Messier 48 – NGC 2548
Messier 48 is een opensterrenhoop op een afstand van 1500 lichtjaar in de richting van het sterrenbeeld Hydra – Waterslang. De sterrenhoop heeft een schijnbare helderheid van magnitude 5,5 en draagt in de New General Catalogue de aanduiding NGC 2548.
Onder goede waarneemomstandigheden is de sterrenhoop met het blote oog zichtbaar. Messier 48 bevindt zich op de grens met het sterrenbeeld Monoceros – Eenhoorn. Het is een opvallend esterrenhoop die een oppervlakte van ongeveer 54 boogminuten beslaat. Dit komt overeen met een diameter van 23 lichtjaar.
Het geconcentreerde centrale gebeid van Messier 48 strekt zich uit over een gebied van meer dan 30 boogminuten. De beste tijd van het jaar om de sterrenhoop waar te nemen is in de maanden december, januari en februari. Gebruik een lage vergroting want de sterrenhoop beslaat een gebied van bijna twee volle manen aan de sterrenhemel.
De sterrenhoop is gemakkelijk met een verrekijker en kleine telescopen te zien. Er zijn ongeveer 50 sterren met een visuele helderheid van magnitude 13 zichtbaar. Messier 48 bevat minstens 80 sterren, waaronder drie reuzen van spectraalklasse G tot en met K. de heetste ster in de sterrenhoop heeft de classificatie A2 en een visuele helderheid van magnitude 8,8. De ster is ongeveer 70 keer lichtsterker dan de Zon. De leeftijd van Messier 48 wordt geschat op 300 miljoen jaar.

Messier bevindt zich 14° ten zuidoosten van Procyon, de helderste ster in Canis Minor – Kleine Hond of 3° ten zuidoosten van Zeta Monocerotis, een gele superreus met een schijnbare helderheid van magnitude 4,36 in het sterrenbeeld Eenhoorn – Monoceros.
Charles Messier voegde de sterrenhoop op 19 februari 1771 toe aan zijn catalogus. Messier 48 werd echter lange tijd als verloren beschouwd en dat kwam doordat de door Messier verstrekte coördinaten niet overeenkwamen met die van NGC2548; zijn declinatie zat er 5° naast.
Messier beschreef de sterrenhoop als een “cluster van zeer kleine sterren, zonder nevel”, en merkte op dat “deze cluster zich op korte afstand bevindt van de drie sterren die het begin van de staart van de Eenhoorn vormen.”
Het was de Duitse astronoom Oswalt Thomas die in 1934 de sterrenhoop identificeerde als NGC 2458. De Canadese astronoom T.F. Morris identificeerde de sterrenhoop in 1959 onafhankelijk van hem.
Omdat Messiers 48ste vermelding als verloren werd beschouwd, werd de sterrenhoop omstreeks 1782 onafhankelijk van elkaar gevonden door de Duitse astronoom Johann Elert Bode en de Britse astronoom Caroline Herschel op 8 maart 1783. Zij merkte op dat de sterrenhoop zich “op gelijke afstand van 29 (Zeta) en 30 Monocerotis bevond, waardoor een gelijkzijdige driehoek met deze twee sterren een nevelvlek vormt. Met de telescoop lijkt het een sterrenhoop van verspreide sterren. Hij staat niet in de catalogus van Messier.”
William Herschel nam de ontdekking van zijn zus op 1 februari 1786 als H VI.22 op in zijn catalogus. Hij beschreef het als een “prachtige sterrenhoop van sterk gecomprimeerde sterren, aanzienlijk rijk met een diameter van 10 of 12 boogminuten.”
John Herschel catalogiseerde de sterrenhoop als h 496 en nam hem later als GC 1637 op in de General Catalogue. Nadat hij het object in februari 1830 had waargenomen beschreef Herschel het als een “uitzonderlijke sterrenhoop die het hele veld vult; sterren van magnitude 9, 10 tot en met 13 – en geen enkele lager, maar de hele hemel waarop hij stat is bezaaid met oneindig kleine puntjes. Plaats die van een helder ester, de zuidelijkste van twee die in de concaviteit van een boog wijzen.”
Messier 48 – NGC 2548
| Type object | Open sterrenhoop |
| Sterrenbeeld | Hydra – Waterslang |
| Namen en aanduidingen | Messier 48 NGC 2548 Collinder 179 |
| Afstand (lichtjaar – parsec) | 1500 – 460 |
| Leeftijd (miljoen jaar) | 300 |
| Aanstal sterren | >80 |
| Schijnbare helderheid (magnitude) | 5,5 |
| Schijnbare grootte (boogminuten) | 54 |
| Straal (lichtjaar) | 11,5 |
Locatie

Eerste publicatie: 26 oktober 2025
Bron: Wikipedia, constellations-guide & vele anderen