Apollo

Apollo 7 – testvlucht voor bemanning en ruimtecapsule

De bemanning van Apollo 7
De bemanning van Apollo 7 met van links naar rechts: Eisele, Schirra en Cunningham. Publiek domein, Koppeling

Apollo 7 was de eerste bemande ruimtevlucht van het Apolloprogramma. De bemanning bestond uit Walter Schirra, Donn Eisele en Walter Cunningham. Ze bleven 11 dagen in de ruimte en ze draaiden al die tijd in een baan om de Aarde om testen uit te voeren van de commandomodule die was ontworpen om mensen veilig naar de Maan en weer terug naar de Aarde te brengen.

Apollo 7 werd op 11 oktober 1968 gelanceerd en NASA had enorm hard gewerkt aan de veiligheid van de astronauten nadat 20 maanden eerder de bemanning van de Apollo 1 tijdens een brand om het leven kwam. En ofschoon de bemanning gezondheidsproblemen kende en er sprake was van wat spanning tussen de vluchtleiding en de bemanning was Apollo 7 technisch helemaal in orde.

Apollo 7 was een testvlucht voor de bemande commandocapsule. Na Apollo 1 werden er drie onbemande capsules, Apollo 4,5 en 6 gebruikt om de Saturnusraket, de maanmodule en de commandomodule te testen. Apollo 2 en Apollo 3 zijn nooit gebruikt.

Walter (Wally) Schirra was de commandant van de Apollo 7. Hij was afkomstig uit het Mercuryprogramma van de NASA. Tijdens dit programma werden de eerste bemande ruimtevluchten uitgevoerd. Schirra was de 5de Amerikaan in de ruimte en hij vloog tijdens de Sigma 7-missie op 3 oktober 1962 zesmaal om de Aarde heen. Schirra maakte ook deel uit van het Geminiprogramma. Dit programma had steeds twee bemanningen bestaande uit twee personen. Hij was commandant tijdens de Gemini 6-missie die, samen met Gemini 7, de eerste ontmoeting tussen twee bemande ruimtevaartuigen uitvoerde. Schirra was de enige astronaut die zowel in het Mercury, Gemini als in het Apolloprogramma vloog.

De andere twee bemanningsleden waren nieuwelingen in de ruimte. Cunningham was een voormalig luchtmachtpiloot die als wetenschapper ook had gewerkt aan geheime defensieonderzoeken. Eisele was een voormalig testpiloot van de luchtmacht die voorheen ook aan de ontwikkeling van geheime wapens had gewerkt.

‘Yabba Dabba Doo’

Nadat de Apollo 7 enkele rondjes om de Aarde had gedraaid keerde Schirra de commandomodule om zo een koppeling te simuleren met de derde trap van de Saturnus IB-raket. Toekomstige maanmissies vereisten een koppeling tussen twee ruimtevaartuigen, de commandomodule en de maanmodule, dus het oefenen van deze beweging was erg belangrijk.

Ook de motor van de commandomodule werd uitgebreid getest. Deze motor moest tijdens de aanstaande maanmissies vlekkeloos werken. De motor was ontworpen om de bemanning naar de Maan te brengen, af te remmen om in een baan om de Maan te komen, het ruimtevaartuig weer te versnellen om uit de maanbaan te komen en daarna het ruimtevaartuig goed te positioneren voor de terugreis naar de Aarde.

De motor werd in totaal acht keer gestart en gestopt en al deze keren verliep dat perfect. Toen de motor de eerste keer werd gestart veroorzaakte dit een krachtige trilling door het ruimtevaartuig waar de bemanning enigszins van schrok. Het ontlokte Schirra de uitspraak “Yabba dabba doo!”. Dit is de schreeuw die Fred Flintstone altijd gebruikte bij het wegrijden in zijn auto uit het stenen tijdperk. (De Flintstones waren een populaire tekenfilmserie uit de jaren ’60).

De missie was grotendeels een succes maar er waren wel enkele technische problemen in de commandomodule. Zo kwam er condens op de ramen waardoor de astronauten nauwelijks nog naar buiten konden kijken. Ook waren er wat problemen met de elektrische systemen en de brandstofsystemen en klaagde de bemanning over het grote lawaai van de ventilatoren in de cabine.

Tegenstrijdige prestaties van de bemanning

De bemanning had nauwelijks ruimte in de Apollo capsules en de nadelen daarvan werden tijdens de Apollo 7-missie meteen duidelijk. Slechts 15 uur na de lancering werd Schirra verkouden. Hij besmette ook Cunningham en Eisele.

In een omgeving met nauwelijks zwaartekracht gedragen vloeistoffen zich heel anders dan op Aarde en dit betekende verstopte neuzen en oren voor de bemanning. Die probeerden de symptomen van de verkoudheid te onderdrukken met medicijnen. Tijdens de 11-daagse missie worstelden de bemanningsleden ook met hun eigen prestaties. De bemanning reageerde humeurig tijdens de contacten met de vluchtleiding op Aarde.

De verhalen die hierover de ronde maken variëren nogal maar er wordt gezegd dat Schirra zo gefrustreerd raakte dat hij tijdens een televisie-uitzending de verbinding verbrak en Eisele klaagde over een van de testen die de bemanning moest uitvoeren en eiste dat hij met de bedenker van die onzin wilde spreken. Die bedenker bleek later een hooggeplaatste NASA-ambtenaar te zijn.

Net voor de terugkeer in de dampkring van de Aarde besloot de bemanning eigenhandig om niet hun helmen te dragen. Ze waren bang dat de druk hun oren zou beschadigen en ze wilden een mogelijkheid hebben om hun neus te snuiten om de druk weg te nemen. Dit tot grote woede van de NASA waar al snel werd gesproken over rebellie.

Los van deze conflicten was de Apollo 7-missie technologisch gezien een groot succes en NASA was van mening dat het programma klaar was voor de volgende stap: op weg naar de Maan.

De erfenis van Apollo 7

Apollo 7 staat momenteel tentoongesteld in het Frontiers of Flight Museum in Dallas, Texas. Walter Cunningham was lange tijd bestuurslid van dit museum.

Vergeleken met de missies die naar de Maan zijn gegaan is Apollo 7 niet heel erg bekend maar het was wel een hele belangrijke missie om alle techniek te testen. De daaropvolgende missie, Apollo 8, zou drie mensen in de commando module in een baan om de Maan brengen en die missie was, zonder de testen van Apollo 7, veel te gevaarlijk.

Met de landing op de Maan van de Apollo 11 in 1969 bereikte de NASA haar gestelde doel. Het Apolloprogramma stuurde tussen 1969 en 1972 nog zes missies naar de Maan waarvan er vijf een succesvolle landing maakten (Apollo 13 keerde wegens ernstige technische problemen halverwege de missie terug naar de Aarde).

Na het Apolloprogramma richtte NASA zijn pijlen op het space shuttleprogramma en het ontwikkelen van satellieten en het International Space Station waarmee ook veel ervaring werd opgedaan over de gevolgen van een langdurig verblijf op mensen in de ruimte. In de tussentijd is de Maan uitgebreid onderzocht door onbemande ruimtesondes. Ze hebben bewijs gevonden voor de aanwezigheid van water op de Maan. Hier kunnen toekomstige bemande kolonies mogelijk gebruik maken.

Eind 2017 besliste de regering Trump dat NASA eerst weer mensen naar de Maan moesten brengen voordat er mensen naar Mars worden gestuurd. Ook werkt NASA aan een concept dat Deep Space Gateway wordt genoemd en waarin de Maan een belangrijke rol speelt. Daarnaast test de NASA de Orion capsule waarmee de Amerikanen weer mensen naar de ruimte willen gaan lanceren.

 

Eerste publicatie: 12 mei 2019