Messier 36 – NGC 1960
Messier 36 is een open sterrenhoop op een afstand van 4100 lichtjaar van de Aarde in de richting van het sterrenbeeld Auriga – Voerman. De sterrenhoop heeft een schijnbare grootte van 12 boogminuten aan de sterrenhemel en een fysieke grootte van 14 lichtjaar. Messier 36 heeft een schijnbare helderheid van magnitude 6,3. In de New General Catalogue heeft de sterrenhoop de aanduiding NGC 1960.
Messier 36 bevat minstens 60 sterren en toont enige overeenkomst met de bekendere Pleiaden – Messier 45 in het sterrenbeeld Taurus – Stier. De twee sterrenhopen hebben ongeveer dezelfde grootte en, net zoals veel leden van de Pleiaden, draaien veel leden van Messier 36 erg snel om hun as. Messier 36 is een van de meest verre open sterrenhopen die door Messier zijn gecatalogiseerd en bevindt zich ongeveer 10 keer verder weg dan de Pleiaden.
Messier 36 is ook een van de zwakkere open sterrenhopen in de catalogus van Messier maar de sterrenhoop is wel zichtbaar in verrekijkers en kleine telescopen. Door een verrekijker gezien is Messier 36 en zwak vlekje en kleine telescopen met lage tot gemiddelde vergroting tonen iets meer dan 12 van de helderste sterren in de vorm van een X. Vijftien centimeter telescopen tonen ongeveer 25 sterren en een 25 cm telescoop toont sterren over de hele groep
De sterrenhoop is te vinden door een lijn te trekken vanuit Elnath in Taurus – Stier naar Menkalinan in Auriga – Voerman. De Voerman is eenvoudig te vinden want zijn helderste sterren vormen een zeshoek vlak boven Orion. Het sterrenbeeld bevindt zich ten noordwesten van Gemini – Tweelingen en ten noordoosten van Taurus – Stier en de Pleiaden. Elnath is de op één na helderste ster in Stier bevindt zich aan de smalle kant van de zeshoek. Menkalinan bevindt zich op 7,5° ten oosten van Capella, de derde helderste ster aan de noordelijke sterrenhemel.
Messier 36 is het beste te bekijken gedurende de wintermaanden als het sterrenbeeld Auriga – Voerman ‘s avonds hoger boven de horizon klimt.
De leeftijd van Messier 36 wordt geschat op ongeveer 25 miljoen jaar en het is daarmee een relatief jongere sterrenhoop zonder rode reuzen. De helderste bevestigde leden hebben een schijnbare helderheid van magnitude 9 en een stellaire classificatie van B2. De helderste ster in Messier 36 heeft een lichtsterkte van ongeveer 260 keer die van de Zon.
De sterrenhoop is geclassificeerd als Trumpler Type I, 3, m wat betekent dat er een sterke centrale kern is te zien (I) bestaande uit zowel heldere als zwakkere sterren (3) en gemiddeld rijk is met 50 tot 100 leden (m).
Messier 36 is een van de drie heldere open sterrenhopen in de Voerman die door Messier in zijn catalogus zijn opgenomen. Net zoals de andere twee – Messier 37 en Messier 38 – bevindt Messier 36 zich in het zuidelijke deel van het sterrenbeeld. Het is de kleinste en dunst bevolkte van de drie sterrenhopen.
De sterrenhoop werd vóór 1654 gevonden door de Italiaanse astronoom Giovanni Battista Hodierna. Guillaume Le Gentil vond, onafhankelijk van Hodierna, Messier 36 en Messier 38 in 1749.
Op 2 september 1764 catalogiseerde Messier de sterrenhoop en schreef in de eerste editie van zijn catalogus het volgende:
In de nacht van 2 op 3 september 1764 bepaalde ik de positie van een sterrenhoop in Auriga, naast de ster Phi van dat sterrenbeeld. Met een gewone [niet-achromatische] refractor van 3 voet & een half, heeft men problemen om deze kleine sterren te onderscheiden; maar bij gebruik van een sterker instrument zijn ze goed ter zien; ze hebben geen neveligheid tussen hen in: ze zijn ongeveer 9 boogminuten uitgestrekt. Ik heb het midden van deze sterrenhoop vergeleken met de ster Phi Aurigae & ik heb zijn positie bepaald; zijn rechte klimming was 80d 11’ 42”, & zijn declinatie 34d 8’ 6” noord.
William Herschel nam in oktober 1794 met een 7-voets reflector de sterrenhoop waar en beschreef is als een “behoorlijk rijke sterrenhoop van kleine sterren” die “lijkt er meer te hebben dan er zichtbaar zijn, erg klein.” Zijn zoon John Herschel catalogiseerde Messier 36 als h 358 en beschreef het als “grove, verspreide cluster die het veld vult; een erg mooi object; de plaats is die van een heldere ster in het midden.”

John Herschel nam de sterrenhoop op in de General Catalogue als GC 116 en beschreef hem als een “sterrenhoop; zeer groot; zeer rijk; weinig samengeperst; sterren van magnitude 9 tot en met 11 verspreid.”
Messier 36 – NGC 1960
Object | Open sterrenhoop |
Sterrenbeeld | Auriga – Voerman |
Namen en aanduidingen | Messier 36 NGC 1960 Collinder 71 |
Afstand (lichtjaar – parsec) | 4100 1300 |
Leeftijd (miljoen jaar) | 25 |
Aantal sterren | >660 |
Schijnbare helderheid (magnitude) | 6,3 |
Schijnbare grootte (boogminuten) | 12 |
Diameter (lichtjaar) | 14 |
Locatie

Eerste publicatie: 6 juli 2025
Bron: Wikipedia, messier-objects & vele anderen