Astronomisch Nieuws

Australische astronomen ontdekken de oudste ster

De SkyMapper telescoop
De SkyMapper telescoop van de Siding Spring sterrenwacht in Australië

Een team dat wordt geleid door astronomen van de Australian National University heeft de oudst bekende ster in het heelal ontdekt. De ster is kort na de Oerknal, 13.7 miljard jaar geleden gevormd. De ontdekking zorgt er voor dat astronomen de chemische samenstelling van de allereerste sterren kunnen bestuderen om zo een beter inzicht te krijgen over hoe het heelal er in zijn kindertijd uitzag.

Het is voor het eerst dat astronomen kunnen zeggen dat ze onomstotelijk bewijs hebben gevonden voor een chemische vingerafdruk van één van de allereerste sterren. Het is de eerste stap in het begrijpen hoe deze sterren waren.

De ster werd ontdekt met de Skymapper telescoop van de ANU die deel uit maakt van het Siding Spring Observatorium. Deze telescoop zoekt, gedurende een vijf jaar durend project, naar hele oude sterren. Daarnaast wordt de telescoop gebruikt om de allereerste digitale kaart van de zuidelijke sterrenhemel te maken.

De oude ster bevindt zich op een afstand van ongeveer 6000 lichtjaar van de Aarde. Dat is astronomisch gezien relatief dichtbij. Het is één van de zestig miljoen sterren die met behulp van de Sky Mapper telescoop zijn gefotografeerd in het eerste jaar dat de telescoop in bedrijf is.

Het vinden van dergelijke sterren staat gelijk aan het vinden van een naald in een hooiberg aldus de onderzoekers. De SkyMapper telescoop is speciaal ontworpen om sterren met een zeer lage concentratie ijzer in hun keur te ontdekken. De ontdekking is inmiddels met behulp van de Magellan telescoop in Chili bevestigd.

De samenstelling van de ontdekte ster duidt er op dat ze is ontstaan uit een oer-ster die zestig keer zo zwaar als onze Zon was.

Om een ster zoals onze Zon te maken neem je de basis ingrediënten waterstof en helium en meng je dat met een enorme hoeveelheid ijzer, ongeveer 1000 maal de massa van de Aarde. Om de antieke ster te maken heb je de hoeveelheid ijzer nodig gelijk aan een asteroïde met de grootte van de Aarde. Het is een compleet andere samenstelling die astronomen veel leert over de eigenschappen van de eerste sterren en hoe ze stierven.

Men nam eerder aan dat dergelijke oersterren op een zeer gewelddadige manier aan hun einde kwamen met explosies die grote delen van het heelal vervuilden met ijzer. Maar de nu ontdekte antieke ster toont verontreinigingen van lichtere elementen zoals koolstof en magnesium en geen verontreinigingen met ijzer.

Dit duidt er op dat de supernova van de oerster plaatsvond zonder veel energieproductie en dat is verrassend. Ofschoon er voldoende energie vrijkwam om de oerster uit elkaar te laten vallen verdwenen nagenoeg alle zwaardere elementen zoals ijzer in een zwart gat in het centrum van de explosie. De ontdekkingen nu leiden er mogelijk toe dat een discrepantie tussen waarnemingen en voorspellingen over de oerknal beter kunnen worden begrepen en verklaard.

Bron: Xinhua, 10 februari 2014