Astronomisch Nieuws

Neptunus en Uranus zijn veel interessanter dan we dachten

De meest recente opnames van Neptunus en Uranus door de Hubble
Uranus (links) vertoont een opvallende ijskap op deze recente Hubble foto’s. op Neptunus (rechts) is een grote donkere storm zichtbaar. Credit Uranus: NASA, ESA en A. Simon/NASA Goddard Space Flight Center; Credit Neptunus: Mike Wong en Andrew Hsu, UC Berkeley)

De Hubble Space Telescope heeft onlangs weer eens foto’s gemaakt van het weer op de ijsreuzen in ons zonnestelsel en astronomen zijn er meteen mee aan de slag gegaan om ze te proberen te interpreteren.

De nieuwe opnames maken deel uit van een jaarlijks programma om de buitenste planeten in ons zonnestelsel in de gaten te houden. De opnames laten zien dat er aan het noordelijk halfrond van Neptunus een grote donkere storm is verschenen, dat is de vierde sinds 1993. Al deze stormen verdwenen binnen een paar jaar ook weer. Astronomen schatten dat de donkere stormen iedere vier tot zes jaar verschijnen op verschillende breedtegraden en na ongeveer 2 jaar ook weer verdwijnen.

Hoe de stormen precies ontstaan is onbekend maar net zoals de Grote Rode Vlek op Jupiter draaien de donkere stormen anti-cyclonaal en lijkt het erop dat ze materiaal van lager gelegen niveaus naar boven toe halen. In september 2018 nam de Hubble Space Telescope de laatste storm waar en die had een doorsnede van ongeveer 11.000 kilometer.

De waarnemingen van de Hubble laten ook zien dat voorafgaand aan het ontstaan van de storm er sinds 2016 in dit gebied een verhoogde wolkenactiviteit zichtbaar was. De afbeeldingen impliceren dat de draaikolk dieper in de atmosfeer van Neptunus ontstaat en pas zichtbaar wordt als de top van de storm grotere hoogtes bereikt.

De nieuwe foto van Uranus toont een nieuw beeld van een al lang bestaande storm die zich rond het noordpoolgebied van Uranus bevindt. Van Uranus wordt altijd aangenomen dat de planeet er saai uitziet.

Wetenschappers denken dat de poolkap het resultaat is van de aparte rotatie van Uranus. Anders dan de andere planeten in het zonnestelsel ligt de planeet nagenoeg op zijn kant. Vanwege deze extreme ashelling schijnt de Zon in de zomer nagenoeg pal op de noordpool en gaat daar dan ook nooit onder. Uranus nadert nu het midden van zijn zomerseizoen en het poolgebied wordt steeds beter zichtbaar. De poolkap is vermoedelijk ontstaan als gevolg van seizoensgebonden veranderingen in de atmosfeer.

Zowel Uranus als Neptunus zijn als ijsreus geclassificeerd. Ze hebben geen vast oppervlak maar bestaan uit dikke lagen van waterstof en helium rond een waterrijk binnenste dat vermoedelijk weer een rotsachtige kern omringd. In de atmosfeer bevindt zich methaan en dat absorbeert rood licht waardoor alleen blauwgroen licht naar de ruimte wordt wordt weerkaatst. Dit zorgt voor de aparte kleur van de beide planeten.

De nieuwe opnames van Uranus en Neptunus zijn gemaakt in het kader van het langjarige OPAL-programma (Outer Planet Atmospheres Legacy) dat door het Goddard Space Flight Center van de NASA wordt uitgevoerd. Er worden jaarlijks opnames gemaakt van de buitenste planeten in ons zonnestelsel en dan op een moment dat de afstand tussen de betreffende planeet en de Aarde het kleinste is. Het doet van het OPAL-programma is het bestuderen van de seizoensveranderingen op lange termijn en het vastleggen van vergelijkbare tijdelijke gebeurtenissen zoals de verschijning van de donkere vlek op Neptunus. Deze stormen kunnen zo snel opduiken en weer verdwijnen dat ze bij een veel lagere waarneemfrequentie gemist kunnen worden door de Hubble. Het OPAL-programma moet er voor zorgen dat dit niet meer gebeurd.

Bron: berkeley.edu

 

Eerste publicatie: 10 februari 2019