Inouye-zonnetelescoop ziet ongekend fijne details op de Zon
Astronomen hebben met behulp van de Visible Broadband Imager van de Daniel K. Inouye Solar Telescope donkere coronale lussen vastgelegd. De opnamen werden op 8 augustus 2024 gemaakt en tonen in ongekend detail de vervalfase van een zonnevlam van klasse X1.3 vast. De lussen waren gemiddeld 48,2 km breed – mogelijk zelfs zo dun als 21 km – de kleinste coronale lussen die ooit zijn vastgelegd. Dit markeert een potentiële doorbraak in het ontrafelen van de fundamentele schaal van zonnecoronale lussen en verlegt de grenzen van het modelleren van zonnevlammen naar een geheel niveau.

Coronale lussen zijn plasmabogen die de magnetische veldlijnen van de Zon volgen, vaak voorafgaand aan zonnevlammen die plotselinge energie-uitbarstingen veroorzaken die gepaard gaan met het draaien en breken van sommige van deze magnetische veldlijnen.
Deze energie-uitbarsting voedt zonnestromen die de kritieke infrastructuur van de Aarde kunnen beïnvloeden.
Astronomen van het Inouye Observatorium observeerden zonlicht op de H-alpha golflengte (656,28 nm) om specifieke kenmerken van de Zon te bekijken, waardoor details zichtbaar worden die niet zichtbaar zijn bij andere soorten zonnewaarnemingen.
“Dit is de eerste keer dat de Inouye Solar Telescope een zonnevlam van klasse X heeft waargenomen”, aldus dr. Cole Tamburri, astronoom aan de universiteit van Colorado in Boulder, USA.
“Deze zonnevlammen behoren tot de meest energetische gebeurtenissen die onze ster produceert en we hadden het geluk deze onder perfecte waarnemingsomstandigheden te kunnen vastleggen.”
Dr. Tamburru en collega’s concentreerden zich op de flinterdunne magnetische veldlussen (honderden stuks) die boven de vlamlinten geweven zijn.
Gemiddeld waren de lussen ongeveer 48 kilometer breed, maar sommige zaten precies op de resolutielimiet van de telescoop.
“Vóór Inouye konden we ons alleen maar voorstellen hoe deze schaal eruitzag”, aldus Dr. Tamburru.
“Nu kunnen we het direct zien. Dit zijn de kleinste coronale lussen die ooit op de Zon zijn vastgelegd.”
Het Visible Broadband Imager (VBI)-instrument van de Inouye, afgestemd op het H-alphafilter, kan structuren tot 24 kilometer nauwkeurig onderscheiden.
Dat is meer dan 2,5 keer scherper dan de op één na beste zonnetelescoop en het is die sprong in resolutie die deze ontdekking mogelijk maakte.
“Weten dat een telescoop theoretisch iets kan, is één ding”, aldus Dr. Maria Kazachenko, eveneens van de universiteit van Colorado in Boulder.
“Het is opwindend om hem daadwerkelijk op die grens te zien presteren.”
Hoewel het oorspronkelijke onderzoeksplan bestond uit het bestuderen van de dynamiek van chromosferische spectrale lijnen met de Visible Spectropolarimeter (ViSP) van Inouye, onthulden de VBI-gegevens een onverwachte schat: ultrafijne coronale structuren die rechtstreeks informatie kunnen leveren voor vlammodellen die zijn opgebouwd met complexe stralings-hydrodynamische codes.
“We gingen zoeken naar één ding en stuitten op iets nog veel interessanter”, aldus Dr. Kazachenko.
Theorieën suggereren al lang dat coronale lussen een breedte van 10 tot 100 kilometer kunnen hebben, maar het was tot nu toe onmogelijk om dit bereik observationeel te bevestigen.
“We kijken eindelijk naar de ruimtelijke schaal waar we al jaren over speculeren”, aldus dr. Tamburri.
“Dit opent de deur naar onderzoek naar niet alleen hun grootte, maar ook hun vormen, hun evolutie en zelfs de schaal waarop magnetische herverbinding – de motor achter fakkels – plaatsvindt.”
Het meest intrigerende is misschien wel het idee dat deze lussen elementaire structuren zouden kunnen zijn – de fundamentele bouwstenen van de fakkelarchitectuur.
“Als dat zo is, lossen we niet alleen bundels lussen op; we lossen voor het eerst individuele lussen op,” aldus Dr. Tamburri.
‘Het is alsof je van een bos naar het kijken van elke afzonderlijke boom gaat.”
De beelden zelf zijn adembenemend: donkere, draadachtige lussen die zich in een gloeiende arcade vormen, heldere vlamlinten geëtst in een bijna onmogelijk scherp reliëf – een compacte driehoekige in het midden en een vloeiende boogvormige aan de bovenkant.
“Zelfs een gewone kijker zou de complexiteit onmiddellijk herkennen,” aldus Dr. Tamburri.
“Het is een mijlpaal in de zonnewetenschap. We zien de Zon eindelijk op de schaal waarop hij werkt.”
Het artikel van het team is gepubliceerd in de Astrophysical Journal Letters.
Artikel: Cole A. Tamburri et al. 2025. Unveiling Unprecedented Fine Structure in Coronal Flare Loops with the DKIST. ApJL, in press; doi: 10.3847/2041-8213/adf95e
Eerste publicatie: 26 augustus 2025
Bron: sci.news