Deepsky

Messier 64 – NGC 4826

Messier 64 is een spiraalstelsel op een afstand van 24 miljoen lichtjaar van de Aarde in de richting van het sterrenbeeld Coma Berenices – Haar van Berenice. Het sterrenstelsel heeft een schijnbare helderheid van magnitude 9,36. Het heeft de aanduiding NGC 4826 in de New General Catalogue en is ook bekend onder de bijnamen Zwarte Oogstelsel, Boze Oogstelsel.

Messier 64 beslaat een oppervlakte van 10,7 * 5,2 boogminuten en dat komt overeen met een lineaire diameter van 70.000 lichtjaar. Het is een populair object onder amateurastronomen want de heldere kern kan zelfs met kleine telescopen worden gezien.

Met een verrekijker is slechts een vage, onregelmatige lichtvlek te zien, maar met een 10 cm telescoop is de grote, heldere kern van het sterrenstelsel gemakkelijk te zien en bij bijzonder goede waarneemomstandigheden ook de grote donkere stofbaan.

De stofbaan is nog beter te zien met een 15 cm telescoop, terwijl met een 20 cm telescoop ook de buitenste regionen van het sterrenstelsel zichtbaar worden, die eruitzien als een grote halo van ijle nevel.

Messier 64 is niet bijzonder gemakkelijk te vinden. het sterrenstelsel bevindt zich ongeveer een graad ten noordoosten van de ster 35 Comae Berenices, die 4 tot 5 graden ten noordoosten van Alpha Comae Berenices – Diadem ligt. Dit is een dubbelster die in helderheid varieert tussen magnitude 4,29 en 4,35.

De bolhoop Messier 53 bevindt zich slechts 1 graad ten noordoosten van Diadem. Zowel de bolhoop als de ster liggen ongeveer 15 graden ten westen van Arcturus, de op drie na helderste ster aan de nachtelijke hemel. Messier 64 ligt 19 graden ten westen en iets ten noorden van Arcturus. De beste tijd van het jaar om messier waar te nemen is tijdens de lentemaanden.

Messier 64 in Coma Berenices
Messier 64 in Coma Berenices. By NASA and The Hubble Heritage Team (AURA/STScI) – http://hubblesite.org/newscenter/archive/releases/2004/04/image/a/ (direct link), Public Domain, Link

Messier 64 is bekend om de spectaculaire grote donkere stofband voor zijn heldere centrale gebied, waardoor het sterrenstelsel de bijnamen Zwarte Oog of Boze Oog heeft gekregen. De stofband heeft astronomen ook geholpen om te schatten welke kan van Messier 64 dichter bij ons ligt. Het lijkt de zuidkant van het sterrenstelsel te zijn.

Messier 64 maakt deel uit van de Canes Venatici I-groep, ook bekend als de Messier 94-groep of de Canes Venatici Wolk, een kleine, losse groep sterrenstelsels binnen de Virgocluster, gelegen in de sterrenbeelden Coma Berenices en Canes Venatici. De groep is vernoemd naar het heldere spiraalvormige sterrenstelsel Messier 64, gelegen in het sterrenbeeld Canes Venatici.

Messier 64 bevat ongeveer 100 miljard sterren. Het verwijdert zich van ons met een snelheid van 408 km/s. Tot nu toe zijn er geen supernova’s in waargenomen. Messier 64 bevat geen bekende Cepheïde-variabelen, wat zeer ongebruikelijk is voor een sterrenstelsel dat zich dicht bij ons staat. Dit betekent dat de afstand slechts geschat kan worden op 24 miljoen lichtjaar, maar verre van zeker is.

Messier 64 heeft twee tegenovergesteld draaiende schijven die ongeveer evenveel massa hebben, mogelijk als gevolg van een fusie met een kleiner satellietstelsel in een retrograde baan of van voortdurende accretie van gaswolken uit de interstellaire omgeving. De donkere stofbaan die het licht van het centrale gebied van het sterrenstelsel blokkeert, kan in feite materiaal zijn van het kleinere sterrenstelsel dat zich nog niet in het baanvlak van het grotere sterrenstelsel heeft gevestigd.

De binnenste schijf van Messier 64, met een straal van ongeveer 3000 lichtjaar, schuurt langs de buitenste schijf, die zich uitstrekt over ongeveer 40.000 lichtjaar en in tegengestelde richting draait met een snelheid van ongeveer 300 km/s.

Het wrijven van de twee tegengesteld draaiende schijven resulteert in een intense uitbarsting van stervormingsactiviteit in het gebied waar de gassen van de schijven botsen en worden samengeperst.

Terwijl het interstellaire gas in de buitenste regionen van het sterrenstelsel in tegengestelde richting draait ten opzichte van het gas en de sterren in de binnenste schijf, draaien alle sterren van Messier 64 in dezelfde richting.

In zijn boek Color Atlas of Galaxies uit 1988 stelde J.D. Wray dat Messier 64 kan worden beschouwd als ene prototype voor een klasse sterrenstelsels die bekend staat als Evolved Second Wave Activity Galaxies (ESWAG).

Dit zijn sterrenstelsels die een tweede golf van stervorming doormaken. Hun belangrijkste spiraalpatroon bevat sterren van gemiddelde leeftijd.

De stervormingsactiviteit ontwikkelde zich eerst aan de buitenkant en ging door zolang er voldoende interstellair materiaal in het gebied aanwezig was. Daarna kwam deze geleidelijk tot stilstand en begon pas weer toen nieuw materiaal zich begon op te hopen en terugstroomde vanuit de geëvolueerde sterren door stellaire wind, supernova-explosies en planetaire nevels.

Zodra er voldoende nieuw materiaal was, begon de vorming van nieuwe sterren opnieuw. In messier 64 lijkt de tweede golf stervormingsactiviteit het gebied te hebben bereikt waar de donkere stofbaan zicht baar is.

Messier 64 is een bekende radiobron, gecatalogiseerd als PKS 1254+21.

Messier 64 werd op 23 maart 1779 gevonden door de Engelse astronoom Edward Pigott. Hij schreef: …

… op 23 maart ontdekte ik een nevel in het sterrenbeeld Coma Berenices, die tot dan toe, naar ik aanneem, onopgemerkt was gebleven; althans niet vermeld in M. de la Lande’s Astronomy, noch in M. Messier’s uitgebreide Catalogue of Nebulous Stars [van 1771]. Ik heb hem waargenomen met een achromatisch instrument van drie voet lang en heb zijn gemiddelde R.A. afgeleid door hem te vergelijken met de volgende sterren […; wat resulteerde in een] gemiddelde R.A. van de nevel voor 20 april 1779 van 191d 28’ 38”.

Omdat het licht ervan buitengewoon zwak is, kon ik het niet zien in de twee voets lange telescoop van ons kwadrant, dus moest ik de declinatie eveneens bepalen met het transitinstrument. Ik denk echter dat de bepaling tot op twee minuten nauwkeurig is: de declinatie naar het noorden is dus 22d 53”1/4 [sic]. Ik schatte de diameter van deze nevel op ongeveer twee minuten van een graad.

De Duitse astronoom Johann Elert Bode ontdekte Messier 64 onafhankelijk daarvan 12 dagen later, op 4 april 1779. Hij schreef: “Op 4 april van dit jaar, toen ik ’s avonds de komeet boven Vindemiatrix in het sterrenbeeld Virgo lokaliseerde, heb ik een kleine nevelige ster gevonden, ongeveer 1 graad ten noordoosten van de 35e ster van Berenice’s Haar, met een lengtegraad van ongeveer 1 graad [Lib] [181d] en een breedtegraad van 26d noorderbreedte.”

De ontdekking van Bode was de eerste die werd gepubliceerd, gevolgd door die van Messier, terwijl de ontdekking van Pigott grotendeels werd genegeerd totdat Bryn Jones het object in april 2002 terugvond.

Charles Messier vond het object op 1 maart 1780 en voegde het als messier 64 toe aan zijn catalogus, waarbij hij het beschreef als een “nevel gevonden in Coma Berenices, die ongeveer half zo zichtbaar is als die onder het haar [Messier 53]. M. Messier heeft de positie ervan vermeld op de kaart van de komeet van 1779.”

William Herschel was de eerste die de donkere stofband van het sterrenstelsel vond. Hij was ook degene die verantwoordelijk was voor de naam Zwarte Oog. Na Messier 64 op 13 februari 1787 te hebben waargenomen noteerde hij: “Een zeer opmerkelijk object, mE [zeer langwerpig], ongeveer 12’ lang, 4’ of 5’’ breed, bevat één heldere vlek als een ster met een kleine zwarte boog eronder, zodat het de indruk wekt van wat men een blauw oog noemt, ontstaan door een gevecht.”

John Herschel catalogiseerde het object als h 1486 en voegde het later als GC 3321 toe aan de General Catalogue. Hij beschreef messier 64 als “helder; zeer groot; zeer uitgestrekt, zeer plotseling veel helderder naar het midden toe; goed onderzocht’, en voegde eraan toe: “Ik vergis me zeer als de kern geen dubbelster is, in de algemene richting van de nevel: een vergroting van 320 versterkt dit vermoeden nog eer; 240 laat goed een leegte onder (ten noorden van) de kern zien. De nevel is 8’ of9’ lang en 2’ breed.”

Messier 64 – NGC 4826

Type objectSpiraalstelsel
Klasse(R)SA(rs)ab, HIISy2
Namen een aanduidingenMessier 64
NGC 4826
Zwarte oogstelsel
Boze Oogstelsel
SterrenbeeldComa Berenices – Haar van Berenice
Afstand (miljoen lichtjaar – megaparsec)24 – 7,36
Aantal sterren (miljard)100
Schijnbare helderheid (magnitude)9,36
Schijnbare grootte (boogminuten)10,7 * 5,1
Straal (lichtjaar)35.000
Heliocentrische radiale snelheid (km/s)408
Galactocentrische radiale snelheid (km/s)400

Locatie

De locatie van Messier 64 - NGC 4826 in het sterrenbeeld Coma Berenices, - Haar van Berenice.
De locatie van Messier 64 – NGC 4826 in het sterrenbeeld Coma Berenices, – Haar van Berenice. Credit: Kuuke’s Sterrenbeelden – KStars

Eerste publicatie: 5 oktober 2025
Bron: Wikipedia, messier-guide & anderen