Sterrenkunde koeterwaals

Sterrenkunde koeterwaals – Wet van Hubble

In 1929 deed de astronoom Edwin Hubble een opmerkelijke meting. Eerder al had hij ontdekt dat de Andromedanevel helemaal geen nevel was maar een geheel ander sterrenstelsel dat volledig gescheiden was van onze Melkweg door miljoenen lichtjaren van koud niets. Hij breidde zijn eerste ontdekking verder uit en begon met het samenstellen van een catalogus van sterrenstelsels en hun afstanden tot ons.

Hubble op Mount Palomar
Foto van Hubble in de waarneemkooi van de 5.1 meer telescoop op Mount Palomar. De telescoop was bij oplevering in 1948 een waar toonbeeld van de toenmalige techniek. Credit: Mount Wilson en Mount Palomar Observatories/AIP

Met die catalogus in zijn hand deed hij berekeningen aan hun snelheden om vervolgens te ontdekken dat die sterrenstelsels zich van ons verwijderden. Wat meer is, hoe verder een sterrenstelsel van ons is verwijderd hoe sneller het zich terugtrekt. Hubble drukte deze relatie tussen afstand en snelheid uit met een heel eenvoudige vergelijking die we tegenwoordig de wet van Hubble noemen.

De wet van Hubble stelt eenvoudigweg dat de snelheid van verwijderen van een sterrenstelsel evenredig is met zijn afstand. De hoeveelheid van die evenredigheid wordt de Hubbleconstante genoemd en die interpreteren we als de huidige expansiesnelheid van het heelal.

De wet van Hubble is een cruciaal onderdeel van de Oerknaltheorie. Het is buitengewoon moeilijk om die resultaten te reproduceren in een andere theorie over de evolutie van de kosmos. Je kunt bijvoorbeeld een verklaring bedenken waarom sterrenstelsels zich van ons terugtrekken, maar je zult veel moeite moeten doen om uit te leggen waarom verder weg gelegen sterrenstelsels sneller verdwijnen. Maar in de Oerknaltheorie wordt de wet van Hubble normaal. Inderdaad, theoretische wetenschappers die vóór de meting van Hubble werkten voorspelden de uitdijing van het heelal en dat zoiets als de wet zou verschijnen.

In de Oerknaltheorie dijt het hele heelal uit. Met elke dag die voorbij gaat wordt de ruimte tussen sterrenstelsels groter en groter (natuurlijk gemiddeld, want soms kunnen sterrenstelsels botsen). Hoe meer afstand tussen ons en een sterrenstelsel hoe meer ruimte er is om uit te rekken en dus hoe snelle het sterrenstelsel van ons  weg lijkt te bewegen.

Deze meting van Hubble bevestigde de Oerknaltheorie als belangrijkste verklaring voor de geschiedenis van het heelal, een positie die veel alternatieven hebben geprobeerd, maar niet in slaagden, over te nemen.

We hebben ook nog een uitgebreider artikel over Edwin Hubble op Kuuke’s Sterrenbeelden.

Dit artikel maakt deel uit van de serie Sterrenkunde – koeterwaals. Het zijn vertaalde en eventueel bewerkte berichten van de rubriek Astronomy 101 van de website UniverseToday