Astronomisch Nieuws

Boor van de InSight lander loopt vast op keihard gesteente

Mars InSight Heat Flow Probe
The Heat Flow probe op het oppervlak van Mars. Credit: NASA/JPL/InSight

De boormachine aan boord van de InSight lander van de NASA werd de afgelopen week voor het eerst aan het werk gezet. Deze eerste test lijkt van korte duur te zijn geweest nu er direct onder de Mars lander keihard gesteente is aangetroffen.

Toen de InSight lander in november 2018 op Mars landde was men verheugd dat het apparaat in een gebied terecht kwam waar geen grote rotsen voorkomen. Men wist echter niet of er rotsen onder de lander zouden zijn, deze rotsen zouden er voor kunnen zorgen dat boren in het oppervlak een lastige klus zou worden waardoor de InSight geen belangrijke informatie over de temperatuur van het binnenste van de planeet zou kunnen verzamelen

InSight heeft inmiddels twee van zijn belangrijkste instrumenten op de marsbodem geplaatst: de seismometer (die Marsbevingen moet gaan registreren) en de Heat Flow and Physical Proporties Package (HP3). De laatste werd op 28 februari 2019 voor het eerst aan het werk gezet. Het apparaat heeft de bijnaam “de mol” gekregen en het is ontworpen om in de marsbodem te boren en daarna met een speciale kabel die is uitgerust met sensoren die over de gehele diepte van het gat de temperatuur kan meten. Tijdens de eerste test werkte de mol maar het blijkt nu dat er wat ongelukkig aanwezig ondergronds gesteente aanwezig is dat het boorproces ernstig verstoord.

De Heat Flow probe is ontwikkeld door het Duitse DLR en het Poolse Astronika. Het apparaat is uitgerust met een penetrator, een autonoom werkende elektrisch aangedreven hamer die zichzelf met iedere puls steeds verder onder de grond werkt. Een versnelling strekt de hoofdveer uit en produceert de hamerende, voorwaarts stuwende actie. Een tweede veer absorbeert de terugslag.

Heat Flow schema
Schematische weergave van het Heat Flow experiment. Credit: DLR

Tijdens de eerste test van de HP3 die afgelopen week werd uitgevoerd boorde het apparaat zich ongeveer 13 cm de diepte in voordat het op enkele stenen stootte. Testen op Aarde hadden laten zien dat de mol in staat was om kleinere stenen opzij te schuiven maar dit is volgens DLR een erg tijdrovend proces.

Volgens DLR stootte de mol op een steen die ongeveer 15 graden was gekanteld. De mol duwde deze steen aan de kant of passeerde de steen. Op grotere diepte stootte de mol weer op een steen en ditmaal kon er niet verder worden gebeurd. De missieleiding was gedwongen om na 4 uur boren te stoppen. Aan het einde van de sessie, ongeveer 4000 hamerbewegingen verder, had de mol zich ongeveer 50 centimeter in de grond gewerkt end at was wel een tegenvaller voor de onderzoekers.

Binnenkort staat er een nieuwe vier uur durende boorsessie op het programma maar de onderzoekers moeten eerst wachten totdat het hele systeem voldoende is afgekoeld. Het hameren zorgt voor wrijving en die wrijving leidt weer tot warmte en enkele uren hameren zorgen ervoor dat het instrument ongeveer twee dagen nodig heeft om af te koelen. Als alles volgens plan verloopt moet de HP3 een gat boren van 3 tot 5 meter. Hiervoor zijn vier boorsessies gereserveerd die steeds worden afgewisseld met twee dagen afkoelen en een dag om de temperatuur te meten.

Een vijf meter lange kabel die is uitgerust met meer dan een dozijn sensoren zal de temperatuur meten op verschillende dieptes. Als het boren eenmaal klaar is dan zullen alle sensoren de temperatuur meten met een interval van 15 minuten gedurende een periode van enkele maanden. Het doel van het HP3 experiment is om de veranderingen in temperatuur gerelateerd aan de diepte te bepalen en hieruit de hittestromingen in het binnenste van Mars mee vast te leggen.

De onderzoekers hopen om de komende weken nog meer boorsessies te kunnen doen maar dat kan dan wel alleen als er geen hard gesteente aanwezig is. Dit zou slecht nieuws zijn want het HP3 systeem kan niet op een andere plek worden neergezet. De mol trekt de kabel met sensoren achter zich aan, het systeem is niet ontworpen om in tegengestelde richting te bewegen.

Voor de onderzoekers is het een frustrerende start van de HP3-fase van het project want de andere onderdelen zijn tot nu toe met succes uitgevoerd. Hopelijk leveren de volgende boorsessies geen noemenswaardige problemen meer op.

Bron:

Eerste publicatie: 5 maart 2019