Messier 92 – NGC 6341
Messier 92 is een bolhoop op een afstand van 26.700 lichtjaar van de Aarde in de richting van het sterrenbeeld Hercules. De bolhoop heeft een schijnbare helderheid van magnitude 6,3 en staat als NGC 6341 in de New General Catalogue.
Messier 93 beslaat een gebied van 14 boogminuten aan de sterrenhemel hetgeen overeenkomt met een lineaire diameter van 109 lichtjaar. De bolhoop bevindt zich ten noorden van de Sluitsteen in Hercules, tussen de sterren Eta Herculis en Iota Herculis. De bolhoop ligt op ongeveer 60% van de afstand tussen Eta en Iota en vormt een driehoek met de twee meest noordelijke sterren van de Sluitsteen, Eta en Pi Herculis, die het breedste deel van het sterrenbeeld vormen.
Messier 92 kan ook worden gevonden door eerst de heldere ster Gamma Draconis – Eltanin in de Draak op te zoeken en vervolgens 6° in de richting van de Sluitsteen te bewegen.
In een 10 * 50 verrekijker lijkt Messier 92 op een wazige ster met een heldere kern. Kleine en middelgrote telescopen zullen enkele sterren in de buitenste regionen van de bolhoop kunnen onderscheiden. 15 en 20 cm telescopen tonen een ovaalvormige cluster met een helder centrum, omgeven door een halo van sterren. 30 cm telescopen onderscheiden tientallen individuele sterren in de halo en in de hele bolhoop. De beste tijd van het jaar om messier 92 waar te nemen is gedurende de zomermaanden.

Messier 92 is een van de helderdere noordelijke bolhopen – zowel visueel als qua absolute helderheid – en is onder goede omstandigheden zonder verrekijker te zien. Het is echter niet zo’n populair doelwit voor amateurastronomen als de helderdere en grotere bolhoop messier 13 in Hercules. Messier 92 heeft een veel dichtere kern en is moeilijker te onderscheiden dan messier 13.
Messier 92 heeft een geschatte massa van maximaal 330.000 zonsmassa. De bolhoop nadert ons met een snelheid van 112 km/s,
Met een geschatte leeftijd van 14,2 miljard jaar – bijna even oud als het heelal zelf – is Messier 92 een van de oudste bekende sterrenhopen en mogelijk de oudste bolhoop in ons sterrenstelsel. De bolhoop heeft een extreem lage abundantie van andere elementen dan waterstof en helium, met slechts 0,5% van de metalliciteit van de Zon.
Messier 92 wordt geclassificeerd als een Oosterhoff type II (OoII) bolhoop, wat betekent dat het een metaalarme sterrenhoop is met RR Lyrae-variabelen met een lange periode. De bolhoop bevat 28 kandidaat-variabelen waarvan er 20 zijn bevestigd. Hieronder bevinden zich 17 RR Lyrae-variabelen en een W Ursae Majoris-variabele, een eclipserende dubbelster waarvan de twee componenten een omhulsel van materiaal delen en met elkaar in contact staan.
Messier 92 bevat ook 10 röntgenbronnen binnen de halve massastraal van 1,02 boogminuten. De helft daarvan wordt vermoedelijk gevormd door cataclysmische variabelen, nauwe dubbelsterren die met onregelmatige tussenpozen in helderheid uitbarsten als gevolg van het feit dat één component, een witte dwerg, materie van de begeleider accreteert. Als gevolg daarvan vormt zich een accretieschijf rond de witte dwerg en treden er uitbarstingen op wanneer een deel van de schijf uit de ster valt.
De bolhoop bevindt zich ongeveer 16.000 lichtjaar boven het galactisch vlak en 33.000 lichtjaar van het galactische centrum. De getijdenstraal strekt zich uit over een gebied van 15,17 boogminuten. De halve lichtstraal van Messier 92 (de straal die de helft van de lichtemissie van de bolhoop bevat) is 1,09 boogminuten. De kern van Messier 92 heeft een straal van ongeveer 2 boogseconden.
De noordelijke hemelpool zal over ongeveer 14.000 jaar binnen 1° van Messier 92 komen. Elke 26.700 jaar voltooit de Aarde een precessie van haar assen en tijdens die cyclus beweegt de pool zich in de buurt van Messier 92. Messier 92 was voor het laatst een poolcluster in 10.000 voor Christus. Momenteel wijst de noordelijke pool naar Alpha Ursae Minoris – Polaris, de helderste ster in het sterrenbeeld Ursa Minor.

Messier 92 werd op 27 december 1777 door de Duitse astronoom Johann Bode gevonden. Bode beschreef het object als een “nevel. Min of meer rond met een bleke gloed.” Nadat hij het voor het eerst had gezien schreef hij:
Bij deze gelegenheid wil ik ook aankondigen dat ik op 27 december 1777 een nieuwe nevel heb gevonden in Hercules, die mij niet bekend was, ten zuidwesten onder de sterren in zijn voet, die zich voordoet in een grotendeels ronde vorm met een bleke lichtgloed. De lengtegraad is ongeveer 11 graden [Sgr][251 d] en de breedtegraad 66 graden noorderbreedte. Samen met twee kleine sterren, die niet voorkomen bij Flamsteed, verschijnt hij in de omgekeerde telescoop zoals weergegeven in figuur k (in het volgende deel).
Charles Messier vond de bolhoop onafhankelijk en catalogiseerde deze op 18 maart 1781, samen met acht sterrenstelsels in de Virgocluster: Messier 84, messier 85, Messier 86, Messier 87, messier 88, messier 89, messier 90 en messier 91. De sterrenstelsels bevinden zich in de sterrenbeelden Virgo en Coma Berenices. Messier beschreef Messier 92 als volgt:
Nevel, mooi, duidelijk en zeer helder, tussen de knie en het linkerbeen van Hercules, zeer goed te zien in een telescoop van één voet [FL]. bevat geen sterren; het centrum is helder en schitterend, omgeven door neveligheid en lijkt op de kern van een grote komeet: de helderheid en grootte komen dicht in de buurt van die van de nevel in de gordel van Hercules. Zie nr. 13 van deze catalogus [Messier 13]: de positie ervan is bepaald door directe vergelijking met de ster Sigma Herculis, vierde magnitude: de nevel en de ster bevinden zich op dezelfde parallel. (diam. 5’)
William Herschel was de eerste die de bolhoop in 1783 met zijn 7-voet telescoop in sterren oploste.
John Herschel volgde de bolhoop als GC 4294 toe aan de General Catalogue. Hij beschreef het object als een “bolhoop, erg helder; erg groot, extreem samengeperst naar het midden toe; goed opgelost; kleine sterren.”
Messier 92 – NGC 6341
Type object | Bolhoop, bolvormige sterrenhoop |
Klasse | IV |
Namen en aanduidingen | Messier 92 NGC 6341 |
Sterrenbeeld | Hercules |
Afstand (lichtjaar – parsec) | 26.700 – 8200 |
Leeftijd (miljard jaar) | 14,2 |
Aantal sterren | 250.000 |
Schijnbare helderheid (magnitude) | 6,3 |
Schijnbare grootte (boogminuten) | 14 |
Straal (lichtjaar) | 54,5 |
Getijdenstraal (boogminuten) | 15,17 |
Locatie

Eerste publicatie: 27 september 2025
Bron: Wikipedia, messier-guide & anderen