Messier 85 – NGC 4382
Messier 85 is een lensvormig of elliptisch sterrenstelsel in de Virgocluster. Messier 85 bevindt zich in het sterrenbeeld Coma Berenices – Haar van Berenice. Het sterrenstelsel is ongeveer 60 miljoen lichtjaar van de Aarde verwijderd en heeft een schijnbare helderheid van magnitude 10. In de New General Catalogue heeft het de aanduiding NGC 4382.
Messier 85 heeft een doorsnede van ongeveer 125.000 lichtjaar en beslaat een gebied van 7,1 * 5,5 boogminuten aan de hemel. Het sterrenstelsel is het meest noordelijke lid van de Virgocluster dat in de catalogus van Messier staat.
Het is een relatief zwak sterrenstelsel dat lastig is te zien in een 10 * 50 verrekijker. Kleine telescopen tonen alleen een wazige bal licht die in het centrum helderder is. Telescopen van 15 cm en 20 cm tonen een heldere, ronde vlek licht met een significant heldere kern. Echter een groter instrument zal niet meer detail tonen.
Het sterrenstelsel bevindt zich in de noordelijke hoek van de Virgocluster, waarvan het centrum ongeveer halverwege de heldere sterren Denebola in de Leeuw en Vindemiatrix in de Maagd kan worden gevonden. Messier 85 bevindt zich ongeveer 6° ten noordwesten van het centrum van de cluster. Het sterrenstelsel kan worden gevonden op 1° noordoost van de ster 11 Comae Berenices van magnitude 4,7. De beste tijd van het jaar om Messier 85 waar te nemen is gedurende de lente.

Messier 85 is ofwel een lichtsterk lensvormig sterrenstelsel of een elliptisch sterrenstelsel. Lange tijd werd gedacht dat het een lensvormig sterrenstelsel van type S0 was, maar recenter onderzoek wijst erop dat het in werkelijkheid een elliptisch sterrenstelsel van type E1 zou kunnen zijn. Messier 85 is in grootte en helderheid vergelijkbaar met Messier 84, een ander lid van de Virgocluster.
Messier 85 interageert met twee naburige sterrenstelsels: het spiraalstelsel NGC 4394 en het elliptische stelsel MGC 3-32-38.
Messier 85 heeft een kleinere buur ongeveer 8 boogminuten naar het oosten. Het balkspiraalstelsel NGC 4394, dat zich met dezelfde snelheid van ons verwijderd als Messier 85 – ongeveer 700 km/s – heeft een visuele helderheid van magnitude 11,2. Men vermoedt dat de twee sterrenstelsels een fysiek paar vormen. Messier 85 zelf beweegt zich met ongeveer 729 km/s van ons af.
Messier 85 bevat zeer weinig neutraal waterstof en de buitenste structuur wijst erop dat het ongeveer 4 tot 7 miljard jaar geleden met een ander sterrenstelsel is gefuseerd.
De sterren in het sterrenstelsel zijn overwegend oud. Het centrale gebied herbergt relatief jonge sterren, jonger dan 3 miljard jaar, waarvan sommige in een ring zijn gerangschikt. Men vermoedt dat deze sterren zijn ontstaan tijdens een late uitbarsting van stervormingsactiviteit.
Sommige studies geven aan dat de kern van Messier 85 een superzwaar zwart gat bevat met een massa van 100 miljoen zonsmassa, oftewel 25 keer zo zwaar als het zwarte gat in het centrum van de Melkweg. Resultaten van snelheidsdispersiewaarnemingen suggereren echter dat Messier 85 mogelijk helemaal geen zwart gat in zijn centrum heeft.
Op 20 december 1960 werd supernova SN 1960R waargenomen. Deze werd als een Type I geclassificeerd en bereikte een maximale helderheid van magnitude 11,7. De supernova wordt soms verward met een ster op de voorgrond van Messier 85, ten noordoosten van het centrum van het sterrenstelsel.
De allereerste lichtsterke rode nova (LRN) die als zodanig werd geïdentificeerd, werd op 7 januari 2006 waargenomen in Messier 85. De nova, aangeduid als M85 OT2006-1, vond plaats aan de rand van het sterrenstelsel. Lichtsterke rode nova’s ontstaan wanneer twee sterren botsen en zijn aanzienlijk helderder dan gewone nova’s, maar niet zo helder als supernova’s van Type Ia. Ze worden gekenmerkt door een rode kleur. Andere bekende lichtsterke rode nova’s zijn V838 Monocerotis in het sterrenbeeld Eenhoorn – Monoceros, V4332 Sagittarii in de Boogschutter – Sagittarius en M31 RV in het Andromedastelsel – Messier 31.
Messier 85 werd op 4 maart 1781 door de Franse astronoom Pierre Méchain gevonden. Hij rapporteerde de ontdekking aan zijn vriend Charles Messier, die de positie van het object bepaalde en het op 18 maart 1781 opnam in zijn catalogus. Diezelfde nacht ontdekte Messier nog zeven andere leden van de Virgocluster – Messier 84, Messier 86, Messier 87, Messier 88, Messier 89, Messier 90 en Messier 91 – ook vond hij in die nacht de bolvormige sterrenhoop Messier 92 in Hercules.
Messier beschreef het sterrenstelsel als een “nevel zonder sterren, boven en dicht bij het oor van de Maagd, tussen de twee sterren in Coma Berenices, nr. 11 en 14 van de Catalogus van Flamsteed”, en voegde eraan toe dat “deze nevel erg zwak is.”
William Herschel observeerde op 14 maart 1784 dit gebied aan de hemel en merkte op ”Twee oplosbare nevels; de voorgaande [westelijke] is de grootste, en met 157 lijkt er nog een kleine nevel aan verbonden te zijn, maar met 240 lijkt het een ster te zijn. De volgende nevel is II.55 [NGC 4394].”
John Herschel catalogiseerde Messier 85 in 1833 als h 1242 en nam het object later als GC 2946 op in zijn General Catalogue. Hij beschreef het als “zeer helder; vrij groot; rond; helderder richting het midden; ster noordwaarts voorafgaand [aan het NW].”
Messier 85 – NGC 4382
Type object | Lensvormig of elliptisch sterrenstelsel |
Classificatie | SA(s)0+ pec of E2 |
Namen en aanduidingen | Messier 85 NGC 4382 |
Sterrenbeeld | Coma Berenices – Haar van Berenice |
Afstand (miljoen lichtjaar – megaparsec) | 60 – 18,5 |
Aanstal sterren (miljard) | 400 |
Schijnbare helderheid (magnitude) | 10,0 |
Schijnbare grootte (boogminuten) | 7,1 * 5,5 |
Straal (lichtjaar) | 62.500 |
Roodverschuiving (km/s) | 729 |
Locatie

Eerste publicatie: 29 juni 2025
Bron: Wikipedia, messier-objects & vele anderen