Waarnemen

Waarom meer heldere sterren in deze tijd van het jaar?

Ons eigen sterrenstelsel
Op avonden in juni, juli en augustus kijken we richting het centrum van ons sterrenstelsel (de rode pijlen). Op avonden in december, januari en februari kijken we van het centrum weg (de blauwe pijlen). Op de afbeelding ook de hoofdarmen van ons sterrenstelsel en de locatie van de Zon in de Orion arm (Credit: NASA/JPL/Caltech/R.Hurt.)

Het maakt niet uit waar je in december, januari of februari ergens op Aarde bent, je kijkt naar heldere sterren onze lokale spiraalarm.

Gezien vanaf het noordelijk halfrond in de winter (of het zuidelijk halfrond de zomer) lijken de sterren helderder. Waarom? Nou, dat is gedeeltelijk te verklaren doordat op december, januari en februari avonden het deel van de Aarde waarop je je bevindt richting de spiraalarm van ons sterrenstelsel is gekeerd waartoe ook onze Zon behoort.

Als we de tegenovergestelde maanden van het jaar er bij nemen dan is de avondhemel op de gehele Aarde in de maanden juni, juli en augustus naar het centrum van ons sterrenstelsel gericht. Ons sterrenstelsel heeft een doorsnede van ongeveer 100.000 lichtjaar en het centrum is ongeveer 25.000 tot 28.000 lichtjaar van ons verwijderd. We kunnen het precieze centrum van ons sterrenstelsel niet zien omdat het door galactisch stof wordt verduisterd. Maar in de zomermaanden (of de wintermaanden op het zuidelijk halfrond) kijken we met een hoek door de galactische schijf heen en hebben we te maken met ongeveer 75.000 lichtjaar aan met sterren gevulde ruimte (de afstand van ons tot het centrum plus de afstand van het centrum naar de andere zijde van ons sterrenstelsel). Dus, op avonden in juni, juli en augustus kijken we naar het gecombineerde licht van miljarden en miljarden sterren.

Op avonden in december, januari en februari kijken we de andere kant op, we kijken dan naar de buitenwijken van ons sterrenstelsel en naar de spiraalarm waar onze Zon deel van uit maakt. In deze richting bevinden zich verschillende gigantische sterren en ze bevinden zich relatief dicht bij ons, in onze eigen wijk, in onze eigen spiraalarm om het zo te zeggen.

We zien dus op het noordelijk halfrond in de wintermaanden minder sterren omdat we maar ongeveer 25.000 lichtjaar van ons sterrenstelsel zien en we bovendien naar buiten toe kijken in plaats van naar het centrum.

Het gecombineerde licht van zo veel verre sterren op avonden in juni, juli en augustus zorgt er voor dat de sterrenhemel een beetje mistig is en daar hebben de avonden in december, januari en februari geen last van.

De spiraalarm van het sterrenstelsel waarin we ons bevinden wordt de Orion arm genoemd. Het is niet een van de primaire spiraalarmen van ons sterrenstelsel maar slechts een kleine spiraalarm. Onze Orion arm heeft een doorsnede van ongeveer 3500 lichtjaar. De Orion arm is ongeveer 10.000 lichtjaar lang. Onze Zon, de Aarde en alle andere objecten in ons zonnestelsel verblijven in deze Orion arm. We bevinden ons in het binnenste gedeelte van de arm op ongeveer halverwege de lengte van de arm.

De Orion arm wordt ook wel de Lokale arm genoemd of de Cygnus-Orion arm.

De Orion arm waarin de Zon zich bevindt
Onze lokale Orion arm van ons sterrenstelsel. Op de afbeelding de heldere sterren van de gordel van Orion en de heldere sterren Betelgeuze en Rigel van dit sterrenbeeld. Al deze sterren bevinden zich in de Orion arm. (credit: Wikipedia)

Je kent wellicht de heldere sterren van het wintersterrenbeeld Orion. Dit sterrenbeeld is zichtbaar gedurende de winter op het noordelijk halfrond. De sterren van dit sterrenbeeld maken ook deel uit van de Orion arm van ons sterrenstelsel. Deze arm is feitelijk vernoemd naar dit sterrenbeeld.

 

Eerste publicatie: 13 december 2017
Bron: EarthSky