maandag, januari 20, 2025
Deepsky

Messier 14

Messier is een bolhoop op een afstand van 30.000 lichtjaar van de Aarde in de richting van het sterrenbeeld Ophiuchus. De bolhoop heeft een schijnbare helderheid van magnitude 7,6 en heeft de aanduiding NGC 6402 in de New General Catalogue.

Messier 14 heeft een langgerekte vorm en bevat ongeveer 150.000 sterren. De bolhoop heeft een doorsnede van ongeveer 100 lichtjaar. De bolhoop is zichtbaar in verrekijkers maar niet met het blote oog. De helderste ster in de bolhoop heeft een visuele helderheid van magnitude 14 en de gemiddelde schijnbare helderheid van de 25 helderste sterren bedraagt magnitude 15,44.

De sterren in de bolhoop hebben slechts ongeveer 5% van de zwaardere elementen die in de Zon voorkomen. De leeftijd van de bolhoop wordt geschat op ongeveer 13 miljard jaar.

Messier 14 is een bolhoop van klasse VII wat betekent dat de sterren in het centrale gebied niet bijzonder geconcentreerd zijn. Het heldere deel van de bolhoop heeft een doorsnede van slechts 3 boogminuten maar de buitenste gebieden geven Messier 14 een totale grootte van 11,7 boogseconden.

Messier 14 in Ophiuchus - Slangendrager
By NOIRLAB / NSF / AURA -, CC BY 4.0,

Er zijn 70 variabele sterren gevonden in Messier 14. Veel van deze sterren zijn als W Virginis-variabelen geclassificeerd. Dit is een subklasse van Type II Cepheïden die algemeen voorkomen in bolhopen. Messier 14 bevat ook een aanzienlijk aantal RR Lyrae-variabelen, deze kunnen worden gebruikt om afstanden binnen de Melkweg te berekenen.

In 1938 werd er een nova waargenomen die een visuele helderheid van magnitude 9,2 bereikte. Deze nova werd pas in 1962 gevonden toen astronomen een serie fotografische platen uit die periode controleerden. De fotografische platen waren gemaakt door de Amerikaanse astronome Helen Sawyer Hogg tussen 1932 en 1963 met behulp van de 72 inch reflector van de Dominion Astrophysical Observatory in Brits Columbia. Het was de eerste nova die ooit werd gefotografeerd en de tweede die in een bolhoop werd gevonden, na de nova van 1860 in Messier 80.

In 1997 werd er een koolstofster gevonden in Messier 14. De met koolstof verrijkte kern van de ster bereikte het oppervlak nadat de ster zijn buitenste lagen had afgestoten na nauwe ontmoetingen met andere sterren in de bolhoop.

Messier 14 heeft een absolute helderheid van magnitude -9,12 en een totale lichtsterkte van 400.000 keer die van de Zon. De bolhoop lijkt zwakker dan Messier 10 en Messier 12, de twee andere bekende bolhopen in de Slangendrager, maar Messier 14 is wel de grootste van de drie en heeft een significant grotere intrinsieke lichtsterkte dan de andere twee. De bolhoop is bijna twee keer zo ver weg als Messier 12 en meer dan twee keer verder weg dan Messier 10.

Op 1 juni 1764 zag Charles Messier de bolhoop als eerste en hij nam hem op in zijn catalogus. Hij omschreef Messier 14 als volgt: “In dezelfde nacht van 1 op 2 juni 1764 ontdekte ik een nieuwe nevel in het gewaad dat de rechterarm van Ophiuchus bekleed; op de kaarten van Flamsteed bevindt hij zich op de parallel van de ster Zeta Serpentis: die nevel is niet aanzienlijk, zijn licht is zwak, maar hij is goed t zien met een gewone refractor van 3 voet en een halve; hij is rond en zijn diameter kan 2 boogminuten zijn; erboven en heel dichtbij staat een kleine ster van de negende magnitude. Ik heb om deze nevel te zien niets anders gebruikt dan de gewone refractor van 3 voet en een halve waarmee ik geen enkele ster heb opgemerkt; misschien zou men er met een groter instrument een kunnen waarnemen. Ik heb de positie van die nevel bepaald door zijn passage van de meridiaan, door hem te vergelijken met Gamma Ophiuchi, en het heeft geresulteerd in zijn rechte klimming 261d 18’ 29”, en voor zijn declinatie 3d 5’45” zuid. Ik heb die nevel gemarkeerd op de kaart van het schijnbare pad van de komeet die ik vorig jaar heb waargenomen (de komeet van 1769).

William Herschel nam de bolhoop in 1783 waar en hij was de eerste die de bolhoop in afzonderlijke sterren kon oplossen. Hij schreef op 30 juli: “Met een macht van 200 zie ik dat hij uit sterren bestaat. Ze zijn beter zichtbar met 300. Met 600 zijn ze te onduidelijk om te onderscheiden, hoewel de verschijning van sterren nog steeds bewaard is gebleven. Dit lijkt een van de moeilijkste objecten om op te lossen. Bij mij blijft er geen twijfel over; maar een ander persoon zou, om een oordeel te vormen, eerst alle verschillende gradaties van nevels moeten doorlopen die ik in sterren heb opgelost.”

Messier 14 bevindt zich 0,8° ten noorden en 10° ten oosten van Messier 10 en ongeveer 21° ten oosten en 0,4° ten noorden van de ster Delta Ophiuchi. De bolhoop kan worden gevonden op ongeveer een derde van de weg van Bèta naar Eta Ophiuchi.

De bolhoop bevindt zich ook langs de denkbeeldige lijn van Cebalrai, een oranje reus met een schijnbare helderheid van magnitude 2,76 en de 5de helderste ster in de Slangendrager, naar Antares, de heldere rode superreus in de Schorpioen.

Het heldere centrum en de zwakke buitenste halo van Messier 13 zijn in kleine telescopen zichtbaar maar een 20 cm telescoop zal de elliptische vorm van de bolhoop tonen. Individuele sterren kunnen alleen in telescopen met een opening van 30 cm en meer worden gezien.

De beste tijd van het jaar om de bolhoop te bekijken is in de maanden mei, juni en juli. De veel zwakkere bolhoop NGC 6366 bevindt zich 3° ten zuidwesten van Messier 14.

Messier 14 – data

Type objectBolhoop, bolvormige sterrenhoop
KlasseVIII
Namen en aanduidingenMessier 14
NGC 6404
HD 159974
SterrenbeeldOphiuchus – Slangendrager
Afstand (lichtjaar – parsec)30.300 – 9300
Leeftijd (miljard jaar)13
Aantal sterren150.000
Schijnbare helderheid (magnitude)7,6
Absolute helderheid (magnitude)-9,12
Schijnbare grootte (boogminuten)11
Straal (lichtjaar)50

Locatie

De locatie van Messier 14 in het sterrenbeeld Ophiuchus – Slangendrager.
De locatie van Messier 14 in het sterrenbeeld Ophiuchus – Slangendrager.  Credit: IAU and Sky & Telescope magazine (Roger Sinnott & Rick Fienberg)

Eerste publicatie: 5 januari 2025