Epsilon Indi
Epsilon Indi is een stersysteem op een afstand van 11,88 lichtjaar van de Aarde in de richting van het zuidelijke sterrenbeeld Indus – Indiaan. Met een schijnbare helderheid van 4,83 is het stersysteem zichtbaar met het blote oog.

Epsilon Indi is een van de meest nabije sterren tot de Aarde, de hoofdcomponent van het systeem heeft een exoplaneet, Epsilon Indi Ab, waarvan het bestaan in 2018 werd bevestigd. De planeet werd in 2024 met de Webb Space Telescope vastgelegd.
Stersysteem
Het Epsilon Indi-systeem bestaat uit Epsilon Indi A, een oranje hoofdreeksster van spectraalklasse K5V en een paar bruine dwergen van spectraalklasse T1 en T6, aangeduid als Epsilon Indi Ba en Epsilon Indi Bb. De bruine dwergen zijn 0,183 lichtjaar (1460 AE) gescheiden van de hoofdcomponent.
Epsilon Indi A heeft een massa van 0,782 zonsmassa en een straal van 0,711 keer die van de Zon. Met een effectieve temperatuur van 4650 Kelvin bedraagt de lichtsterkte 0,21 keer die van de Zon. De ster draait met een snelheid van 2,00 km/s en heeft daarmee 35,73 dagen nodig om eenmaal om zijn as te draaien. De leeftijd van de ster wordt geschat op 3,5 miljard jaar.
Epsilon Indi Ba en Bb werden in 2003 ontdekt. De substellaire objecten hebben een baanperiode van 11,02 jaar en zijn 2,4 AE van elkaar gescheiden, dit komt overeen met een hoekdiameter van 661,6 milliboogseconden.
Beide bruine dwergen hebben de stellaire classificatie T. Bruine dwergen van klasse T zijn koele substellaire objecten met prominente lijnen van methaan in hun spectra, waarvan de emissielijnen in het infrarood liggen.
Epsilon Indi Ba heeft een massa van 66,9 Jupitermassa en een straal van 8% van die van de Zon en Epsilon Indi Bb heeft een massa van 53,3 Jupitermassa en een straal van 8,2% van die van de Zon. Epsilon Indi Ba is de warmste van de twee, met een oppervlaktetemperatuur van 1352 – 1385 Kelvin, terwijl Epsilon Indi Bb een effectieve temperatuur heeft van 976 – 1011 Kelvin.
Waarnemingen in 1997 met de Spitzer Space Telescope vonden geen overtollige infra-roodemissie van het Epsilon Indi-systeem, wat zou duiden op de aanwezigheid van een puinschijf.
Planeet
Epsilon Indi A heeft een bevestigde exoplaneet, Epsilon Indi Ab. De gasreus heeft een massa van 6,31 Jupitermassa en draait op een afstand van ongeveer 28,4 AE om zijn moederster. De baanperiode duurt 173,6 jaar en de excentriciteit van de baan is 0,4.
Epsilon Indi Ab is de op één na meest nabije bekende Jupiter-exoplaneet tot de Zon, na Epsilon Eridani b in het Epsilon Eridani-systeem, Epsilon Indi Ab ligt bijna net zo ver van zijn moederster als Neptunus van de Zon en is een van de koudste exoplaneten die ooit zijn gevonden. De geschatte temperatuur is slechts 2 °C. de planeet is ongeveer 100°C warmer dan de gasreuzen in ons eigen zonnestelsel.
Het bestaan van Epsilon Indi Ab werd in 2018 bevestigd maar het bestaan ervan werd al in 2022 vermoed ten radiale snelheidsmetingen wezen op de aanwezigheid van een begeleidende planeet die om Epsilon Indi A draaide met een periode van meer dan 20 jaar. Waarnemingen met de High Accurary Radial Velocity Planet Searcher (HARPS) in 2013 ondersteunden de aanwezigheid van een planeet die om de ster draaide.
In 2018 werd de aanwezigheid van een koude Jupiter met een massa van minstens 2,71 Jupitermassa en een omlooptijd van 52,62 jaar bevestigd.
In 2023 werd een massa van 3 Jupitermassa, een halve lange as van 8,8 AE en een baanexcentriciteit van 0,48 berekend.
In 2023 werd de exoplaneet rechtstreeks waargenomen met behulp van de Webb Space Telescope. De afbeelding, die in 2024 werd vrijgegeven, toont de planeet als een puntbron. Epsilon Indi Ab is de meest nabije exoplaneet tot de Aarde die rechtstreeks is waargenomen.
Waarnemingen met de Webb Space Telescope vonden een andere massa en banelementen voor Epsilon Indi Ab dan de studies op basis van radiale snelheid en astrometrische metingen. De astronomen vonden een massa van 6,31 Jupitermassa, een halflange as van 28,4 AE en een excentriciteit van 0,4. De mid-infraroodbeeldvorming met het MIRI-instrument van Webb toont een scheiding van 4,1 boogseconden tussen de planeet en de ster, terwijl waarnemingen met de VLT-imager op de Very Large Telescope (VLT) een scheiding van 4,8 boogseconden tonen.
Astronomen ontdekten dat Epsilon Indi Ab zwakker leek dan verwacht bij kortere golflengtes van licht. Dit kan duiden op aanzienlijke hoeveelheden methaan, kolstofdioxide en koolstofmonoxide in de atmosfeer van de planeet.
Wetenswaardigheden
Epsilon Indi bevindt zich op een afstand van 22,87 lichtjaar van de Aarde en is de 26ste meest nabije individuele ster tot de Zon. De ster staat slechts iets dichterbij dan de zonachtige ster Tau Ceti op 11,92 lichtjaar.
Epsilon Indi Ba en Bb zijn de 6de en 7de meest nabije bekende bruine dwergen, na Luhman 16 A en B in het sterrenbeeld Vela – Zeilen, WISE 0855-0714 in Hydra – waterslang, Sirius B in Canis Major – Grote Hond en Procyon B in Canis Minor – Kleine Hond.
De planeet Epsilon Indi Ab is de 12de meest nabije exoplaneet tot de Zon die tot nu toe is gevonden en de meest nabije planeet die massiever is dan Jupiter.
Epsilon Indi heeft de 9de hoogste eigenbeweging van alle bekende sterren en de 3de hoogste eigenbeweging van zichtbare sterren, na 61 Cygni in het sterrenbeeld Cygnus – Zwaan en Groombridge 1830 – de ster van Argelander in Ursa Major – Grote Beer. Als gevolg hiervan zal Epsilon Indi rond 2640 de grens met het naburige sterrenbeeld Tucana – Toekan oversteken.
De sterrenwind van Epsilon Indi A produceert een boeggolf op ongeveer 63 AE van de ster. De beëindigingsschok is gemeten tot wel 140 AE van de ster.
De bruine dwergen in het Epsilon Indi-systeem werden in 2003 gevonden. Astronomen vonden aanvankelijk een enkele bruine dwerg, Epsilon Indi B, met een massa van 40 tot 60 Jupitermassa die rond Epsilon Indi draaide op een afstand van ongeveer 1500 AE. Enkele maanden later werd ontdekt dat het object een binaire bruine dwerg was met een omlooptijd van ongeveer 15 jaar en een onderlinge afstand van 2,1 AE.
Over ongeveer 17.500 jaar zal Epsilon Indi het dichtste bij de Zon komen, de kleinste afstand zal ongeveer 10,58 lichtjaar worden.
De dichtstbijzijnde buren van Epsilon Indi zijn de rode dwergen Lacaille 8760 – Ax Microscopii op 4,2 lichtjaar, Lacaille 9352 in Piscis Austrinus op 4,7 lichtjaar en Gliese 832 in Grus op 4,8 lichtjaar.
Epsilon Indi werd in 1847 door Heinrich Louis d’Arrest ontdekt als een ster met een hoge eigenbeweging. De Duitse astronoom vergeleek de positie van de ster in de catalogi van Lacaille, Brisbane en Taylor in de loop van de eeuw en ontdekte dat de positie was veranderd.
De parallax van de ster werd in 1882-83 vanaf kaap de Goede Hoop gemeten door de Schotse astronoom David Gill en de Amerikaanse astronoom William Elkin. De astronomen vonden een parallax van 0,22 boogseconden.
De Amerikaanse astronoom Harlow Shapley vond in 1923 een parallax van 0,45 boogseconden en een afstand van 7 lichtjaar met een onnauwkeurigheid van 15%. Destijds werd aangenomen dat Epsilon Indi de op één na meest nabije zichtbare ster was, na Alpha Centauri.
In 1972 werden Epsilon Indi, Epsilon Eridani en Tau Ceti door de Copernicussatelliet gescand op tekenen van laseremissie maar er werden er geen gedetecteerd.
In 2007 noemden de Amerikaanse astronomen Margaret Turnbull en Jill Tarter Epsilon Indi de ster met de grootste kans op planeten die complex leven kunnen ondersteunen. De astronomen stelden een lijst samen van 17.129 nabije sterren met een lage massa die minstens 3 miljard jaar oud zijn en een hoog ijzergehalte hebben, wat nodig is om rotsachtige planeten te vormen.
Turnbull noemde Epsilon Indi A als een van de vijf belangrijkste doelen voor de voorgestelde Terrestrial Planet Finder, samen met Epsilon Eridani – Ran, Omicron2 Eridani – Keid – 40 Eridani, Toliman – Alpha Centauri B en Tau Ceti. Het TFP-project werd in 2011 na verschillende uitstelpogingen geannuleerd.
In 2019 noemde Giada Arney van het Planetary Systems Laboratory van het Goddard Space Flight Center van de NSASA, Epsilon Indi als een van de belangrijkste doelen voor biosignatuuronderzoeken en tekenen van geëvolueerd leven, samen met 61 Cygni – de Ster van Bessel, Groombridge 1618 in Ursa Major – Grote Beer en Guniibuu – 26 Ophiuchi.
Deze K-type sterren )oranje dwergen) bevinden zich vermoedelijk in een “sweet spot” tussen zonachtige sterren en rode dwergen. Arney’s analyse wees uit dat K-type sterren waarschijnlijker planeten herbergen met aanzienlijke hoeveelheden zuurstof en methaan in hun atmosfeer, wat een sterke biosignatuur is. In tegenstelling tot M-type sterren (rode dwergen) zijn ze niet vatbaar voor dramatische sterrenvlammen.
Gezien vanaf een hypothetische planeet in het Epsilon Indi-systeem zou de Zon zichtbaar zijn als een ster van magnitude 2,6 in het sterrenbeeld Ursa Major. De Zon zou zich in de buurt van de subreus Upsilon Ursae Majoris bevinden. De dichtstbijzijnde buur van de Zon, Alpha Centauri, zou ook in de Grote Beer zijn te vinden, in het gebied van het asterisme “Drie Sprongen van de Gazelle”.

Epsilon Indi werd met naam gebruikt in verschillende afleveringen van de verschillende Star Trek-series. In het Star Trek-heelal is Epsilon Indi de moederster van Andoria, de thuisplaneet van de Andorians.
Naamgeving
Epsilon Indi is een zwakke ster diep in de zuidelijke sterrenhemel en heeft geen eigennaam die door de Internationale Astronomische Unie is toegekend. Ook heeft de ster geen traditionele namen.
Locatie
Epsilon Indi bevindt zich in het gebied tussen de zuidelijke vogelsterrenbeelden Grus – Kraanvogel, Tucana – Toekan en Pavo – Pauw. De ster bevindt zich op ongeveer 1/3de van de afstand tussen Alpha Tucanae naar Alnair, de helderste ster in Kraanvogel.
Met een schijnbare helderheid van magnitude 4,83 is de ster zichtbaar in gebieden zonder al te veel lichtvervuiling. De ster is nooit zichtbaar ten noorden van de 32ste breedtegraad.

Sterrenbeeld
Epsilon Indi bevindt zich in het sterrenbeeld Indus – Indiaan. De ster markeert een van de pijlen in de linkerhand van de hemelse Indiaan.
Indus is een van de kleine, zwakke sterrenbeelden die aan het einde van de 16de eeuw door Nederlandse ontdekkingsreizigers werden benoemd. Grotendeels onzichtbaar voor noordelijke waarnemers was het sterrenbeeld voor Europeanen onbekend totdat de Nederlands-Vlaamse astronoom Petrus Plancius het sterrenbeeld in 1597 of 1598 opnam op zijn hemelglobe. Het sterrenbeeld werd in 1603 door Johann Bayer opgenomen in zijn atlas Uranometria.
Indus – Indiaan beslaat een oppervlakte van 294 vierkante garden aan de sterrenhemel en is daarmee het 49ste grootste sterrenbeeld. Het bevat geen helderdere sterren dan magnitude 3,0. De helderste ster van het sterrenbeeld, Alpha Indi – de Perzische – heeft een schijnbare helderheid van magnitude 3,11 en is 99,1 lichtjaar van ons verwijderd.
Andere noemenswaardige sterren in de Indiaan zijn de variabele oranje reus Bèta Indi, het binaire systeem Delta Indi, het meervoudige stersysteem Theta Indi, de semiregelmatige variabele rode reus T Indi en de oranje reuzen Zeta Indi, Mu Indi en HD 207229. Deze laatste ster heeft een gasreus om zich heen draaien.

De Indiaan bevat geen heldere nevels of sterrenhopen maar wel veel sterrenstelsels. Het sterrenbeeld bevat een deel van de Pavo-Indus Supercluster van sterrenstelsels die zich uitstrekt over de naburige sterrenbeelden Pavo – Pau en Telescopium – Telescoop. De helderste sterrenstelsels in Indus zijn onder andere de spiraalstelsels NGC 7090, NGC 7038, NGC 7124 en NGC 7083, de elliptische sterrenstelsels NGC 7196, NGC 7029 en de lensvormige stelsels NGC 7049 en NGC 7041.
De beste tijd van het jaar om de sterren en deepsky-objecten in de Indiaan te bekijken is tijdens de maand september als het sterrenbeeld vroeg in de avond hoger boven de horizon klimt. Het gehele sterrenbeeld is zichtbaar ten zuiden van de 15de breedtegraad.
De 10 helderste sterren in Indus – Indiaan zijn Alpha Indi (mag. 3,11), Bèta Indi (mag. 3,67), Theta Indi (mag. 4,40), Delta Indi (mag. 4,40), Eta Indi (mag. 4,52), Epsilon Indi (mag. 4,83), Zeta Indi (mag. 4,90), Iota Indi (mag. 5,06), Mu Indi (mag. 5,17), and Nu Indi (mag. 5,28).
Epsilon Indi
Spectraalklasse | K5V + T1 + T6 |
Schijnbare helderheid (magnitude) | 4,83 |
Absolute helderheid (magnitude) | 6,89 |
Afstand Epsilon Indi A (lichtjaar – parsec) | 11,88 – 3,68 |
Afstand Epsilon Indi B (lichtjaar – parsec) | 12,05 – 3,70 |
Radiale snelheid (km/s) | -40,43 |
Sterrenbeeld | Indus – Indiaan |
Namen en aanduidingen | Epsilon Indi HD 209100 |
Epsilon Indi A
Massa (zon=1) | 0,782 |
Lichtsterkte (zon=1) | 0,21 |
Straal (zon=1) | 0,71 |
Temperatuur (Kelvin) | 4650 |
Leeftijd (miljard jaar) | 3,5 |
Rotatieperiode (dagen) | 35,73 |
Rotatiesnelheid (km/s) | 2,00 |
Epsilon Indi Ba
Massa (jupiter=1) | 66,92 |
Lichtsterkte 9zon=1) | 2,04 * 10-5 |
Straal (zon=1) | 0,080 |
Temperatuur (Kelvin) | 1352 – 1385 |
Epsilon Indi Bb
Massa (Jupiter=1) | 53,25 |
Lichtsterkte (zon=1) | 5,97 * 10-6 |
Straal (zon=1) | 0,082 |
Temperatuur (Kelvin) | 976 – 1011 |
Eerste publicatie: 7 september 2025
Bron: wikipedia, nasa, eso & vele anderen