ApolloBemande ruimtevaart

Apollo 16 – verkenning van de hoogvlaktes

Apollo 16 missie patch
Apollo 16 missie patch

Apollo 16 was de op een na laatste missie van het Apolloprogramma en de vijfde die mensen naar de Maan heeft gebracht. Apollo 16 werd op 16 april 1972 gelanceerd en landde op de Descartes hoogvlakte op de Maan. Dit is een hoger gelegen gebied in de buurt van de krater Descartes. De bemanning van Apollo 16 heeft hier gezocht naar vulkanisch gesteente.

Ofschoon de astronauten niet met de stenen naar huis kwamen waar ze naar hadden gezocht was de missie wetenschappelijk gezien een groot succes en dat was te danken aan het vermogen van de astronauten om de juiste geologische doelen uit te kiezen en om te gaan met veranderingen.

De astronauten van Apollo 16

Commandant John Young behoorde tot de meest ervaren astronauten van de NASA. Hij was al meer dan tien jaar in dienst. Hij was een voormalig piloot van de Amerikaanse marine en tijdens het Geminiprogramma was hij twee keer in de ruimte. Zijn eerste missie was als copiloot van de Gemini 3 in 1965 en zijn tweede missie was als commandant van de Gemini 10 in 1966. Tijdens deze missie werden er koppelingen in de ruimte uitgevoerd met twee andere objecten. Tijdens het Apolloprogramma was Young piloot van de commandomodule tijdens de Apollo 10 in 1969 en hielp hij bij het uitvoeren van de eerste koppeling boven het oppervlak van de Maan. Na het Apollotijdperk was Young de commandant van de allereerste space shuttle vlucht (STS-1 in 1981). Ook was hij de commandant van de STS-9 missie in 1983.

Ken Mattingly was de piloot van de commandomodule. Hij was in 1966 geselecteerd. Voor hem was Apollo 16 een tweede kans want oorspronkelijk zou hij met de Apollo 13 de ruimte zijn ingegaan. Dit ging om medische redenen niet door. Voor hij bij de NASA aan de slag ging was hij piloot bij de Amerikaanse marine. Mattingly deed veel testwerk met de Enterprise, de space shuttle die gebruikt werd om mee te testen. Mattingly was commandant tijdens de STS-4 en STS-51-C missies van de space shuttle.

Charles Duke was de piloot van de maanlander en hij is vermoedelijk het bekendst geworden omdat hij tijdens de Apollo 11 de CapCom was. Duke was instructeur bij de Amerikaanse luchtmacht. Hij werd in 1966 door de NASA geselecteerd. Apollo 16 was Duke’s enige ruimtereis.

De bemanning van Apollo 16
De bemanning van de Apllo 16 met van links naar rechts Ken Mattingly, John Young en Charly Duke. Credit: NASA

Een koppige motor en een geknikte kabel

Wetenschappers dachten dan de hoogvlaktes van Descartes vulkanisch gesteente bevatten en dat was dan ook de reden om dit gebied te kiezen als landingsplaats voor Apollo 16. Geologen hoopten er stenen te kunnen vinden waaruit ze meer konden leren over het ontstaan van het binnenste van de Maan.

Apollo 19 kwam op 19 april in een baan om de Maan. Kort nadat de maanmodule Orion was losgekoppeld van de commandomodule Casper merkte Mattingly dat de motor van de commandomodule hevig vibreerde als hij een van de schakelaars van het back-up systeem aanraakte.

Verschillende uren draaide de bemanning een beetje ongemakkelijk in hun twee ruimtevaartuigen om de Maan en in de tussentijd probeerde Mission Control op Aarde uit te vinden of het veilig was om verder te gaan. Uiteindelijk kregen ze groen licht en daalde de Orion zonder problemen af naar het oppervlak van de Maan.

De volgende dag stond Young voor het eerst op de Maan en balde hij zijn vuisten van geluk. “There you are, our mysterious and unknown Descartes Highland plains. Apollo 16 is going to change your image”, riep hij uit.

De eerste opdracht van Duke en Young was het plaatsen van een pakket met verschillende wetenschappelijke instrumenten dat de eigenschappen van de omgeving moest gaan meten. Alle Apollo-astronauten wisten hoe moeilijk het was om je voeten te kunnen zien en door hun dik en onhandig ruimtepak heen te voelen wat ze aanraakten. Desalniettemin trok Young een belangrijke kabel los van een experiment toen hij met zijn voet achter de kabel bleef hangen en daarmee het experiment kapotmaakte.

Na uitgebreide verontschuldigingen werd het opzetten van de experimenten voltooid en gingen de twee astronauten verder met hun taken. Ze reden met de maanrover naar twee geologische plekken waar ze alleen sedimentair stenen van breccie vonden. Breccie is gesteente dat is samengesteld uit verschillende mineralogische fragmenten en niet uit vulkanisch gesteente dat de geologen hadden gehoopt te vinden.

Breccie en een grote rots

Tijdens hun verblijf aan het oppervlak van de Maan vonden Duke en Young nooit vulkanisch gesteente. Op hun tweede dag reden ze met de maanrover naar vijf kleine kraters bij Stone Hill. Toen ze daar waren verzamelden ze stenen die lieten zien hoe inslagen van meteoren stof en puin op hadden geworpen waaruit de heuvels om hen heen waren ontstaan.

Waarnemers op Aarde schreven later hoe zelfverzekerd de astronauten waren tijdens het gebruik van hun gereedschap en het wandelen over de Maan. Ze waren niet bang om te springen, knielen of om met de maanrover te gaan rijden. Voor Young en Duke waren er al acht mensen op de Maan geweest en ze hadden veel geleerd door hun bewegingen te bekijken.

Dat wil niet zeggen dat alles gladjes verliep. Zo mepte Young per ongeluk met zijn hamer tegen de zijkant van de maanrover waarbij een deel afbrak. Dit zorgde er voor dat de astronauten tijdens hun rit met fijn maanstof werden bedekt. Maar ze pasten zich goed aan de omstandigheden aan.

Omdat ze op de eerste dag zo laat waren geland moest de bemanning op de derde dag zijn activiteiten tijdelijk staken. Tijdens hun werk ontdekten ze in de verte een grote rots waar ze naar toe renden. Dit leidde tot geamuseerde reacties vanuit de vluchtleiding op Aarde.

Het rotsblok werd later House Rock genoemd en het bleek een grote breccie te zijn (een rotsblok bestaande uit een samenklontering van gebroken mineralen) en daarmee bleken de kansen op enige vulkanische activiteit in de regio klein te zijn.

Op 27 april 1972 plonsde de commandomodule Casper veilig in de Grote Oceaan, aan boord een grote lading gesteente dat later bleek bijna allemaal breccie te zijn. En ofschoon de bemanning wat anders vond dan de experts hadden verwacht leverden de stenen in de tientallen jaren erna voldoende studiemateriaal op voor de wetenschap.

De Apollo 16 erfenis

In 2022 is het 50 jaar geleden dat de Apollo 16-missie werd uitgevoerd. Casper bevindt zich momenteel in het Alabama Space and Rocket Center in Huntsville. De bovenste trap van de Orion is te pletter geslagen op de Maan maar NASA weet niet precies waar.

Op zijn laatste dag op de Maan plaatste Duke een foto van zijn familie op de grond en nam daar foto’s van. Op de foto Duke, zijn vrouw Dorothy en hun kinderen Charles en Thomas. De foto bleef op de maan achter en staat daar nu dus nog steeds.

Later in 1972 lanceerde NASA nog de Apollo 17-missie. Dit was de allerlaatste bemande missie naar de Maan. Na Apollo 17 verschoof de aandacht van NASA naar activiteiten in een lage aardbaan zoals de space shuttles en het International Space Station. Momenteel werkt NASA aan de Orion die weer menen naar de Maan moet kunnen brengen. Ook werkt NASA aan de ontwikkeling van Deep Space Gateway, een ruimtestation in een baan om de Maan.

 

Eerste publicatie: 21 juli 2019
Laatste bewerking: 12 oktober 2019

Bron: space.com  & anderen