Vrij zwevende exoplaneet gevonden die met recordsnelheid groeit
Cha J11070768-7626326 (kortweg Cha 1107-7626), een jonge, geïsoleerde exoplaneet met een massa tussen de vijf en tien keer Jupiter, heeft een recordbrekende “groeispurt” doorgemaakt. Gedurende een paar maanden heeft de planeet zo’n 6 miljard ton gas en stof per seconde opgezogen, zo blijkt uit nieuwe waarnemingen met de Very Large Telescope van de ESO.

Cha 1107-7626 bevindt zich op een afstand van ongeveer 620 lichtjaar in het sterrenbeeld Kameleon – Chamaeleon.
Deze vrij zwevende exoplaneet is nog in ontwikkeling en wordt gevoed door een circumplanetaire schijf van gas en stof. Dit materiaal valt constant op de planeet, een proces dat accretie wordt genoemd.
In augustus 2025 accreteerde Cha 1107-7726 ongeveer 8 keer sneller dan enkele maanden eerder, met een snelheid van 6 miljard ton per seconde.
“Mensen denken misschien dat planeten rustige en stabiele werelden zijn, maar met deze ontdekking zien we dat objecten met planetaire massa die vrij in de ruimte zweven, spannende plekken kunnen zien”, aldus Dr. Víctor Alemdros-Abad, astronoom bij het Astronomical Observatory of Palermo van het National institute for Astrophysics (INAF).
“We hebben deze pasgeboren, losgeslagen planeet betrapt terwijl hij in razend tempo spullen opvreet”, aldus professor Ray Jayawardhana.
“Door zijn gedrag de afgelopen maanden te volgen met twee van de krachtigste telescopen op Aarde en in de ruimte, hebben we een zeldzame glimp opgevangen van de babyfase van geïsoleerde objecten die niet veel zwaarder zijn dan Jupiter.”
“Hun kindertijd lijkt veel turbulenter te zijn dan we ons realiseerden.”
“Dit is de sterkste accretieperiode ooit geregistreerd voor een object met de massa van een planeet. De ontdekking werd gedaan met de X-SHOOTER-spectrograaf van de Very large Telescope van de ESO in Chili.
De astronomen gebruikten ook gegevens van de Webb Space Telescope en archiefgegevens van de SINFONI-spectrograaf van de VLT.
“De oorsprong van de weesplaneet blijft een open vraag: zijn het objecten met de laagste massa die net als sterren zijn gevormd, of reuzenplaneten die uit hun geboortestelsel zijn gestoten?”, aldus Dr. Aleks Scholz, astronoom aan de universiteit van St. Andrews.
De bevindingen wijzen erop dat ten minste sommige losgeslagen planeten mogelijk een vergelijkbaar vormingspad delen met sterren, aangezien soortgelijke accretie-uitbarstingen al eerder bij jonge sterren zijn waargenomen.
“Deze ontdekking vervaagt de grens tussen sterren en planeten en geeft ons een voorproefje van de vroegste vormingsperiodes van weesplaneten”, aldus Dr. Belinda Damian, astronoom aan de universiteit van St. Andrews.
Door het licht vóór en tijdens de uitbarsting te vergelijken, verzamelden de astronomen aanwijzingen over de aard van het accretieproces.
Opmerkelijk genoeg lijkt magnetische activiteit een rol te hebben gespeeld bij de dramatische massa-inname, iets dat voorheen alleen bij sterren is waargenomen.
Dit suggereert dat zelfs objecten met een lage massa sterke magnetische velden kunnen bezitten die dergelijke accretiegebeurtenissen kunnen aandrijven.
Het team ontdekte ook dat de chemische samenstelling van de schijf rond de planeet veranderde tijdens de accretieperiode, waarbij waterdamp werd gedetecteerd tijdens de accretieperiode, maar niet daarvoor.
Dit fenomeen was al eerder waargenomen bij sterren, maar nog nooit bij welke planeet dan ook.
“We zijn verbaasd over hoezeer de kindertijd van vrij zwevende planetaire objecten met dezelfde massa lijkt op die van sterren zoals de Zon”, aldus de onderzoekers.
“Onze nieuwe bevindingen onderstrepen die gelijkenis en impliceren dat sommige objecten die vergelijkbaar zijn met reuzenplaneten, net als sterren ontstaan uit samentrekkende wolken van gas en stof, vergezeld van hun eigen schijven, en dat ze net als pasgeboren sterren groeiperiodes doormaken.”
Het artikel van het team is gepubliceerd in de Astrophysical Journal Letters.
Artikel: Victor Almendros-Abad et al. 2025. Discovery of an Accretion Burst in a Free-floating Planetary-mass Object. ApJL 992, L2; doi: 10.3847/2041-8213/ae09a8
Eerste publicatie: 3 oktober 2025
Bron: sci.news