. Maar in plaats van de Maan te bereiken keerden de astronauten halverwege om en konden ze maar ter nauwer nood heelhuids weer de Aarde te bereiken. Tegenwoordig wordt de missie gezien als een demonstratie van het vermogen van de NASA om te improviseren om zo levens te sparen maar de missie illustreert ook zeer goed de gevaren van werken en reizen in de ruimte.

De astronauten van Apollo 13

Voor de destijds 38-jarige Jack Swigert was het zijn eerste ruimtevlucht. Hij was astronaut sinds 1966 en hij ondersteunde de Apollo 7. Oorspronkelijk was hij de back-up piloot voor de commandomodule van Apollo 13 maar hij werd 48 uur voor de lancering aan de bemanning toegevoegd toen bleek dat Ken Mattingly de mazelen had.

Jim Lovell was de commandant van de missie. Hij was 42 ten tijde van de missie en het had al drie eerdere ruimtemissies en 572 uren in de ruimte op zijn naam staan. Lovell naam deel aan Apollo 8, de eerste missie die om de Maan draaide en hij vloog twee Gemini-missies waaronder een 14-daags verblijf in de ruimte.

De derde astronaut was de 36-jarige Fred Haise. Haise was back-up astronaut tijdens Apollo 8 en Apollo 11.

Alle bemanningsleden hadden, voordat ze astronaut werden, ervaring met het uitvoeren van testvluchten en dat betekende dat ze bekend waren met het oplossen van problemen tijdens een vlucht. Die ervaring zou uitermate van pas komen tijdens de Apollo 13-missie.

Bemanning Apollo 13
De bemanning van de Apollo 13. Credit: NASA

‘Houston, we’ve had a problem’

Apollo 13 werd op 11 april 1970 gelanceerd. De Apollo bestond uit twee onafhankelijke ruimtevaartuigen die door middel van een sluis met elkaar waren verbonden: de orbiter Odyssey en de lander Aquarius. Tijdens de reis vaan de Maan verbleef de bemanning in de Odyssey.

Op de avond van de 13de april 1970, de bemanning was toen een slordige 320.000 kilometer van de Aarde verwijderd, zag mission controller Sy Liebergot een waarschuwing van een lage druk in een waterstoftank van de Odyssey.

Het signaal zou een probleem kunnen betekenen of kunnen aanduiden dat de waterstof gemengd zou moeten worden door middel van verwarmen van de tank. Dit werd een “cryo stir” genoemd en moest voorkomen dat het superkoude gas zich in lagen zou verdelen in de tank.

Swigert zette de schakelaar om voor deze routineprocedure. Een moment later schudde het hele ruimtevaartuig rond de geschrokken bemanning. Alarmen gingen af in de Odyssey en in Mision Control toen ook de zuurstofdruk en de energievoorziening wegviel. De bemanning gaf dit door aan Mission Control. De woorden die Swigert uitsprak werden legendarisch: “Houston, we’ve had a problem”. (In 1995 verscheen de film Apollo 13 en daar werd de zin van Swigert omgezet naar “Houston we have a problem”, bovendien is het in de film James Lovell die deze woorden uitspreekt en niet Swigert).

Veel later concludeerde een incidentenonderzoek van de NASA dat er, door een combinatie van fabricagefouten en fouten tijdens het testen, draden in de zuurstoftank bloot lagen. In de fatale nacht zorgde een vonk van een blootliggende draad in de zuurstoftank voor vuur waarbij een zuurstoftank uit elkaar werd gereten en een andere tank in het ruimtevaartuig beschadigde.

De brandstofcellen van de Odyssey werden gevoed met zuurstof en doordat er minder zuurstof beschikbaar was leidde dit tot een afname in de energievoorziening. De raketten voor het controleren van de hoogte die de ontsnappende zuurstof registreerden probeerden het ruimtevaartuig te stabiliseren. Dit lukte niet goed omdat er verschillende van die raketjes waren beschadigd als gevolg van de explosie.

Gelukkig voor Apollo 13 was er nog een onbeschadigde back-up: Aquarius zou pas worden ingeschakeld kort voordat de bemanning de landing op de Maan in zou zetten. Aquarius had geen hitteschild dat gebruikt kon worden voor de terugkeer naar de Aarde maar kon wel de bemanning lang genoeg in leven houden om weer in de buurt van de Aarde te komen. Daar zouden de astronauten weer overstappen naar de Odyssey en zo de resterende reis terug naar huis kunnen inzetten.

Haise en Lovell werkten snoeihard om Aquarius in minder tijd dan ontworpen, op te starten en Swigert bleef in de Odyssey om alle systemen af te schakelen zodat er voldoende energie overbleef voor de terugkeer op Aarde.

Koude dagen voor de terugkeer

Om veilig thuis te kunnen komen kreeg de bemanning nu te maken met de uitdaging om zo veel mogelijk energie te sparen in de Aquarius. Na het uitvoeren van een belangrijke manoeuvre om het ruimtevaartuig weer naar de Aarde te richten sloot de bemanning alle niet-noodzakelijke systemen in het ruimtevaartuig uit.

Zonder een bron voor warmte daalde de temperatuur in de cabine al snel richting het vriespunt. Een gedeelte van het voedsel werd onbruikbaar. Ook werd het verbruik aan water op rantsoen gezet. Op deze manier werd het gebruik van de Aquarius tot voorbij zijn ontwerp gericht en was er ook voldoende water aanwezig voor het koelen van de hardware.

Vanaf de Aarde zocht mission control onder leiding van Gene Kranz naar manieren om het verbruik van consumables als water en energie te beperken. De bemanning werd door andere leden van mission control bijgestaan in het uitvoeren van hun activiteiten. Ook de bouwers van de ruimtevaartuigen hielpen rond de klok NASA en de bemanning.

De paar dagen terug naar huis duurden lang voor de astronauten: ze verloren gewicht en Haise liep een nierontsteking op. In de uren voor ze landden startte de uitgeputte bemanning de Odyssey op (die de dagen ervoor uitgeschakeld was en als ze pech zouden hebben ook niet meer zou opstarten). De bereidden zich op de landing voor met de wetenschap dat de explosie het hitteschild had beschadigd.

Op 17 april plonsden Lovell, Haise en Swigert veilig neer in de Grote Oceaan. De daaropvolgende missies werden met betere bedradingen en een extra tank uitgerust. Tijdens de latere missies deden zich geen problemen meer voor.

Na Apollo 13

Er werden na de Apollo 13-missie veel veranderingen aan het ontwerp van zowel de service module als de commando module doorgevoerd:

  • Er kwam een aparte zuurstoftank die alleen door de bemanning gebruikt kon worden.
  • Ventilatoren en bedradingen werden uit de cryogene tanks verwijderd.
  • Er werd een ander type verwarming ontwikkeld voor de cryogene tanks.
  • Er werd een sterkere accu voor maanlander toegevoegd.
  • Er kwamen zakken met water in de commandomodule.

Haise werd aangewezen als commandant voor de Apollo 19-missie. Echter, deze missie werd samen met twee andere missies wegens geldgebrek door de NASA gecanceld. Later voerde hij testvluchten uit met de space shuttle Enterprise.

In 1982 werd Swigert voor de staat Colorado in het Amerikaanse Congres gekozen maar hij overleed aan botkanker voor hij kon worden ingezworen.

In 1994 schreef Lovell samen met de journalist Jeffrey Kluger een boek over de ruimtevaartcarrière van Lovell. Dat boek was voornamelijk gericht op de gebeurtenissen tijdens de Apollo 13-missie. Dit boek was de basis voor de film “Apollo 13” uit 1995 met Tom Hanks in de hoofdrol. Deze film won verschillende prijzen en werd in samenwerking met de NASA opgenomen.

 

Eerste publicatie: 30 juni 2019
Bron: space.com & anderen