Webb detecteert methaangas op de dwergplaneet Makemake
Astronomen hebben met behulp van de Webb Space Telescope bewijs gevonden voor gasvormig methaan op de verre dwergplaneet Makemake. Deze ontdekking, gepubliceerd in een artikel in de Astrophysical Journal Letters, zet de traditionele opvatting van Makemake als een stilstaand, bevroren hemellichaam op losse schroeven en maakt de dwergplaneet tot het tweede trans-neptunische object, na Pluto, waarvan de aanwezigheid van gas is bevestigd.

Makemake, ook bekend als 2005 FY9 werd in 2005 gevonden door een team astronomen van het Caifornia Institute of Technology onder leiding van Mike Brown.
Deze dwergplaneet bevindt zich in een gebied voorbij Neptunus dat bevolkt is met kleine hemellichamen uit het zonnestelsel.
Makemake heeft een straal van ongeveer 715 kilometer – iets kleiner en zwakker dan Pluto. De dwergplaneet heeft ongeveer 305 aardse jaren nodig om één rondje om de Zon te maken.
Eerder waargenomen sterbedekkingen suggereerden dat Makemake geen substantiële atmosfeer had, hoewel een dunne atmosfeer niet kon worden uitgesloten.
Intussen wezen infraroodgegevens van de dwergplaneet op raadselachtige thermische anomalieën en ongewone kenmerken van zijn methaanijs, wat de mogelijkheid van lokale hotspots op het oppervlak en mogelijke uitgassing aan het licht bracht.
“Makemake is een van de grootste en helderste ijzige planeten voorbij Neptunus en het oppervlak wordt gedomineerd door bevroren methaan”, aldus Dr. Silvia Protopapa, astronoom bij het Southwest Research Institute.
Webb onthulde dat methaan ook in de gasfase boven het oppervlak aanwezig is, een bevinding die Makemake nog fascinerender maakt.
“Het toont aan dat Makemake geen inactief overblijfsel is van het buitenste zonnestelsel maar een dynamisch hemellichaam waar methaanijs nog steeds in ontwikkeling is.”
De waargenomen spectrale emissie van methaan wordt geïnterpreteerd als door de Zon geëxciteerde fluorescentie, de heruitzending van zonlicht dat door methaanmoleculen wordt geabsorbeerd.
Volgens het team zou dit kunnen wijzen op een ijle atmosfeer in evenwicht met oppervlakte-ijs – vergelijkbaar met Pluto – of op meer voorbijgaande activiteit, zoals komeetachtige sublimatie of cryovulkanische pluimen.
Beide scenario’s zijn fysiek aannemelijk en consistent met de huidige gegevens, gezien het ruisniveau en de beperkte spectrale resolutie van de metingen.
“Hoewel de verleiding groot is om de verschillende spectrale en thermische anomalieën van Makemake met elkaar te verbinden, blijft het vaststellen van het mechanisme dat de vluchtige activiteit aanstuurt een noodzakelijke stap in de interpretatie van deze waarnemingen binnen een uniform kader”, aldus Dr. Ian Wong, astronoom bij het Space Telescope Science Institute.
“toekomstige Webb-waarnemingen met een hogere spectrale resolutie zullen helpen bepalen of het methaan afkomstig is van een dunnen atmosfeer of van pluimachtige uitgassing.”
“Deze ontdekking opent de mogelijkheid dat Makemake een zeer ijle atmosfeer heeft die in stand wordt gehouden door methaansublimatie”, aldus Dr. Emmanuel Lellouch, astronome bij het l’Observatoire de Paris.
“Onze beste modellen wijzen op een gastemperatuur van ongeveer 40 K (-233 °C) en een oppervlaktedruk van slechts ongeveer 10 picobar – dat wil zeggen 100 miljard keer lager dan de atmosferische druk op de Aarde en een miljoen keer ijler dan die van Pluto.”
“Als dit scenario klopt zou Makemake zich voegen bij het kleine handjevol hemellichamen aan de buitenzijde van het zonnestelsel waar de uitwisseling tussen oppervlakte en atmosfeer nog steeds actief is.”
Een andere mogelijkheid is dat het methaan vrijkomt in pluimachtige uitbarstingen”, aldus Dr. Protopapa.
“In dit scenario suggereren onze modellen dat methaan zou kunnen vrijkomen met een snelheid van een aar honderd kilo per seconde, vergelijkbaar met de krachtige waterpluimen op de Saturnusmaan Enceladus en veel groter dan de zwakke damp die te zien is op Ceres.”
Artikel: Silvia Protopapa et al. 2025. JWST Detection of Hydrocarbon Ices and Methane Gas on Makemake. ApJL, in press; arXiv: 2509.06772
Eerste publicatie: 10 september 2025
Bron:sci.news