vrijdag, december 6, 2024
kalendersSpecials

De Romeinse kalender

Wat is de Romeinse kalender?

Keizer Augustus
Keizer Augustus naar wie de maand augustus is vernoemd. Hij regeerde van 27 v. Chr. tot 14 na Chr.

De Romeinse kalender vormt de historische achtergrond voor de Christelijke kalender. Een groot deel van de structuur van de kalender die we tegenwoordig gebruiken is gelijk aan de structuur van de oude Romeinse kalender.

Voor 45 voor Christus was de Romeinse kalender maar een rommeltje en veel van onze kennis over deze kalender is gebaseerd op gokwerk.

Het jaar startte op 1 maart en het bestond uit 304 dagen oftewel 10 maanden. Men kende in het begin de maanden Martius, Aprilis, Maius, Junius, Quintilis, Sextilis, September, Oktober, November en December. Deze 304 dagen werden gevolgd door een onbenoemde en ongenummerde winterperiode. De Romeinse koning Numa Pompilius (± 715 – 673 voor Christus) introduceerde naar verluidt de maanden februari en januari (in deze volgorde) Tussen december en maart waarmee de lengte van het jaar toenam tot 354 of 355 dagen. In 450 voor Christus werd februari naar zijn huidige positie verplaatst tussen Januari en Maart.

Om te corrigeren voor het tekort aan dagen in een jaar werd er in sommige jaren een extra maand toegevoegd die Intercalaris of Mercedonius werd genoemd en die een lengte had van 22 of 23 dagen. Over een periode van 8 jaar leverde dat dan de volgende lengte van de jaren op:

1 12 maanden of 355 dagen
2 13 maanden of 377 dagen
3 12 maanden of 355 dagen
4 13 maanden of 378 dagen
5 12 maanden of 355 dagen
6 13 maanden of 377 dagen
7 12 maanden of 355 dagen
8 13 maanden of 378 dagen

In totaal zijn dit 2930 dagen die over een komen met gemiddelde van 366,25 dagen per jaar. Men ontdekte dat het jaar hiermee te lang werd en daarom werden er later 7 dagen van het 8-ste jaar weggestreept om aan een gemiddelde van 365,375 dagen per jaar te komen.

Dit is de theorie. In de praktijk was het de taak van de priesters om de kalenders bij te houden. Maar helaas slaagden ze hier niet in, deels door onkunde maar ook omdat ze werden omgekocht om sommige jaren langer te maken en andere jaren korter. Daarnaast werden schrikkeljaren beschouwd als brengers van ongeluk en daarom werden ze in tijden van crisis vermeden. Bijvoorbeeld tijdens de Tweede Punische Oorlog.

Om orde in de chaos te scheppen was het nodig om een kalenderherziening door te voeren. In 45 voor Christus werd door Julius Caesar de Juliaanse kalender geïntroduceerd maar voordat deze herziene kalender gebruikt kon worden waren er drastische maatregelen nodig om de corrigeren voorde vele weggelaten schrikkelmaanden. 46 voor Christus werd daarom een jaar met 15 maanden en 455 dagen. Dit jaar wordt “het laatste jaar van de verwarring” genoemd.

In onderstaande tabel vindt je een gefundeerde schatting van de lengte van de maanden in in de jaren 47 voor Christus (wat een Romeins jaar was) en 46 voor Christus (wat een afwijkend jaar was):

Maand 47 v. Chr. 46 v. Chr
Januarius 29 29
Februarius 28 24
Intercalaris 27
Martiius 31 31
Aprilis 29 29
Maius 31 31
Junius 29 29
Quintilis 31 31
Sextilis 29 29
September 29 29
Oktober 31 31
November 29 29
*** 33
*** 34
December 29 29
Totaal 355 445

De namen van de twee extra maanden tussen November en December zijn onbekend. Er is gesuggereerd dat ze Undecember en Duodecember werden genoemd maar dit is twijfelachtig om dat dit zou betekenen dat de namen van de laatste vier maanden waren afgeleid van de Latijnse woorden voor negen, elf, twaalf en tien (in deze volgorde).

De lengte van de maanden vanaf 45 v. Christus zijn even lang als de tegenwoordige lengte van de maanden.

Af en toe leest men het volgende verhaal:

Julius Caesar maakte alle oneven maanden 31 dagen lang en alle even maanden 30 dagen lang met uitzondering van februari die in niet-schrikkeljaren 29 dagen lang was. In 44 v. Christus werd de maand Quintilis hernoemd naar Julius (Juli) ter ere van Julius Caesar en in 8 v. Christus werd de maand Sextilis hernoemd naar Augustus ter ere van keizer Augustus. Toen Augustus een maand naar zich zag vernoemd wilde hij dat die maand de volle 31 dagen zou duren en daarom nam hij februari 1 dag af en veranderde hij de lengte van de andere maanden zodat augustus 31 dagen zou tellen.

Bovenstaande berust niet op feiten. Men denkt dat het in de 13-de eeuw is bedacht door de Frans-Engelse wetenschapper Johannes de Sacrobosco.

Hoe telden de Romeinen de dagen?

De Romeinen nummerden de dagen niet achtereenvolgens door bij één te beginnen In plaats daarvan hadden ze drie vaste punten per maand:

Kalendae (of Calendae), dit was de eerste dag van de maand.

Idus, dit was de dertiende maand in januari, februari, april, juni, augustus, september, november en december.

Nonae, dit was de negende dag voor Idus (waarbij Idus zelf als de eerste dag telt).

De dagen tussen Kalendae en Nonae werden genoemd “de vijfde dag voor Nonae”, “de vierde dag voor Nonae”, “de derde dag voor Nonae” en “de dag voor Nonae” (men kende geen tweede dag voor Nonae). Dit had te maken met de mnaier van tellen door de Romeinen. Voor hen was Nonae zelf de eerste dag en zou de “tweede dag er voor” en “de dag er voor” dezelfde betekenis hebben.

Op dezelfde manier werden de dagen tussen Nonae en Idus genoemd: “de x-de dag voor Idus” en de dagen na Idus werden “de x-de dag voor Kalendae”genoemd.

Julius Caesar schreef per decreet voor dat in schrikkeljaren “de zesde dag voor Kalendae van Maart”, dubbel moest zijn. Dit is anders dan in ons huidige systeem waarin we de extra dtum introduceren op 29 februari. De Romeinen hadden gewoon twee keer achter elkaar dezelfde datum. Het dubbelen van “de zesde dag voor Kalendae van Maart” is de oorsprong van het woord “bissextile”. Als we een lijst opstellen van de overeenkomsten tussen de Romeinse dagen en onze huidige dagen van Februari in een schrikkeljaar dan ziet die lijst er als volgt uit:

Romeinse datum Moderne datum
7-de dag voor Kalendae van maart 23 februari
6-de dag voor Kalendae van maart 24 februari
6-de dag voor Kalendae van maart 25 februari
5-de dag voor Kalendae van maart 26 februari
4-de dag voor Kalendae van maart 27 februari
3-de dag voor Kalendae van maart 28 februari
De dag voor Kalendae van maart 29 februari
Kalendae van maart 1 maart

Omdat de schrikkeldag op de “6-de dag voor Kalendae van Maart” viel worden zowel 24 als 25 februari nu nog steeds vaak als de schrikkeldag beschouwd.

Waarom koos Caesar er voor om de 6-de dag voor Kalendae van maart te dubbelen? Sommige bronnen zeggen dat de schrikkelmaand Intercalaris/Mercedonius van de kalender voor de hervorming niet achter februari was geplaatst maar er tussen in namelijk tussen de 7-de en de 6-de dag voor Kalendae van maart. Het was daarom heel normaal om de schrikkeldag op dezelfde plaats te hebben.

Eerste publicatie:

© 2016, Claus Tøndering. Dit artikel is vertaald en gepubliceerd volgens de richtlijnen van de copyright houder.