Ruimtevaart

Ook de DAWN-missie is tot een einde gekomen

De Occator krater op Ceres, gefotgrafeerd door de ruimtesonde DAWN
Deze foto van Ceres en de heldere gebieden van de Occator krater waren een van de laatste opnames die de ruimtesonde DAWN van de NASA naar de Aarde heeft gestuurd voordat de missie werd afgesloten. Deze foto werd gemaakt op 1 september 2018 van af een hoogte van ongeveer 3800 kilometer boven het oppervlak van Ceres. Credit: NASA/JPL-Caltech/UCLA/MPS/DLR/IDA

De ruimtesonde DAWN zwijgt en daarmee is een einde gekomen een missie die objecten die sinds het ontstaan van het zonnestelsel niet meer zijn veranderd, bestudeerde.

Op 31 oktober en 1 november had DAWN moeten communiceren met het Deep Space Network van de NASA. Nadat andere mogelijkheden waren onderzocht waardoor die communicatie niet op gang was gekomen concludeerde de missieleiding dat de ruimtesonde door zijn brandstof heen was en daarom niet meer kan draaien om zijn antenne naar de Aarde te richten. Zonder brandstof kan DAWN ook zijn zonnepanelen niet meer gericht houden op de Zon en dus worden de accu’s ook niet meer bijgeladen.

DAWN werd 11 jaar geleden gelanceerd om de twee grootste objecten in de asteroïdengordel te gaan bezoeken. Op dit moment draait DAWN in een baan om de dwergplaneet Ceres. De ruimtesonde zal dit nog vele tientallen jaren blijven doen.

DAWN werd in 2007 gelanceerd en heeft ondertussen een afstand van in totaal 6,9 miljard kilometer afgelegd. De ruimtesonde werd door een ionenmotor aangedreven en heeft verschillende records op zijn naam staan. In 2011 kwam DAWN in een baan om Vesta. Dit is het op één na grootste object in de asteroïdengordel. DAWN werd de eerste ruimtesonde in een baan om een object in het gebied tussen Mars en Jupiter. In 2015 kwam DAWN in een baan om de dwergplaneet Ceres. Dit is het grootste object in de asteroïdengordel. DAWN werd hiermee de eerste ruimtesonde die een bezoek bracht aan een dwergplaneet en bovendien de eerste ruimtesonde die in een baan was geweest om twee verschillende objecten in ons zonnestelsel.

DAWN was uitgerust met vier wetenschappelijke instrumenten en met behulp van de gegevens van deze instrumenten hebben astronomen twee planeetachtige objecten die op een totaal verschillende manier zijn geëvolueerd, kunnen bestuderen. DAWN toonde onder andere aan hoe belangrijk de plek in het zonnestelsel is voor de manier waarop objecten tijdens het ontstaan van het zonnestelsel ontstaan en evolueren. DAWN versterkte ook het idee dat dwergplaneten gedurende een lange periode van hun bestaan oceanen kunnen hebben gehad, en die misschien nog steeds hebben.

Ahuna Mons op Ceres, gefotografeerd door de ruimtesonde DAWN
Foto van Ceres en een van zijn belangrijkste structuren, Ahuna Mons, was een van de laatste opnames die naar de Aarde werden gestuurd voordat de missie tot een einde kwam. De opname is gemaakt vanaf een hoogte van ongeveer 3570 kilometer. Credit: NASA/JPL-Caltech/UCLA/MPS/DLR/IDA

De datasets van de DAWN zullen door wetenschappers die onderzoeken hoe planten ontstaan en groeien en astrobiologen uitgebreid bestudeerd worden. Ceres en Vesta zijn ook belangrijk voor het onderzoek van verre planeetsystemen omdat de omstandigheden rond jonge sterren mogelijk overeenkomen met hoe Ceres en Vesta eruitzien.

Astrobiologen denken dat op Ceres omstandigheden voorkomen die mogelijk geschikt zouden zijn voor de ontwikkeling van leven volgt NASA een strikt protocol om te voorkomen dat DAWN de dwergplaneet kan besmetten. DAWN blijft nog minimaal 20 jaar in een baan om Ceres draaien en NASA is er voor meer dan 99% van overtuigd dat dit ook nog wel meer dan 50 jaar zal zijn.

De missie komt dus niet met een finale duik naar de dwergplaneet ten einde, de manier waarop de Cassini vorig jaar aan zijn einde kwam, maar zeker is wel: DAWN heeft zijn brandstoftank tot de laatste druppel uitgeknepen om wetenschappelijke waarnemingen van Ceres te doen en die terug te sturen naar de Aarde Wetenschappers hebben daar dankbaar gebruik van gemaakt om meer te leren over het zonnestelsel dat ons thuis is.

Bron: NASA

 

Eerste publicatie: 1 november 2018