HerculesSpecials

05. De Augeaanse Stallen

De Augiaanse Stallen

De vijfde opdracht die Eurystheus aan Hercules gaf was het schoonmaken van de Augeaanse stallen. Een vies en stinkend karwei voor een held maar ook dat hoort bij het zware bestaan van een held. De opdracht was extra zwaar omdat hij alle stallen in één dag schoon moest maken.

Koning Augeas bezat meer vee dan iemand anders in Griekenland. Er gingen geruchten dat hij de zoon van een god was maar anderen zeggen dat hij de zoon van een sterfelijk iemand was. Hoe dan ook, Augeas was onmetelijk rijk en hij bezat vele kuddes schapen, geiten koeien en paarden. Iedere avond werden al deze duizenden dieren door hun herders naar de stallen gedreven.

Hercules ging naar koning Augeas en zonder hem iets te vertellen over de opdracht van Eurystheus bood hij hem aan alle stallen op één dag te poetsen op de voorwaarde dat Augeas hem dan eentiende van zijn beste vee zou geven.

Augeas kon zijn oren niet geloven maar hij stemde toch in met dit aanbod. De zoon van Augeas keek toe hoe Hercules het karwei aanpakte. Hercules maakte een grote opening in de omheining rond de stallen. Aan de andere zijde van het stallencomplex maakte hij eenzelfde opening. Daarna groef hij twee grote geulen naar de nabijgelegen rivier om zo de loop van de rivier naar de stallen te leiden. De rivieren spoelden van de ene kant van de stallen door de andere kant. Op hun weg namen ze alle troep mee.

Toen Augeas er achter kwam dat Eurystheus hier achter zat weigerde hij Hercules zijn deel uit te betalen. Hij zei zelfs dat er nooit een afspraak over een betaling was geweest. Als Hercules het hier niet mee eens was moest hij de zaak maar voor de rechter brengen.

Dat deed Hercules uiteraard en de zoon van Augeas gaf voor de rechter toe dat zijn vader een afspraak over een beloning had gemaakt. De rechter stelde Hercules in zijn gelijk en Augeas moest uitbetalen. De koning ontstak in grote woede en hij verwijderde Hercules en zijn zoon uit zijn koninkrijk. De zoon ging naar familie in het noorden van het land en Hercules ging terug naar Mycenae. Eurystheus weigerde deze opdracht goed te keuren omdat Hercules ervoor betaald was.