Bemande ruimtevaart

Space shuttle Columbia

Space shuttle Columbia
landing van de space shuttle Columbia. De shuttles maakten gebruik van grote remparachutes om tot stilstand te kunnen komen. Credit: CC0 Public Domain

De Columbia was de eerste space shuttle die in 1981 werd gelanceerd. De Columbia bracht gedurende de daaropvolgende jaren tientallen astronauten naar de ruimte. De Columbia verongelukte op 1 februari 2003 tijdens de terugkeer naar de Aarde. Hierbij kwam de voltallige bemanning om het leven. Door het ongeluk met de Columbia werd het aantal lanceringen teruggeschroefd en het aantal extra veiligheidschecks sterk verhoogd.

De Columbia in een oogopslag

  • Eerste vlucht; STS-1, 12 – 14 april 1981
  • Laatste vlucht: STS-107, 16 januari – 1 februari 2003
  • Aantal missies: 28
  • Tijd in de ruimte: 300 dagen, 17 uur, 40 minuten en 22 seconden

Tientallen jaren van ontwikkeling

In 1966 begonnen de discussies over een herbruikbaar ruimtevaartuig. Bij de NASA begon men toen na te denken aan programma’s na het Apolloprogramma. Om budgettaire redenen duurde het lang voordat de NASA daadwerkelijk kon begonnen met de ontwikkeling van iets nieuws.

Het werk werk serieuzer hervat toen in 1969 de eerste landing op de Maan aanstaande was. De toenmalige president Richard Nixon stelde een Space Task Group aan die zich bezig moest gaan houden met toekomstige ruimtevaartopties en in de jaren erna begon de NASA met het toekennen van ontwerpcontracten voor de verschillende ideeën voor de shuttle.

Als gevolg van beperkte budgetten en wensen van defensie werden er wijzigingen in de oorspronkelijke ontwerpen gemaakt. Zo werd het vrachtruim vergroot omdat defensie grote militaire satellieten wilde vervoeren. Ook werd beslist dat de shuttle maar gedeeltelijk hergebruikt zou worden in plaats van volledig zoals oorspronkelijk de bedoeling was. Dit scheelde geld tijdens de bouw maar zorgde wel voor verhoogde kosten per vlucht.

Op 4 juni 1974 begon de bouw van het eerste prototype. Deze shuttle werd Enterprise gedoopt en was bedoeld om testvluchten mee te maken en landingen te oefenen. De Enterprise is nooit in de ruimte geweest. Op 27 maart 1975 begon de NASA met de bouw van de Columbia.

De naam Columbia heeft verschillende herkomsten:

  • Columbia is een historische poëtische naam in de Verenigde Staten
  • Columbia is het vrouwelijke symbool voor de Verenigde Staten
  • Columbia is een deel van het verkenningsschip Columbia Rediviva dat in 1790 als eerste Amerikaanse schip om de wereld heen voer.
  • Columbia was ook de naam van de commando module van de Apollo 11, de eerste bemande maanlander

Hoogtepunten van de vluchten

De eerste vlucht van de Columbia vond plaats op 12 april 1981. het shuttle programma heette officieel Space Transportation System (STS) en dus was STS-1 de eerste vlucht. Er waren twee bemanningsleden aan boord: commandant John Young, een veteraan uit het Gemini- en Apolloprogramma en de piloot Bon Crippen. Doel was het testen van de Columbia in de ruimte.

Vanuit de media was er veel aandacht voor de hittebestendige tegeltjes op de shuttle waarmee NASA in de begindagen nogal wat problemen had. Gelukkig kwam de Columbia heelhuids terug naar de Aarde. Tussen 1981 en 1982 werden er meer testvluchten uitgevoerd waaronder ook de harde landing van de STS-3.

Voor STS-3 landde trad er een storing op in het automatische landingssysteem waarna de piloten de besturing overnamen. De shuttle landde harder op de landingsbaan dan bedoeld waarbij de neus van de Columbia door een fout in de software nog eens omhoog stuiterde. Commandant Jack Lousma beschreef de landing als het stuiteren met een auto over de snelweg.

In november 1982 was STS-5 de eerste operationele vlucht van de Columbia. De drie vluchten daarna werden gedaan door de Challenger die toen werd opgeleverd en in november 1983 vloog de Columbia nog een keer. Tijdens die vlucht werd voor het eerst de Spacelab module meegenomen als ook de eerste astronaut van de ESA.

Hierna werd de Columbia uit de vaart genomen om gemoderniseerd te worden. De Columbia maakte in 1986 nog één vlucht toen de democraat Bill Nelson naar de ruimte werd gebracht. In januari 1986 verongelukte de shuttle Challenger tijdens de lancering en kwam het shuttle programma stil te liggen. Het zou tot 1989 duren alvorens de Columbia weer werd gelanceerd.

Wetenschap en telescoop

De Columbia maakte 28 vluchten en bleef meer dan 300 dagen in de ruimte. In de begindagen werd de Columbia gebruikt voor het in een baan om de Aarde brengen van satellieten en telescopen maar toen de aandacht van de NASA werd verlegd naar de wetenschap deed de Columbia tussen 1990 en 2000 verschillende wetenschappelijke missies. Er werden missies uit gevoerd op het gebied van de microzwaartekracht en er werden experimenten met satellieten gedaan.

In 1999 en 2002 was de Columbia weer betrokken bij telescopen want STS-093 zou op 20 juli 1999 de Chandra röntgentelescoop naar de ruimte brengen. Door een probleem met de waterstof werd de oorspronkelijke lanceren enkele seconden voor de lancering afgeblazen. Na onderzoek bleek dat er niks aan de hand was en dat de instrumenten verkeerde waardes hadden aangegeven.

Op 23 juli 1999 werd de Columbia uiteindelijk gelanceerd maar doordat de hoofdmotoren eerder stopten met werken was de baan anders dan bedoeld. Eenmaal in de ruimte lukte het toch om de Columbia in de juiste baan te krijgen en werd de Chandra met succes in de ruimte uitgezet.

In 2002 werd tijdens STS-109 reparaties uitgevoerd aan de Hubble Space Telescope. Er werden tijdens die missie vijf ruimtewandelingen uitgevoerd waarbij verschillende bemanningsleden de Hubble een stevige servicebeurt gaven. In totaal verbleven de astronauten tijdens de servicemissie 35 uur en 55 minuten buiten de shuttle.

Het zou de voorlaatste missie zijn van de Columbia maar dat wist op dat moment nog niemand.

Uiteengevallen boven Texas

space shuttle Columbia valt uit elkaar
De space shuttle Columbia valt in brokstukken uit elkaar tijdens de terugkeer in de atmosfeer. Credit: NASA

STS-10 was de laatste vlucht van de Columbia. Het was een 16 dagen durende onderzoeksmissie gericht op het doen van wetenschappelijke experimenten. Onder de bemanning bevond zich de allereerste Israëlische astronaut Ilan Ramon en de eerste in India geboren vrouw in de ruimte, Kalpena Chawla.

De NASA verloor op 1 februari 2003 het contact met de shuttle toen deze zich tijdens de terugkeer naar de Aarde boven Texas bevond. De vluchtleiding probeerde verschillende minuten het contact te herstellen. Familie van de astronauten stond te wachten op de landingsplaats op het Kennedy Space Center in Florida.

Naarmate het langer duurde dat de communicatie was verbroken en er videomateriaal binnenkwam van een groot vliegend object dat in stukken brak werd het duidelijk dat niemand van de bemanning het had overleefd.

Volgens het in 2008 vrijgegeven onderzoeksrapport van de NASA heeft de bemanning vermoedelijk in eerste instantie het uiteenvallen overleefd maar raakten ze bewusteloos toen de druk in de cabine wegviel. Ze stierven toen de shuttle om hen heen uit elkaar viel. Hun stoffelijke resten werden gevonden en aan de hand van DNA-materiaal aan hun families overhandigd.

De NASA werkte maanden lang samen met een heel leger van vrijwilligers en met overheidsfunctionarissen om alle stukjes van de shuttle en de bemanning te verzamelen. Ofschoon er betrouwbare rapporten zijn van mensen die brokstukken zagen in Utah, Nevada en New Mexico werden de meest westelijke brokstokken gevonden in de buurt van Littlefield in Texas. In de staten Texas en Louisiana werden duizenden brokstukken teruggevonden.

Het vinden van de oorzaak

Om de oorzaak van de ramp te vinden en herhaling in de toekomst te voorkomen werd de Columbia Accident Investigation Board opgericht. Dit onderzoek werd geleid door voormalig generaal Harold Gehman. Verder waren verschillende officials van de NASA en voormalige NASA astronaute Sally Ride, die ook deel uit maakte van het onderzoeksteam naar de Challengerramp, lid.

De onderzoeksraad concludeerde dat een stuk schuim van de externe brandstoftank van de Columbia tijdens de lancering de shuttle heeft geraakt waarbij er een fatale breuk ontstond in de vleugel van de shuttle. Problemen met dit schuim waren al bekend en er was in de jaren voor de lancering van de Columbia al over geschreven maar NASA had geaccepteerd dat dit bij dit soort ruimtevaart hoorde. De onderzoeksraad was van mening dat de NASA iets aan dit probleem moest doen.

NASA deed verschillende aanpassingen aan de externe tank en stelde ook nieuwe veiligheidsprocedures op voor de shuttle missies. Eén van die nieuwe regels stelde dat de bemanning na ieder lancering verschillende uren moest spenderen met het uitgebreid controleren van de hittetegels aan de onderzijde van de shuttle.

Voor altijd herdacht

jaarlijks wordt in januari een herdenkingsdag gehouden voor de verloren bemanning en alle andere astronauten die tijdens het uitoefenen van hun beroep om et leven kwamen. Er zijn verschillende gedenktekens opgericht voor de omgekomen bemanning. Zo zijn er ook zeven asteroïden vernoemd naar de zeven bemanningsleden van STS-107 en zeven Inukshuks – zeven stenen die de zeven mensen herdenken – staan op Devon Island in het Canadese poolgebied.

Bezoekers van het Kennedy Space center kunnen restanten van de Columbia 9en ook de Challenger) zien op een in 2015 geopende permanente tentoonstelling met als naam “Forever Remembered”. Er zijn worden brokstukken van de Columbia tentoongesteld en ook persoonlijke bezittingen van de omgekomen astronauten. Familie van de overleden astronauten heeft meegewerkt aan het opzetten van deze tentoonstelling.

Overigens hebben de experimenten die tijdens de laatste vlucht van de Columbia werden uitgevoerd bruikbare gegevens opgeleverd. Aan boord waren o.a. ringwormen (Caenorhabditis elegans) die de crash overleefden en die zich daarna met succes hebben voortgeplant. Enkele van de afstammelingen van deze ringwormen in mei 2011 weer aan boord van de space shuttle Endeavour.

 

Eerste publicatie: 20 januari 2018
Bron: space.com, NASA