Messier 26 – NGC 6694
Messier 26 is een open sterrenhoop in de richting van het sterrenbeeld Scutum – Schild. De open sterrenhoop heeft een schijnbare helderheid van magnitude 8,0. Messier 26 bevindt zich op een afstand van ongeveer 5000 lichtjaar. Messier 26 heeft de aanduiding NGC 6694 in de New General Catalogue. De open sterrenhoop beslaat een oppervlakte van 15 boogminuten en dat komt overeen met een diameter van 22 lichtjaar.
De helderste ster in Messier 26 heeft een visuele helderheid van magnitude 11,9 en de spectrale aanduiding B8. De leeftijd van de sterrenhoop wordt geschat op 89 miljoen jaar. Messier 26 kan een uitdaging vormen om te vinden en is veel minder indrukwekkend als de nabije open sterrenhoop Messier 11.
Messier 26 ligt slechts 1° ten zuidoosten van Delta Scuti, een bijzondere reuzenster van spectraalklasse F2 die dient als prototype voor een klasse van pulserende veranderlijke sterren die bekend staan als de Delta Scuti-veranderlijke sterren. De ster heeft een gemiddelde visuele helderheid van magnitude 4,71. Het is een van de twee relatief heldere sterren die met het blote oog zichtbaar zijn in de buurt van Messier 26. De andere ster, Epsilon Scuti, heeft een schijnbare magnitude van 4,88 en bevindt zich iets ten noorden van Delta Scuti.
Messier 26 kan ook worden gevonden door eerst de heldere ster Altaïr in het sterrenbeeld Arend – Aquila op te zoeken en de lijn gevormd door de sterren die de rug van de hemelse arend markeren, door te trekken in de richting van het Theepotje in Boogschutter. De sterrenhoop is niet zichtbaar met het blote oog, maar is zichtbaar als een verdichting van sterren in een 10 60 verrekijker. Kleine telescopen zullen een compacte sterrenhoop onthullen, en telescopen van 15 tot 20 centimeter zullen ongeveer 25 helderste sterren onderscheiden. De sterrenhoop telt in totaal ongeveer 90 leden. De beste tijd om hem waar te nemen is van juni tot en met september.

Messier 26 valt op door een gebeid met een lage sterdichtheid nabij het centrum van de sterrenhoop, waarschijnlijk als gevolg van een interstellaire stofwolk die het licht van de sterren aan ons zicht onttrekt. De zone met lage dichtheid heeft een diameter van 3,1 boogminuten en bevindt zich in het centrum van de sterrenhoop.
De sterrenhoop werd op 20 juni 1764 gevonden door Charles Messier. Hij beschreef de sterrenhoop als een “sterrenhoop nabij Eta en Omicron in Antinous (nu Alpha en Delta Scuti), waartussen zich een andere bevindt met meer helderheid: met een telescoop van 1,15 meter kan men ze niet onderscheiden, men moet een goed instrument gebruiken. Deze sterrenhoop bevat geen nevel (diameter 2’).”
In zijn aantekening in de eerste Messier-catalogus die in 1771 verscheen schreef hij:
In dezelfde nacht (20 op 21 juni 1764) ontdekte ik een andere sterrenhoop nabij n & o van Antinous, waaronder zich een bevindt die helderder is dan de andere: met een refractor van 90 centimeter is het niet mogelijk ze te onderscheiden, men moet een sterk instrument gebruiken: ik zag ze heel goed met een Gregoriaanse telescoop die 104 keer vergrootte: ertussen zie je geen nevel, maar met een refractor met een lengte van 95 centimeter verschijnen deze sterren niet individueel, maar in de vorm van een nevel; de diameter van deze sterrenhoop kan 2 boogminuten bedragen. Ik heb zijn positie ten opzichte van de ster van Antinous bepaald; zijn rechte klimming is 278d 5’25” en zijn declinatie 96 38’14” zuiderbreedte.
John Herschel nam de sterrenhoop op 27 mei 1835 waar en nam hem als h 3758 op zijn catalogus. Hij schreef:
Cluster van VII. Klasse (naar William Herschel, “Compressed clusters of small and large stars”); vrij rijk; onregelmatig rond; redelijk goed geïsoleerd; niet sterk samengedrukt naar het midden toe; 10’ diameter; sterren van magnitude 12 tot 15; één van 9 m.
Messier 26
Type object | Open sterrenhoop |
Kenmerken | Gebied met lage dichtheid nabij de kern |
Sterrenbeeld | Scutum – Schild |
Afstand (lichtjaar – parsec) | 5000 – 1534 |
Schijnbare helderheid (magnitude) | 8,0 |
Schijnbare grootte (boogminuten) | 15 |
Straal (lichtjaar) | 11 |
Leeftijd (miljoen jaar) | 89 |
Aantal sterren | 90 |
Namen en aanduidingen | Messier 26 NGC 6694 Collinder 389 |
Locatie

Eerste publicatie: 8 juni 2026