Oudere sterren vernietigen mogelijk nabije grote exoplaneten
Aan het einde van hun levensduur op de hoofdreeks zullen sterren met een massa vergelijkbaar met onze Zon een periode van evolutie doormaken. Deze stellaire evolutie zal naar verwachting de populatie planeten om hen heen beïnvloeden. Naarmate de ster uitdijt tijdens zijn post-hoofdreeksfase verwachten astronomen dat een groot deel van de tot nu toe gevonden exoplaneten door de uitdijende ster zal worden opgeslokt.

Met behulp van gegevens van de Transiting Exoplanet Survey Satellite (TESS) van de NASA bekeken astronomen Edward Bryant en Vincent Van Eylen 456.941 sterren die net de post-hoofdreeksfase waren ingegaan.
Ze gebruikten een computeralgoritme om te zoeken naar de herhaalde helderheidsdips die erop wijzen dat een planeet in een baan voor de ster langs beweegt. Ze richtten zich daarbij op reuzenplaneten met korte omlooptijden (d.w.z. planeten die er niet langer dan 12 dagen over deden om rond hun ster te draaien).
Ze identificeerden 130 planeten en kandidaat-planeten, waaronder 33 die voorheen onbekend waren, die dicht om deze sterren draaien.
Ze ontdekten dat dergelijke planeten minder vaak voorkwamen rond sterren die voldoende waren uitgezet en afgekoeld om als rode reuzen te worden geclassificeerd (d.w.z. die zich verder in hun post-hoofdreeksevolutie bevonden), wat suggereert dat veel van deze planeten mogelijk al vernietigd zijn.
Volgens de onderzoekers is dit sterk bewijs dat sterren die buiten hun hoofdreeks evolueren er snel voor kunnen zorgen dat planeten er spiraalsgewijs tegenaan komen en worden vernietigd.
Dit is al enige tijd onderwerp van discussie en theorie, maar nu kunnen we de impact hiervan direct zien en meten op het niveau van een grote populatie sterren.
De astronomen hadden dit effect verwacht, maar ze waren toch verrast door hoe efficiënt deze sterren lijken te zijn in het verzwelgen van hun nabije planeten.
De onderzoekers denken dat de vernietiging plaatsvindt door de zwaartekrachtinteractie tussen de planeet en de ster, de zogenaamde getijdeninteractie. Naarmate de ster evolueert en uitdijt wordt deze interactie sterker.
Net zoals de Maan aan de oceanen van de Aarde trekt om getijden te creëren, trekt de planeet aan de ster. Deze interacties vertragen de planeet en zorgen ervoor dat zijn baan kleiner wordt, waardoor hij spiraalsgewijs naar binnen beweegt totdat hij uiteenvalt of in de ster stort.
Over een paar miljard jaar zal onze eigen ster groter worden en een rode reus worden. Zullen de planeten in het zonnestelsel het overleven als dit gebeurt? Astronomen ontdekken dat planeten dat in sommige gevallen niet doen.
De Aarde is zeker veiliger dan de reuzenplaneten in het onderzoek, die veel dichter bij hun ster staan. Maar de onderzoekers hebben alleen gekeken naar het vroegste deel van de post-hoofdreeksfase, de eerste één of twee miljoen jaar ervan – de sterren hebben nog veel evolutie voor de boeg.
In tegenstelling tot de ontbrekende reuzenplaneten in het onderzoek, zou de Aarde zelf de rode reuzenfase van de Zon kunnen overleven maar het leven op Aarde waarschijnlijk niet.
Het onderzoek is op 15 oktober 2025 in de Monthly Notices of the Royal Astronomical Society gepubliceerd.
Artikel: Edward M. Bryant & Vincent Van Eylen. 2025. Determining the impact of post-main-sequence stellar evolution on the transiting giant planet population. MNRAS 544 (1): 1186-1214; doi: 10.1093/mnras/staf1771
Eerste publicatie: 8 november 2025
Bron: sci.news