Capella – Alpha Aurigae
Capella is in helderheid de zesde ster aan de sterrenhemel. Het is niet één ster maar twee. De twee sterren in het systeem zijn bijna tweelingen, het zijn heldere gele reuzen.

Alpha Aurigae – Capella – is een viervoudig stersysteem in het sterrenbeeld Auriga – Voerman. Het is de helderste ster in her sterrenbeeld en de 6de helderste aan de sterrenhemel. Met een gecombineerde helderheid van magnitude 0,08 is de ster helderder dan Rigel, Procyon en Achernar en is het de derde helderste noordelijke ster na Arcturus en Wega. Capella is ongeveer 42,9 lichtjaar van ons verwijderd. De twee helderdere componenten van het systeem – Capella Aa en Capella Ab – zijn beiden sterren van de eerste magnitude. Met helderheden van magnitude 0,76 en 0,91 behoren ze tot de 15 helderste sterren aan de sterrenhemel.
Stersysteem
Capella lijkt met het blote oog misschien een enkele ster maar het is in feite een meervoudig stersysteem dat uit twee paren sterren bestaat. De vier componenten worden Capella Aa, Capella Ab, Capella H en Capella L genoemd. De helderdere Capella Aa en Capella Ab vormen één binair paar en de zwakkere Capella H en L het andere. De paren worden gescheiden door ongeveer 723” of 9500 Astronomische Eenheden.
Capella A
Het helderdere paar, de componenten Aa en Ab, zijn reuzensterren van spectraaltype K0III en G1III. Hun samengestelde spectrale klasse is G3III. De sterren draaien om elkaar heen met een periode van 104,02 dagen op een afstand van slechts 0,74272 Astronomische Eenheden. Dat is grofweg de afstand tussen de Zon en Venus.
Capellas Aa, een oranje-gele reus, heeft een massa van 2,59 keer die van de Zon en een straal van 11,98 zonsmassa. Met een effectieve temperatuur van ongeveer 5000 Kelvin is de ster 78,7 keer helderder dan de Zon. De ster draait relatief langzaam om zijn as en met een verwachte rotatiesnelheid van 4,1 km/s duurt het 104 dagen een eenmaal om zijn as te draaien. Op zijn grootst is de ster ongeveer 37 keer groters dan de Zon. Nu fuseert de ster helium met koolstof en zuurstof in zijn kern en naarmate het einde van deze fase nadert begint de ster weer uit te dijen voordat hij naar de asymptotische reuzentak beweegt.
Hoewel Capella Ab de helderheidsklasse van een reus heeft, is de begeleider nog steeds een subreus die momenteel bezig is zich te ontwikkelen tot een rode reus. De ster heeft een massa van 2,48 zonsmassa en een straal van 8,83 die van de Zon heeft. De ster schijnt met een lichtsterkte van 72,7 keer die van de Zon en heeft een oppervlaktetemperatuur van 5730 Kelvin. Capella Ab draait veel sneller om zijn as dan capella Aa. De ster draait met een snelheid van 35 km/s en heeft 8,5 dagen nodig om eenmaal om zijn as te draaien.
Er wordt aangenomen dat de sterren tussen 590 en 650 miljoen jaar oud zijn. Beiden waren ooit witte hoofdreekssterren van spectraalklasse A en zullen vervolgens rode reuzen worden. Gaan van beide sterren is groot genoeg om als supernova te verschijnen. In plaats daarvan zullen de sterren, wanneer ze het einde van hun levenscyclus bereiken, hun buitenste lagen als planetaire nevels verdrijven, waardoor witte dwergen ter grootte van een planeet achterblijven, net als de metgezellen van Sirius en Procyon, die geleidelijk zullen vervagen.
De componenten van Capella A bestaan niet uit een eclipserend dubbelstersysteem – vanaf de Aarde gezien bedekken de beide sterren elkaar niet. De zijn beiden ongeveer even helder; de component Ab is meestal op golflengtes in zichtbaar licht het helderst maar dat scheelt maar enkele tienden van een magnitude. Capella Aa is over het gehele spectrum gezien het helderste.
De helderheid van capella A varieert 0,1 magnitude. In de General Catalogue of Variabel Stars wordt de ster als verdacht variabel genoemd maar het stersysteem is geclassificeerd als een RS Canum Venaticorum (RS CVn)-veranderlijke. RS CVn-sterren zijn nauwe dubbelsterren met actieve chromosferen die grote zonnevlekken kunnen vertonen die op hun beurt zorgen voor de helderheidsvariaties. Andere RS CVn-sterren zijn o.a. Achird – Eta Cassiopeiae, Alula Australis – Xi Ursae Majoris, Zeta Andromedae, Lambda Andromedae, Epsilon Ursa Majoris en Omicron Draconis.
Capella HL
Het tweede paar in het Capella-systeem, Capella HL, bestaat uit twee hoofdreeksdwergen die aanzienlijk minder massa hebben dan de Zon. Beide sterren zijn rode dwergen met stellaire classificaties van M2.5V (Capella H) en M4 (Capella L). Capella H heeft een massa van 0,57 zonsmassa en Capella L van 0,53 zonsmassa. Capella H heeft een straal van 0,54 keer die van de Zon en de oppervlaktetemperatuur bedraagt 3700 Kelvin. Dat levert een lichtsterkte op van 0,05 keer die van de Zon. Tijdens hun ontdekking in 1935 waren capella H en L 1,8” van elkaar gescheiden maar 80 jaar later is die toegenomen tot 3,5”. De sterren draaien met een periode van 300 jaar om elkaar heen.
Capella H en Capella L worden soms ook wel Capella C en Capella D genoemd omdat de aanduidingen B tot G verwijzen naar sterren die geen relatie hebben tot het Capella-systeem.
Capella heeft binnen een paar boogminuten verschillende visuele begeleiders. De Washington Double Star Catalog noemt de sterren Capella A,B,C,D,E,F,G,H,I,L,M,N,O,P,Q en R. de meeste begeleiders liggen op dezelfde gezichtslijn als Capella A. de begeleiders H en L zijn de uitzonderingen want die liggen op ongeveer dezelfde afstand van Capella en hebben een vergelijkbare eigenbeweging. Echter de fysieke begeleiders lijken verder weg van Capella A dan de zes die op dezelfde gezichtslijn liggen en die aangeduid worden als Capella A,B,C,D,E,F, en G en die voor Capella H zijn ontdekt.
Wetenswaardigheden
Capella is een van de uitzonderlijk heldere sterren die de Wintercirkel vormen, een opvallend asterisme dat op het noordelijk halfrond in de winter de avondhemel domineert. De andere sterren die deel uitmaken van het asterisme zijn Sirius, Procyon, Pollux, Aldebaran en Rigel.
Capella maakt ook deel uit van een kleinere zeshoek bestaande uit de helderste sterren van de Voerman en Elnath in Stier.
De sterren Zeta en Eta Aurigae, formeel Saclateni en Haedus, zijn bekend als de Haedi, de kinderen van de geit Capella. Zeta Aurigae was traditioneel bekend als Haedus I en Eta Aurigae als Haedus II. De ster Epsilon Aurigae, tussen Capella en de geitjes, is bekend als Almaaz, de geitenbok. De drie Haedi werden door de Romeinse schrijvers Plinius en Manilius in de eerste eeuw na Christus als een apart sterrenbeeld beschouwd. Ze noemden het Capra, vrouwelijke geit, Caper of Hircus (mannelijke geit). De Grieks-Romeinse astronoom Ptolemeus voegde het sterrenbeeldje samen met de Voerman toen hij in de 2de eeuw na Christus in zijn Almagest de 48 Griekse sterrenbeelden beschreef. Sommige afbeeldingen van Auriga vertonen nog steeds de Voerman met een geit op zijn linkerschouder en de geitjes onder zijn arm.
Capella en de andere sterren van de Winterzeshoek behoren tot de 58 heldere sterren die voor hemelnavigatie zijn geselecteerd. Navigatiesterren behoren tot de helderste en best herkenbare sterren aan de hemel. Ze zijn door Her Majesty’s Nautical Almanac Office en de US Naval Observatory geselecteerd en hebben een speciale status op het gebied van hemelnavigatie en omvatten het gebied tussen -70° en +89° van de hemelbol. Capella is de enige navigatiester in het sterrenbeeld Voerman – Auriga.
Ooit was Capella de helderste ster aan de hemel. De ster had die titel van 210.000 tot 160.000 jaar geleden en bereikte toen een piekhelderheid van magnitude -0,82. De ster kwam tot op 27,9 lichtjaar van de Aarde. Capella werd als helderste ster opgevolgd door Canopus in het zuidelijke sterrenbeeld Carina – Kiel. Canopus hield die titel drie keer in de laatste 5 miljoen jaar en meest recent tot ongeveer 90.000 jaar geleden toen die titel door Sirius werd overgenomen.
In 1899 werd door twee astronomen, onafhankelijk van elkaar, het meervoudige karakter van Capella ontdekt. De Amerikaanse astronoom William Campbell bestudeerde fotografische platen genomen tussen augustus 1896 en februari 1897 en vond een tweede spectrum dat over het eerste spectrum heen lag. Ook zag hij Dopplerverschuivingen naar het violet en naar het rood en dat wees erop dat de sterren om elkaar heen draaien. In juli 1899 observeerde de Britse astronoom Hugh Newall de ster met een vier-prisma’s spectroscoop op de 25 inch telescoop van Cambridge en bestudeerde het samengestelde spectrum en kwam ook tot de conclusie dat het een dubbelster was.
De eerste astronomen die Capella interferometrisch oplosten waren John Anderson en Francis Pease. In 1919 bestudeerden ze de ster vanaf de Mount Wilson sterrenwacht in Californië en publiceerden in 1920 een baan voor het systeem. Capella was het eerste object buiten ons zonnestelsel dat interferometrisch werd gemeten.
In 1914 ontdekte de Finse astronoom Ragnar Furuhjelm dat het binaire systeem een zwakke begeleider heeft. De begeleider deelde een vergelijkbare eigenbeweging met het helderdere paar wat aangeeft dat r een fysiek verband is met Capella Aa en Ab. De Amerikaanse astronoom Carl Stearns merkte in februari 1936 op dat de begeleider zelf een dubbelster was. Zijn conclusie werd enkele maanden later, in september 1936, door de Nederlandse astronoom Geard Kuiper bevestigd. De componenten van het tweede paar worden Capella H en Capella L genoemd.
In 1994 bepaalde een team van astronomen van de Mount Wilson sterrenwacht met behulp van de Mark III Stellar Interferometer een zeer nauwkeurige baan voor de componenten Aa en Ab.
In september 1995 werd Capella in beeld gebracht door de Cambridge Optical Aperture Synthesis Telescope (COAST). Dit is een optische interferometer met meerdere elementen, de eerste interferometer met lange basislijn die hogeresolutiebeelden produceert van steroppervlakken buiten het zonnestelsel doorlicht van drie afzonderlijke telescopen te combineren. De beelden waren de eerste die de bewegingen van Capella Aa en Ab lieten zien, die niet door conventionele telescopen kunnen worden opgelost. Capella was het eerste object buiten het zonnestelsel dat in beeld werd gebracht door een optische interferometer met afzonderlijke elementen en de beelden waren de eerste ooit verkregen met een interferometrische reeks optische telescopen.
Capella is de 3de helderste ster op het noordelijk halfrond. De ster is slechts iets zwakker dan Arcturus (mag. -0,05) in het sterrenbeeld Ossenhoeder en Wega (mag. 0,03) in het sterrenbeeld Lier. Voor waarnemers op gemiddelde noordelijke breedtegraden (± 40°), die Canopus en Alpha Centauri niet kunnen zien vanwege hun locatie aan de uiterste zuidelijke hemel, is Capella de 4de helderste ster aan de hemel.
Capella is de dichtstbijzijnde ster van de 1ste magnitude tot de noordelijke hemelpool. De ster ligt aan de andere kant van de hemelpool dan Wega, op ongeveer dezelfde afstand. Een lijn getrokken van Capella naar Wega zou bijna door Polaris gaan.
De dichtstbijzijnde buren van Capella zijn de rode dwerg L 1672-14 op 3,9 lichtjaar, de gele hoofdreeksster Lambda Aurigae op 4,5 lichtjaar en de oranje hoofdreekster G 81-39 op 5,4 lichtjaar.
Op röntgengolflengtes is Capella een van de helderste sterren, met een röntgenhelderheid die ongeveer 10.000 keer zo groot is als die van de Zon. Aangenomen wordt dat de röntgenstraling voornamelijk afkomstig is van de corona van de primaire component van het systeem, Capella Aa, die ook aanzienlijk variabeler is dan de corona van component Ab. De röntgenstraling werd gedetecteerd op 5 april 1974 toen een raketvlucht zijn standcontrolesysteem kalibreerde nadat een stersensor de as van de lading op de ster had gericht. De gebeurtenis markeerde het begin van de stellaire röntgenastronomie.
In de Mesopotamische astronomie werd Capella geassocieerd met een sterrenbeeld dat bekend staat als “GAM”, “Gamlum” of “MUL.GAM”, genoemd in het Babylonische compendium MUL.APIN in de 7de eeuw voor Christus. GAM werd geassocieerd met een kromzwaard of boef en de naam verwees mogelijk alleen naar Capella of naar het sterrenbeeld Auriga als geheel. Aangenomen wordt dat de ster zelf wordt genoemd in een Akkadische inscriptie die al in de 20ste eeuw voor Christus werd geschreven. In de Akkadische tijd was Capella mogelijk Dil-gan I-ku, wat “boodschapper van het licht” betekent, of Dil-gan Babili, de beschermster van Babylon. In het Sumerisch heette de ster mul.ÁŠ.KAR, de “geitenster” en in Assyrië stond de ster bekend als I-ku, “de leider”, wat de leider van het jaar betekent. Aangenomen wordt dat het begin van het jaar werd bepaald door Capella’s positie ten opzichte van de Maan tijdens de lente-equinox vóór 1730 voor Christus, toen de Zon het sterrenbeeld Stier – Taurus binnenging en daarmee het begin van de lente markeerde.
Gebouw J van de archeologische vindplaats Monte Albán in de Oaxaca-vallei in het zuiden van Mexico, gebouwd omstreeks 175 voor Christus, is vermoedelijk gebouwd met betrekking tot de heliakale opkomst van capella. Het gebouw staat in een andere oriëntatie dan de andere gebouwen op de locatie. Een lijn loodrecht op de voet van de trap bij de ingang van het gebouw zou rechtstreeks naar de ster hebben gewezen. Capella’s heliakale opkomst – een korte verschijning boven de oostelijke horizon bij zonsopkomst na een periode van onzichtbaarheid – vond plaats op een van de dagen waarop de Zon recht boven de locatie passeerde.
Er wordt aangenomen dat een aantal oude tempels op Capella zijn gericht, waaronder het heiligdom van Ptah in Memphis, Egypte en de tempel van Diana Propylaea in Eleusis, Griekenland.
Door de geschiedenis heen werd Capella vaak gebruikt in navigatie en tijdwaarneming. De Gwich’in-bevolking van Canada en Alaska zagen de ster en zijn buurman Menkalinan als shreets’ą įį vidzee, het rechteroor van Yahdii, een circumpolair sterrenbeeld dat zich over een groot deel van de hemel uitstrekte en hen hielp bij het navigeren en het bijhouden van de tijd ‘s nachts. De Inuit zagen Capella als onderdeel van een sterrenbeeld genaamd Quturjuuk, “sleutelbeenderen” gevormd door twee paar sterren (Capella en Menkalinan, Castor en Pollux) die elk een bot vertegenwoordigen.
In de middeleeuwse astrologie was Capella een van de vaste Beheniaanse sterren waarvan werd aangenomen dat deze een bron van bijzondere astrologische kracht waren. Elk van de 15 Beheniaanse sterren was verbonden met een of meerdere planeten, een plant en een edelsteen en de laatste twee werden gebruikt bij rituelen om de invloed van de ster naar voren te brengen. Capella werd geassocieerd met de planeten Jupiter en Saturnus en verbonden met saffier en tijm. Men geloofde dat de ster zowel rijkdom als burgerlijke, politieke en militaire eer zou opleveren.
Net zoals andere heldere sterren komt Capella voor in talloze fictiewerken. Zo werd de ster gebruikt in de aflevering “Friday’s Child” van Star Trek: The Original Series.
Naamgeving
De naam Capella betekent in het Latijn “(kleine) vrouwelijke geit”. De ster was vroeger ook bekend als Capra (Latijn voor “vrouwelijke geit”) en worst nog steeds de Geitenster genoemd. In de Engelse literatuur wordt Capella ook wel de Herdersster genoemd.
Op 30 juni 2016 werd de naam Capella officieel toegekend door de Working Group on Star Names van de Internationale Astronomische Unie. De naam heeft formeel alleen betrekking op de component Alpha Aurigae Aa maar wordt gewoonlijk voor het gehele systeem gebruikt.
Capella wordt al millennia in verband gebracht met een geit. De Grieken associeerden de ster met Amalthea, de geit die het kind Zeus zoogde. In de mythe brak Zeus per ongeluk de hoorn van een geit af en de hoorn werd getransformeerd in een hoorn des overvloeds die de kracht had om oneindig voedsel te verschaffen en gevuld zou worden met wat de eigenaar maar wenste,
In de astronomie van de Bedoeïenen vertegenwoordigde de sterren van Auriga een kudde geiten. De bedoeïenen in de Sinaï en de Negev noemden Capella al-‘Ayyūq ath-Thurayyā, “Capella van de Pleiaden.”
Capella is door de geschiedenis heen onder vele namen in verschillende culturen bekend geweest. In de Middeleeuwen stond de ster bekend als Alhajoth, wat mogelijk een verbastering was van de Arabische naam van de ster, al-cayyūq, die op zijn beurt mogelijk afgeleid was van het Griekse αίξ, wat “geit” betekent. In de Arabische astronomie stond de ster ook algemeen bekend als Al-Rākib, wat “”de rijder” betekent. Dit was een vertaling uit het Grieks en verwees naar de prominente positie van de ster aan de hemel, die ’s avonds zichtbaar werd voor andere sterren en over ken leek te waken.
De Chinezen kennen Capella als de Tweede Ster van Vijf Strijdwagens (五車二). Vijf Strijdwagens is een Chinees sterrenbeeld dat verder bestaat uit Menkalinan – Bèta Aurigae, Hassaleh – Iota Aurigae, Mahasim – Theta Aurigae en Elnath – Bèta Tauri. Dit zijn dezelfde sterren die het vijfhoekige asterisme van Auriga vormen
In de Hindoe-astronomie werd Capella Brahma Hrdaya genoemd, “het hart van Brahma”.
Baltische mensen noemden Capella Tikutis of Perkūno Ožka, wat :dondergeit” betekent. Slavische Macedoniërs kenden de ster als Jastreb, “de havik”, klaar om op de Moederkip af te duiken, vertegenwoordigd door de Pleiaden, en de Haan, vertegenwoordigd door de ster Elnath.
In het oude Peru kenden Quechua-mensen de ster als Colça en associeerden deze met zaken van herders.
In de Tahitiaanse mythologie stond Capella bekend als Tahi-ari’I, de moeder van de prins Ta’urua (vertegenwoordigd door de planeet Venus), die in zijn kano door de lucht vaart. Op Hawaï maakte de ster deel uit van een asterisme genaamd Ke ka o Makali’l, wat de kano van Makali’l betekent en dat werd gebruikt bij de navigatie op zee. Het asterisme werd ook gevormd door de heldere Sirius, Procyon, Pollux en Castor.
Op de Marshall eilanden vertegenwoordigde Capella Ligedaner, de moeder van de sterren. Volgens de lokale overlevering vertelde Ligedaner haar zoons dat degene die de race naar een oostelijk eiland won, de Koning van de Sterren zou worden. Ze vroeg haar oudste zoon Dümur (vertegenwoordigd door Antares) om haar in zijn kano te laten komen. Dümur en alle andere zonen behalve de jongste weigerden en de jongste zoon, vertegenwoordigd door de Pleiaden, won de race en werd Koning van de Sterren. Op de Carolinen stond Capella bekend als Jefegen uun, wat “ten noorden van Aldebaran” betekent. Op de Society-eilanden heette de ster Tahi-anii, wat “unieke heerser” betekent.
De Boorong in het noordwesten van Victoria in Australië noemden Capella “Purra”, de kangoeroe. De kangoeroe kwam aan zijn einde door toedoen van de tweeling Yurree en Wanjel, vertegenwoordigd door de Gemini-sterren Castor en Pollux. De Wardaman van het Northern Territory in Australië kenden Capella als Yagalal, een ceremoniële visschaal.
Locatie
Capella is gemakkelijk te vinden. De ster bevindt zich in een gebied met verschillende andere heldere sterren. Capella bevindt zich halverwege de Poolster en de Gordel van Orion en het is een van de zes heldere sterren die de Winterzeshoek vormen. Bovendien is het de helderste ster van de opvallende vijfhoek van Auriga. De kleine driehoek die het Geitjes-asterisme vormt maakt Capella gemakkelijk te identificeren.

Onder minder ideale omstandigheden kan capella gevonden worden aan de hand van de sterren van de Grote Beer. Een lijn verlengd vanuit Megrez naar Dubhe wijst ruwweg in de richting van Capella.

find capella. Big Dipper and Capella, image: Wikisky
Capella is circumpolair voor waarnemers ten noorden van de 44ste breedtegraad. Ten zuiden van de -44ste breedtegraad kan de ster helemaal niet worden gezien. Midden december bereikt Capella zijn om middernacht zijn hoogste punt boven de horizon.
Sterrenbeeld
Capella is de helderste ster van het sterrenbeeld Voerman. De ster markeert de linkerschouder van de hemelse wagenmenner of de geit die de wagenmenner op zijn schouder houdt. Het sterrenbeeld wordt geassocieerd met de mythische geit Amalthea die de jonge Zeus voedde, evenals met Erichthonius van Athene, de zoon van Hephaestus die werd gecrediteerd voor het uitvinden van het vierspan (de quadriga). Auriga is een van de 38 Griekse sterrenbeelden, voor het eerst vermeld door de Grieks-Romeinse astronoom Ptolemeus in de 2de eeuw na Christus. Het is een van de grotere sterrenbeelden, 21ste in grootte, en beslaat een gebied van 657° aan de noordelijke hemel.

De Voerman is de thuisbasis van Capella en verschillende andere opmerkelijke variabele sterren, waaronder de Algol-type eclipserende dubbelsterren Menkalinan – Bèta Aurigae, Almaaz – Epsilon Aurigae en Saclateni – Zeta Aurigae, de langzaam onregelmatige veranderlijke Pi Aurigae en Mahasim – Theta Aurigae, een Alpha2 Canum Venaticorum-variabele. De Orion-variabele Eta Aurigae, een hoofdreeksster van spectraalklasse O die vermoedelijk uit de Orionnevel afkomstig is, verlicht de Vlammende Sternevel, een emissienevel van magnitude 6,0 op een afstand van ongeveer 1500 lichtjaar van de Aarde.
Auriga is ook bekend om zijn heldere open sterrenhopen Messier 36, Messier 37, Messier 38, NGC 2281, NGC 1664 en NGC 1893, waarvan de laatste is ingebed in het zwakke H II-gebied IC 410.
De beste tijd van het jaar om de sterren en deepsky-objecten in Auriga te bestuderen is de maand februari.
De 10 helderste sterren in het sterrenbeeld zijn Capella (Alpha Aur, mag. 0,08), Menkalinan (Beta Aur, mag. 1,90), Mahasim (Theta Aur, mag. 2,62 – 2,70), Hassaleh (Iota Aur, mag. 2,69), Almaaz (Epsilon Aur, mag. 2,92 – 3,83), Haedus (Eta Aur, mag. 3,18), Saclateni (Zeta Aur, mag. 3,70 – 3,97), Delta Aurigae (mag. 3,72), Nu Aurigae (mag. 3,96), and Pi Aurigae (mag. 4,25).
Alpha Aurigae – Capella
Sterrenbeeld | Auriga – Voerman |
Namen en aanduidingen | Capella Alpha Aurigae 13 Aurigae Alhajoth Hokulei HD 34029 |
Capella A | Alpha Aurigae A |
Capella HL | Capella CD |
Capella H | Capella C |
Capella L | Capella D |
Capella A
Spectraalklasse | G3III (Aa: K0III, Ab: G1III) |
Variabel type | (RS Canum Venaticorum (vermoedelijk) |
Schijnbare helderheid (magnitude) | 0,08 (0,03 – 0,16) |
Absolute helderheid (magnitude) Capella Aa, Capella Ab | 0,296 – 0,167 |
Afstand (lichtjaar – parsec) | 42,9 – 13,16 |
Radiale snelheid (km/s) | 29,94 |
Massa (zon = 1) Capella Aa, Ab | 2,57 – 2,48 |
Lichtsterkte (zon=1) Capella Aa, Ab | 78,7 – 72,7 |
Straal (zon=1) Capella Aa, Ab | 11,98 – 8,83 |
Temperatuur (Kelvin) Capella Aa, Ab | 4970 – 5730 |
Leeftijd (miljoen jaar) | 590 – 650 |
Rotatiesnelheid (km/s) Capella Aa, Ab | 4,1 – 35,0 |
Capella H
Spectraalklasse | M2.5 V |
Schijnbare helderheid (magnitude) | 10,16 |
Absolute helderheid (magnitude) | 9,53 |
Afstand (lichtjaar parsec) | 43,48 – 13,33 |
Radiale snelheid (km/s) | 31,63 |
Massa (zon=1) | 0,57 |
Lichtsterkte (zon=1) | 0,57 |
Straal (zon=1) | 0,54 |
Temperatuur (Kelvin) | 3700 |
Capella L
Spectraalklasse | M4 |
Schijnbare helderheid (magnitude) | 13,7 |
Absolute helderheid (magnitude) | 13,1 |
Afstand (lichtjaar – parsec) | 43,44 – 13,32 |
Radiale snelheid Capella HL (km/s) | 31,63 |
Massa (zon=1) | O,53 |
Eerste publicatie: 17 januari 2018
Volledige revisie: 1 maart 2025