zondag, februari 16, 2025
Astronomisch Nieuws

Nieuwe modellen suggereren minder sterren in de Melkweg

Een klein team van astronomen van de universiteit van Yunnan, de universiteit van Utah, de New Mexico State University en de universiteit van St. Andrews hebben een nieuw model van de Melkweg opgesteld gebaseerd op de resultaten van hun telling van rode reuzen.

De halflichtstraal van de Melkweg vergeleken met die van lokale schijfstelsels.
De halflichtstraal van de Melkweg vergeleken met die van lokale schijfstelsels. Credit: Nature Astronomy (2024). DOI: 10.1038/s41550-024-02315-7

In hun artikel, gepubliceerd in Nature Astronomy, beschrijft de groep hoe hun model aantoont dat er mogelijk veel minder sterren in ons sterrenstelsel zijn dan voorheen werd aangekomen.

Zoals het onderzoeksteam opmerkt, bevindt ons zonnestelsel zich in één arm van de Melkweg, op behoorlijke afstand van de uitstulping en het superzware zwarte gat dat zich in het centrum van ons sterrenstelsel bevindt. Zo’n uitkijkpunt, zo merken ze op, maakt het erg lastig om de structuur ervan nauwkeurig te onderscheiden.

Schattingen van de structuur ervan zijn gebaseerd op schattingen van het aantal sterren in verschillende delen van de Melkweg en vervolgens op gissingen op basis van de structuur van andere sterrenstelsels. Voor dit nieuwe onderzoek hebben ze geprobeerd dergelijke gissingen nauwkeuriger te maken door eerst een nauwkeurigere telling van rode reuzen te doen en die gegevens te gebruiken om een model te bouwen om de vorm en grootte van de Melkweg te schatten.

Om hun telling uit te voeren gebruikte het team verschillende technieken om de gegevens van het Apache Point Observatory Galactic Evolution Experiment te verwerken, waardoor ze de rode reuzen konden tellen die normaal gesproken aan het zicht worden onttrokken door interstellair stof. Op die manier konden ze een nauwkeurigere telling krijgen (bijna 250.000) en ook de rode reuzen nauwkeuriger plaatsen. En daardoor konden ze een beter zicht krijgen op hun verspreiding, vooral in de uitstulping rond het centrum van de Melkweg.

Nadat ze de gegevens aan hun model hadden toegevoegd, ontdekte het team dat de dichtheid van rode reuzen de neiging had om halverwege tussen de randen van het sterrenstelsel en de uitstulping af te vlakken; een bevinding die verschilt van eerdere modellen, waarvan de meeste exponentieel toenamen.

Deze bevinding, zo suggereren de onderzoekers, laat zien dat de uitstulping niet zo dicht is als werd gedacht. Ze ontdekten ook dat de halflichtstraal van het sterrenstelsel grofweg twee keer zo groot is als werd geschat in eerdere onderzoeken. (De halflichtstraal is de straal waarin de helft van het uitgezonden licht zich bevindt.)

Uit het werk van het team blijkt dat de sterren in de Melkweg verder verspreid zijn dan gedacht, wat erop wijst dat het er misschien niet zoveel zijn als werd aangenomen. En als dat het geval is, zou dit betekenen dat het Melkwegstelsel minder massa heeft dan eerder werd berekend, wat zou betekenen dat het meer donkere materie zou kunnen bevatten dan eerdere schattingen hebben aangetoond.

Artikel: Jianhui Lian et al, The broken-exponential radial structure and larger size of the Milky Way galaxy, Nature Astronomy (2024). DOI: 10.1038/s41550-024-02315-7

Eerste publicatie: 6 juli 2024
Bron: phys.org