Nieuwe komeet in de asteroïdengordel gevonden
Er worden steeds meer kometen gevonden die zich voordoen als asteroïden. Inmiddels zijn er 14 bekend in de asteroïdengordel.
Er is een nieuwe “hoofdgordelkomeet” geïdentificeerd – een komeetachtig object dat zich voordoet als een asteroïde in de asteroïdengordel tussen Mars en Jupiter – waarmee het totaal aantal van deze betoverende objecten op 14 komt.
Naast “donkere kometen”, waarvan astronomen denken dat ze 60% van alle objecten in de buurt van de Aarde uitmaken, behoren hoofdgordelkometen tot een bredere populatie met de overkoepelende naam “actieve asteroïden”. Over het algemeen bevinden al deze objecten zich in banen die typerend zijn voor asteroïden, maar ze vertonen tekenen van activiteit – in het bijzonder vertonen ze “uitgassing” om een coma en een staart te vormen, net als een komeet. Ze vervagen daarom de grenzen tussen rotsachtige asteroïden en ijzige kometen, wat aantoont dat het zinloos kan zijn om zulke objecten in een hokje te plaatsen als het een of het ander.
De term “hoofdgordelkomeet” werd in 2006 bedacht door Henry Hsieh van het Planetary Science Institute in Arizona en Dave Jewitt van de University of California in Los Angeles, toen er nog maar drie van zulke objecten bekend waren. De laatste die werd gevonden, gecatalogiseerd als 456P/PANSTARRS (wat betekent dat het de 456ste periodieke komeet is die bekend is en werd ontdekt door het Pan-STARRS-project), is pas de 14de hoofdgordelkomeet die is gevonden.
Er zijn nog meer heel weinig bevestigde hoofdgordelkometen bekend en de onderzoekers willen een populatie opbouwen zodat ze een duidelijker beeld krijgen van hun bredere eigenschappen – zoals hun grootte, activiteitsduur en verspreiding binnen de asteroïdengordel – zodat ze beter kunnen worden gebruikt om ijs in het zonnestelsel in het algemeen te traceren.
Pan-STARRS, de Panoramic Survey Telescope and Rapid Response System, bestaat uit twee observatoria op Hawaï en is ontworpen om asteroïden en kometen aan de nachtelijke hemel te spotten, evenals andere tijdelijke verschijnselen. Zo werd 456P/PANSTARRSS in 2021 bevonden toen het abject actief leek te zijn met een kleine stoffige staart.
Soms beginnen asteroïden echter stof uit te stoten wanneer ze botsen met andere kleine asteroïden of meteoroïden – de Hubble Space Telescope heeft bijvoorbeeld van dit soort gebeurtenissen vastgelegd. Hoewel dergelijke incidenten onder de paraplutitel “actieve asteroïden” vallen, zijn ze van kortere duur en stoten ze niet op dezelfde manier gas uit als kometen. Dus bleef er een vraag over: wat voor soort actieve asteroïde was 456P/PANSTARRS?
Hsieh, Scott Sheppard van het Cargenie Institution for Science en Audrey Thirouin van de Lowell sterrenwacht, hebben de afgelopen jaren 456P/PANSTARRS in de gaten gehouden. Dit intrigerende object werd gevonden toen het 3,35 Astronomische Eenheden (ongeveer 500 miljoen kilometer) van de Zon was verwijderd. Toen de 8 meter telescoop van de Gemini South-sterrenwacht in Chili het object in juni 2023 observeerde, op een afstand van 3,37 AE, was de activiteit gestopt. Maar op 3 en 26 oktober werd 456P/PANSTARRS waargenomen met de 6,5 meter Walter Baade Magellan-telescoop van de Las Campanas-sterrenwacht in Chili en de 4,3 meter Lowell Discovery-telescoop in Arizona. Beide telescopen zagen toen een kleine staart doe van de Zon afwees net als een komeet. Destijds stond 456P/PANSTARRS dichter bij de Zon, op een afstand van ongeveer 2,86 AE.
Volgens Hsieh is dit object niet zomaar een asteroïde die een eenmalige gebeurtenis heeft meegemaakt waardoor het één keer activiteit vertoonde, maar is het een inherent actief, ijzig object dat vergelijkbaar is met andere kometen uit het buitenst zonnestelsel.
De activiteit op de hoofdgordelkomeet ontbrandde opnieuw omdat, dichter bij de Zon, verhitting ervoor zorgt dat water en koolstofdioxide-ijs net onder het oppervlak sublimeren tot gas en uitbarsten, waarbij ze stof met zich meedragen om een staart te vormen die van de Zon afwijst. Die staart wordt vervolgens weggeblazen door de naar buiten stromende zonnewind. Dit is precies hetzelfde gedrag als een komeet, waarbij de activiteit zich herhaalt elke keer dat het perihelium nadert (het meest nabije punt tot de Zon in zijn baan).
De Gemini South-waarnemingen gaven aan dat 456P/PANSTARRS een kern heeft die ongeveer 1 kilometer in doorsnede is. Toch vroeg het team zich af joe dit object en andere kometen in de hoofdgordel in zulke asteroïde-achtige banen rond de Zon terechtkwamen. Normaal gesproken hebben kometen lange, lusvormige banen, terwijl asteroïdebanen meer cirkelvormig zijn (hoewel niet perfect cirkelvormig, zoals de variërende afstand van 456P tot de Zon laat zien). De huidige gedachte is dat ze zich dicht bij de plek hebben gevormd waar ijs wel en niet kon bestaan en dat de “sneeuwgrens” – de grens tussen waar ijs wel en niet kon bestaan in de protoplanetaire schijf die het zonnestelsel 4,6 miljard jaar geleden vormde, niet zo’n scherpe grens was als de dachten.
Het betekent dat kometen in de hoofdgordel een ander venster naar het verleden kunnen zijn en door erdoorheen te kijken kunnen we een glimp opvangen van de geboorte van ons zonnestelsel.
De bevindingen zijn afgelopen november in het tijdschrift “Research Notes of the AAS” gepubliceerd.
Eerste publicatie: 8 december 2024
Bron: space-com