Sterrenkunde koeterwaals

Sterrenkunde koeterwaals – Excentriciteit

Excentriciteit is een maat voor hoe cirkelvormig een baan is. Een excentriciteit van 0 betekent dat de baan perfect cirkelvormig is. Alles tussen 0 en 1 is een elliptische baan. Een excentrische baan van precies 1 is een parabool en dat is iets wat we niet als een echte baan beschouwen maar meer als een ontsnappingstraject zien. Alles met een waarde groter dan 1 levert een baan op in de vorm van een hyperbool en ook dat is een ontsnappingstraject.

De excentrische baan van Mercurius zorgt voor temperatuurverschillen gedurende het jaar. Een jaar dat overigens slechts 88 dagen duurt.

De excentriciteit van de baan van de Aarde bedraagt 0,0167 en is daarmee bijna een perfecte cirkel. Echter onder invloed van de kleine zwaartekrachtsinteracties met andere planeten in het zonnestelsel varieert die waarde over een periode van honderden of duizenden jaren.

Van de overige planeten heeft Mercurius met een waarde van 0,2 de hoogste excentriciteit en hebben Venus en Neptunus de kleinste. De buitenste Kuipergordelobjecten zoals de dwergplaneten Eris en Sedna hebben hele grote excentriciteiten. Zo bedraagt de kleinste afstand van Sedna tot de Zon 76 Astronomische Eenheden terwijl de grootste afstand 937 Astronomische Eenheden bedraagt. Dit levert een excentriciteit van 0,885 op.

De meeste langperiodieke kometen hebben een grote excentriciteit. Zo heeft bijvoorbeeld de komeet van Halley een waarde van 0,967. Dat is een erg lange, dunne ellips maar de komeet komt wel terug naar de binnenste delen van het zonnestelsel.

Een extreem voorbeeld is de interstellaire bezoeker ‘Oumuamua die een baanexcentriciteit had van 1,2 en dat betekent dat dit object nooit gravitationeel verbonden was met de Zon en slechts een passant was.

Bekende exoplaneten hebben doorgaans hogere excentriciteiten dan de planeten van ons zonnestelsel. Dit is waarschijnlijk te wijten aan een vertekening in ons vermogen om ze te detecteren. Onze huidige methodes voor het ontdekken van exoplaneten hebben de neiging om exoplaneten te vinden die ten opzichte van hun moedersterren groot zijn. In dit geval zal het systeem meestal één of enkele planeten hebben, in plaats van veel. De zwaartekrachtsinteractie van veel planeten helpt om de banen rond de maken en de algehele excentriciteit te verminderen. Omdat die systemen meestal maar één grote planeet hebben is er geen andere interactie om de baan van die planeet glad te strijken.

Dit artikel maakt deel uit van de serie Sterrenkunde – koeterwaals. Het zijn vertaalde en eventueel bewerkte berichten van de rubriek Astronomy 101 van de website UniverseToday