Astronomisch Nieuws

Webb maakt adembenemende foto’s van de Orionnevel

Astronomen hebben met behulp van de James Webb Space Telescope de meest gedetailleerde afbeeldingen ooit gemaakt van het binnenste deel van de Orionnevel.

NIRcam-opname van de Orionnevel
Het binnenste gedeelte van de Orionnevel zoals gezien door de NIRCam van de Webb. Het is een samengestelde afbeelding van verschillende filters die de emissie van geïoniseerd gas, koolwaterstoffen, moleculair gas, stof en verstrooid sterlicht weergeeft. Het meest prominent is de Orion Balk, een muur van dicht gas en stof die van linksboven naar rechtsonder in deze afbeelding loopt en die de heldere ster Theta2 Orionis A bevat. Het tafereel wordt verlicht door een groep hete, jonge massieve sterren – bekend als het Trapezium – die zich net buiten de rechterbovenhoek van de afbeelding bevindt. De sterke en harde ultraviolette straling van het Trapezium creëert rechtsboven een hete, geïoniseerde omgeving die langzaam de Orion Balk weg erodeert. Moleculen en stof kunnen langer in de afgeschermde omgeving die de dichte Balk biedt, overleven maar de golf van stellaire energie zorgt voor een gebied dat een ongelooflijke rijkdom vertoont aan filamenten, globules, jonge sterren met schijven en holtes. Credit: NASA / ESA / CSA / PDRs4All ERS Team / Salomé Fuenmayor.

De Orionnevel is een diffuse nevel die ongeveer 1350 lichtjaar van de Aarde is verwijderd in de richting van het sterrenbeeld Orion. De nevel is ook bekend als NGC 1976, Messier 42, M42, LBN 974 en Sharpless 281 en heeft een doorsnede van ongeveer 24 lichtjaar.

Onder zeer goede waarneemomstandigheden is de nevel als een wollig vlekje zichtbaar rond de ster Theta Orionis. Deze ster bevindt zich in het zwaard van Orion dat aan zijn gordel hangt.

Sinds het begin van de geregistreerde astronomie was de Orionnevel bekend als een ster maar hij is zo opmerkelijk dat de nevel in 1610, al een jaar nadat Galileo Galilei als eerste een telescoop gebruikte, werd opgemerkt.

Gedetailleerde beschrijvingen van de nevel begonnen later in de 17de eeuw te verschijnen en het is sindsdien een populair doelwit gebleven voor iedereen met een telescoop.

Met een leeftijd van slechts 2 miljoen jaar is de Orionnevel een ideaal laboratorium oor het bestuderen van jonge sterren en sterren die nog aan het ontstaan zijn. De nevel biedt een glimp van wat er zou kunnen zijn gebeurd toen de Zon 4,6 miljard jaar geleden ontstond.

De nieuwe afbeeldingen van de nevel werden verkregen als onderdeel van het Early Release Science-programma Photodissociation Regions for All (PDRs4All) van de Webb.

De Orionnevel vastgelegd door de Webb Space Telescope
Het binnenste gebied van de Orionnevel zoals gezien door de NIRCam aan boord van de Webb Space Telescope: (i0 jonge ster met schijf rond een jonge ster; deze schijven worden fotoverdampt vanwege het sterke stralingsveld van de nabije sterren van het Trapezium, waardoor een cocon van stof en gas om hen heen ontstaat; bijna 180 van deze extern verlichte fotoverdampende schijven rond jonge sterren (ook wel proplyds genoemd) zijn ontdekt in de Orionnevel, en HST-10 (die op de foto) is een van de grootste die bekend is; de baan van Neptunus wordt ter vergelijking getoond; (ii) filamenten: het hele beeld is rijk aan filamenten van verschillende afmetingen en vormen; de inzet toont dunne, meanderende filamenten die bijzonder rijk zijn aan koolwaterstofmoleculen en moleculaire waterstof; ze worden verondersteld te zijn gecreëerd door turbulente bewegingen van het gas in de nevel; (iii) Theta2 Orionis A: de helderste ster in deze afbeelding is Theta2 Orionis A, een ster die net helder genoeg is om vanaf een donkere plek op Aarde met het blote oog te worden gezien; stellair licht dat weerkaatst wordt door stofkorrels veroorzaakt de rode gloed in de directe omgeving; (iv) jonge ster in een globule: wanneer dichte wolken van gas en stof als gevolg van de zwaartekracht instabiel worden storten ze in tot stellaire embryo’s die geleidelijk massiever worden totdat ze kernfusie in hun kern kunnen opstarten – ze beginnen te schijnen; deze jonge ster is nog steeds ingebed in zijn geboortewolk. Credit: NASA / ESA / CSA / PDRs4All ERS Team / Salomé Fuenmayor.

Volgens professor Els Peeters van de Universiteit van Western Ontario zijn ze verbluft door de adembenemende beelden. De voorbereidingen voor deze waarnemingen zijn al in 2017 gestart dus ze wacht al meer dan vijf jaar op de gegevens.

Het waarnemen van de Orionnevel was een uitdaging want de nevel is voor de uiterst gevoeliger instrumenten van de Webb erg helder.

Maar het blijkt dat de Webb een heel groot dynamisch bereik heeft. Van verre en zwakke sterrenstelsels tot Jupiter en Orion die enkele van de helderste infrarood bronnen aan de sterrenhemel zijn.

Volgen professor Peeters stelen deze nieuwe waarnemingen hen in staat om beter te begrijpen hoe massieve sterren de gas- en stofwolk waarin ze zijn geboren te transformeren.

Massieve jonge sterren zenden grote hoeveelheden ultraviolette straling rechtstreeks uit in de oorspronkelijke wolk die hen nog steeds omringd en dit verandert zowel de fysieke vorm van de wolk als zijn chemische samenstelling.

Hoe dit precies werkt en hoe het verdere ster- en planeetvorming beïnvloedt is nog niet goed bekend.

Opname van het centrale deel van de Orionnevel, gemaakt door de James Webb Space Telescope
Noordelijke gebied van de Orionnevel waargenomen met detector A van de NIRCam tijdens de waarneming van de Orion Balk. Kun jij de kikker vinden? Credit: NASA / ESA / CSA / PDRs4All ERS Team / Salomé Fuenmayor.

De nieuwe Webb-afbeeldingen onthullen talrijke spectaculaire structuren in de Orionnevel, tot op schalen die vergelijkbaar zijn met de grootte van het zonnestelsel.

Er zijn duidelijk verschillende verdichte filamenten zichtbaar. Deze draadvormige structuren kunnen een nieuwe generatie van sterren in de diepere regionen van de stof- en gaswolk bevorderen. Ook zijn er stersystemen zichtbaar die al aan het ontstaan zijn. Er zijn in de nevel jonge sterren waargenomen met een schijf van stof en gas waarin planeten worden gevormd.

Ook zijn er duidelijk kleine holtes zichtbaar, gegraven door nieuwe sterren, die worden weggeblazen door de intense straling en stellaire winden van pasgeboren sterren.

Proplyden bestaan uit een centrale protoster omgeven door een schijf van gas en stof waarin planeten worden gevormd. Verschillende protostellaire jets, uitstromen en aanstaande sterren ingebed in stof zijn verspreid over de afbeeldingen zichtbaar.

Astronomen zijn nooit in staat geweest om de ingewikkelde fijne details te zien van hoe interstellaire materie in deze omgevingen is gestructureerd, en om erachter te komen hoe planetaire systemen kunnen ontstaan in de aanwezigheid van deze harde straling.

Volgens astronomen onthullen deze beelden de erfenis van het interstellaire medium in planetaire systemen.

Eerste publicatie: 13 september 2022
Bron: Sci-News