Venus

Hoe is Venus ontstaan?

De binnenplaneten
De binnenplaneten: Mercurius, Venus, Aarde en Mars

Er zijn twee theorieën over hoe de planeten in het zonnestelsel zijn gevormd. De eerste en meest geaccepteerde theorie, kern-aanwas, werkt goed bij de vorming van de aardse planeten zoals Venus maar levert problemen op bij de vorming van de gasplaneten. De tweede theorie, het instabiele schijf-model, verklaart veel beter de vorming van de gasplaneten.

Het zonnestelsel is ongeveer 4,6 miljard jaar geleden ontstaan uit een grote wolk van gas en stof bekend als de zonnenevel. Door de zwaartekracht is de gasnevel gaan samentrekken en beginnen te roteren met als gevolg de vorming van de Zon in het centrum van de nevel.

Na de geboorte van de Zon begon het overgebleven materiaal samen te trekken. Door de zwaartekracht klonterden kleine deeltjes samen tot grotere deeltjes. De sterke zonnewind blies de lichtere elementen als waterstof en helium weg naar de buitenste delen. Alleen de zwaardere steenachtige materialen bleven achter in de buurt van de Zon. Hier werden de Aardse planeten uit gevormd. Op grotere afstanden van de Zon had de zonnewind minder invloed en dit leidde er toe dat ook de lichtere elementen als waterstof en helium konden samenklonteren tot de gasplaneten. Op deze manier werden asteroïden, kometen, planeten en manen gevormd.

Net zoals bij de Aarde is de rotsachtige kern van Venus als eerste ontstaan om daarna de lichtere elementen middels zwaartekracht aan zich te binden. Mogelijk heeft Venus vroeger een atmosfeer gehad die erg lijkt op de van de Aarde. Rekenmodellen hebben laten zien dat als de planeet vroeger net zoveel water had als de Aarde maar dat dit is gaan verdampen er een situatie ontstaan zoals we die nu op de planeet waarnemen. Dankzij het enorme overschot aan koolstofdioxide en de sporen van stikstof is het oppervlak heet genoeg om lood te laten smelten.

Het “instabiele schijf”-model

De noodzaak van een snelle vorming van de gasplaneten is een probleem voor het “kern-aanwas”-model. Volgens dit model duurde het enkele miljoenen jaren voor de gasplaneten waren gevormd en dit is langer dan er lichte gassen beschikbaar waren in het jonge zonnestelsel. Het “kern-aanwas”-model heeft nog een probleem want in dit model zouden de jonge planeten in een relatief korte tijd richting de Zon spiraliseren.

Een nog relatief nieuwe theorie laat klonen gas en stof samengaan. In de tijd groeien deze klonten langzaam aan tot een grote planeet. Deze planeten kunnen sneller worden gevormd dan in het “kern-aanwas”-model, soms wel binnen 1000 jaar en dit schept dan meteen de mogelijkheid voor die planeten om de lichtere gassen in te vangen. Ze bereiken daarnaast ook snel een kritieke massa die er voor zorgt dat ze in een stabiele baan terecht komen en niet naar de Zon worden getrokken.

Astronomen bestuderen nog steeds de vorming van de planeten en het zonnestelsel. Ze doen dit ook bij andere sterren en wellicht helpt de daar opgedane kennis om ons eigen zonnestelsel beter te leren begrijpen.

Meer over Venus

 

Eerste publicatie: 23 december 2012
Laatste keer bewerkt op: 25 januari 2020