Bemande ruimtevaart

Space shuttle Enterprise

Space shuttle Enterprise
De space shuttle Enterprise tijdens de tweede naderings- en landingstest op 13 september 1977. Credit: NASA/Public Domain

Enterprise, de eerste space shuttle, heeft nooit de ruimte gehaald. De Enterprise was niet in staat om een ruimtevlucht uit te voeren; de shuttle was gebouwd zonder motoren of een hitteschild. Desalniettemin leverde de shuttle een belangrijke bijdrage aan het space shuttleprogramma. De Enterprise was gebouwd als een testtoestel en hielp ook mee bij het populariseren van het space shuttleprogramma onder het grote publiek.

Na de ramp met de Columbia werd de Enterprise gebruikt als leverancier van reserveonderdelen. De delen van de Enterprise werden gebruikt om de theorie te testen dat vallend schuim tijdens de lancering de vleugel van de Columbia had kunnen beschadigen. De Enterprise overleefde de orkaan Sandy in 2012. De shuttle was toen al verplaatst naar het Intrepid Sea, Air & Space Museum in New York.

Enterprise was het resultaat van tientallen jaren van onderzoek. Tussen 1963 en 1975 onderzochten de NASA en de Amerikaanse luchtmacht methodes om gevleugelde voertuigen vanuit de ruimte naar de Aarde te vliegen en ze als een vliegtuig te laten landen. Er werden 6 verschillende prototypes gemaakt waarmee 223 glijvluchten werden gemaakt. De hiermee verkregen informatie werd gebruikt bij het ontwerp van de space shuttle.

Enterprise in een oogopslag

  • Eerste taxi test: 15 februari 1977
  • Eerste inactieve vlucht: 18 februari 1977
  • Eerste actieve vlucht: 18 juni 1977
  • Eerste vrije vlucht: 12 augustus 1977
  • Laatste vrije vlucht: 26 oktober 1977
  • Tijd in de ruimte: Niet (testtoestel)

Sterrenkracht

De shuttle werd oorspronkelijk “Constitution” genoemd. NASA had het plan om de shuttle op 17 september 1976 te presenteren en op die dag was het Constitution Day. Maar de fans van de sciencefictionserie Star Trek zagen dat toch wel een beetje anders. Tijdens de ontwikkeling van de shuttle organiseerden fans van de serie een campagne en stuurden ze brieven naar het Witte Huis waarin ze verzochten om de shuttle “Enterprise” te dopen.

De toenmalige president Gerald Ford ontving tienduizenden brieven. Men realiseerde zich dat dit een kans was om het shuttle programma populair te maken en dus werd de naam veranderd in Enterprise.

NASA organiseerde een feestje toen de shuttle uit de fabriek in Palmdale kwam. De volledige cast van de Star Trek serie was daar bij aanwezig. Ze poseerden allemaal voor de shuttle.

Vliegende doodskist

De Enterprise werd gebruikt voor vijf valtesten. Tijdens die valtesten konden astronauten ervaren hoe de shuttle zou vliegen tijdens de afdaling naar de Aarde. De shuttle zou als een soort van vliegende doodskist terugkeren naar de Aarde, dat wil zeggen zonder aandrijving. Piloten zouden met behulp van computers de shuttle aan de grond zetten en dat moest meteen goed gaan want even omkeren voor een tweede poging zou lastig worden.

De Enterprise maakte verschillende glijvluchten waarbij de shuttle vanaf de rug van een vliegtuig werd losgelaten en de shuttle zonder motoren zou landen.

Voorbereidingen om te gaan vliegen

Voor de shuttle de lucht in te brengen werden er eerst uitgebreide testen aan de grond gedaan. In februari 1977 werden er verschillende taxi testen gedaan waarbij de Enterprise boven op een aangepaste Boeing 747 werd gemonteerd. Dit vliegtuig, de SCA oftewel de Shuttle Carrier Craft, werd later ook gebruikt om de shuttles tussen Californië en Florida te transporteren in het geval er landingen op Edwards Air Force base hadden plaatsgevonden.

NASA maakte 5 vluchten met de SCA en de daarop gemonteerde shuttle. Tijdens die vluchten bleef de shuttle verbonden met de SCA. NASA wilde eerst heel uitgebreid alle procedures testen zodat ze er zeker van was dat alle systemen naar behoren functioneerden en de bemanning precies wist wat ze moesten doen. Tijdens die testvluchten was er geen bemanning aan boord van de shuttle. De testen waren vooral bedoeld om de aerodynamica te testen van de SCA als daar een 100-tons ruimtevaartuig op was gemonteerd.

Na deze 5 testvluchten volgden 3 vluchten waarbij de bemanning aanwezig was in de shuttle. De shuttle bleef tijdens die 3 vluchten verbonden met de SCA.

Op eigen vleugels

Op 12 augustus 1977 werd de Enterprise dan uiteindelijk voor het eerst echt losgelaten. Deze tresvlucht werd geleid door Fred Haise die bekend is als bemanningslid van de Apollo 13 en Gordon Fuellerton die later twee keer met een space shuttle naar de ruimte zou vliegen.

De Enterprise werd op ruim 7 kilometer hoogte losgelaten. Het duurde slechts 5 minuten en 21 seconden voordat de shuttle veilig landde op een opgedroogd zoutmeer in de buurt van Edwards Air Force Base.

Naast Haise en Fuellerton waren ook Joe Engle en Richard Truly betrokken bij de testvluchten van de Enterprise. In totaal werden er in 1977 5 testvluchten uitgevoerd. Tijdens de eerste 3 vluchten was er een grote kegel bevestigd aan de achterzijde van de shuttle op de plaats waar de motoren zich moesten bevinden. Die kegel werd tijdens de laatste 2 vluchten verwijderd om het gedrag van de shuttle tijdens een landing beter te kunnen simuleren.

NASA was zo tevreden over Engle en Truly dat ze, ondanks dat het onervaren astronauten waren, samen de tweede tweepersoons missie in de ruimte mochten uitvoeren

Testen en testen

De naderings- en landingstesten waren slechts een van de facetten van het shuttle programma die onderzocht moesten worden. Nadat NASA overtuigd was van het vliegende vermogen van de Enterprise ging men over tot andere testen. Er werden uitgebreide aerodynamische testen uitgevoerd, zowel vanaf de grond als met de shuttle gemonteerd op de SCA. Ook werd de Enterprise aan een externe brandstoftank en stuwraketten bevestigd om zo de configuratie tijdens de lancering te testen.

Het shuttle tijdperk begon met de Columbia die op 12 april 1981 als eerste space shuttle werd gelanceerd. Bijna 2 jaar later werd op 4 april 1983 de tweede shuttle, de Challenger gelanceerd. Het testen was afgelopen voor de Enterprise en de shuttle werd ingezet voor promotionele activiteiten.

In 1983 ging de Enterprise op wereldtournee.. De shuttle werd tentoongesteld in canada en in verschillende Europese landen waar de luchtvaartshow in Parijs misschien wel de bekendste van was. In 1984 werd de shuttle met behulp van de SCA van Vandenberg Air Force Base overgebracht naar Alabama en van daaruit werd de shuttle overgebracht naar de Wereldtentoonstelling in New Orleans.

Pensioen

Na bijna 10 jaar testen en promotionele activiteiten stuurde de NASA de Enterprise met pensioen. Op 18 november 1985 werd de shuttle overgebracht naar Washington om daar overgedragen te worden aan het Smithsonian Institute. Die hadden echter onvoldoende ruimte om de shuttle te tentoonstellen en dus werd de Enterprise gedurende bijna 20 jaar opgeslagen in een grote hangar. Het duurde tot december 2003 voordat het Smithsonian de Enterprise kon opnemen in een permanente tentoonstelling.

Tegen die tijd was wel een gedeelte van de Enterprise verwijderd voor onderzoeksdoeleinden. De onderdelen waren nodig om de ramp met de Columbia te onderzoeken. Onderzoekers vuurden stukken schuim van de externe brandstoftank af op de onderdelen van de Enterprise met de bedoeling de inslag van het schuim dat zorgde voor de fatale ongeluk met de Columbia tijdens de lancering, te onderzoeken.

De Enterprise bleef tot april 2013 in Washington. Daarna werd de shuttle verplaatst naar het Intrepid Sea, Air and Space Museum en kreeg het Smithsonian de gepensioneerde Discovery om tentoon te stellen.

Eerste publicatie:
Bron: space.com, NASA