Messier 17
Messier 17 is een heldere emissienevel in het sterrenbeeld Boogschutter – Sagittarius. In de New General Catalogue heeft de nevel de aanduiding NGC 6618. De nevel is, vanwege zijn gelijkenis met de Griekse letter Omega ook bekend als de Omeganevel. Andere bijnamen zijn de Kreeftnevel, Zwaannevel en Hoefijzernevel.
Messier 17 is een stervormingsgebied met een open sterrenhoop en het is deel van een grotere moleculaire wolk in de richting van het sterrenbeeld Boogschutter – Sagittarius.

Messier 17 ligt op een afstand van ongeveer 5000 tot 6000 lichtjaar van de Aarde, een beetje dichterbij dan zijn grotere buur Messier 16 – de Adelaarsnevel.
Messier 17 is een van de helderste en meest massieve stervormingsgebieden in ons sterrenstelsel. De nevel heeft een diameter van ongeveer 15 lichtjaar en wordt verlicht door 35 hete, jonge sterren die een open sterrenhoop vormen en die ingebed ligt in de nevel.
De nevel is deel van een grotere wolk met een diameter van ongeveer 40 lichtjaar. De nevel heeft een geschatte massa van 800 zonsmassa terwijl de massa van de moleculaire wolk wordt geschat op ongeveer 30.000 zonsmassa.
Messier 17 bevindt zich in de Sagittarius-arm van ons sterrenstelsel. Deze arm is ook bekend als de Sagittarius-Carina-arm. De nevel heeft een geometrie die vergelijkbaar is met Messier 42 – de Orionnevel maar anders dan Messier 42 kijken we tegen de zijkant van Messier 17 aan.
De roodachtige kleur van de nevel wordt veroorzaakt door heet waterstof gas dat wordt verlicht door de jonge sterren in de nevel. Messier 17 bevat een grote hoeveelheid donker bedekkend materiaal dat ook door jonge hete sterren wordt verhit en dat zichtbaar is op infrarode golflengtes.
In totaal bevat Messier 17 ongeveer 800 sterren. Ongeveer honderd daarvan behoren tot een eerdere spectraalklasse van B2 en er zijn negen O-sterren bekend. In de buitenste delen van de nevel worden op dit moment meer dan 1000 sterren gevormd. De nevel bevat daarmee veel meer nieuwe, jonge sterren dan Messier 42. De sterren in Messier 17 zijn op optische golflengtes niet eenvoudig te vinden en dat komt omdat ze in de nevel verborgen liggen.

De 35 jonge, massieve sterren die verantwoordelijk zijn voor de gloed van de nevel zijn elk 30 tot 35 keer massiever dan de Zon en ongeveer zes keer heter. Hun ultraviolette straling erodeert de dichte wolk waarin ze zijn ontstaan. De koude waterstofgaswolken worden verhit en gevormd door de straling en de druk zorgt ervoor dat een deel van het materiaal op de oppervlakken van de wolken weg beweegt waardoor een ingewikkelde structuur ontstaat die de wolken op de achtergrond verduistert.
Het gloeiende gas van de nevel zal uiteindelijk volledig worden weggevreten door de straling van de nieuw gevormde sterren en een kleine open sterrenhoop achterlaten.
De open sterrenhoop in de nevel is een van de jongste open sterrenhopen die we kennen. De geschatte leeftijd is slechts 1 miljoen jaar. Er wordt aangenomen dat een ster met de naam HD 168607, een lichtsterke blauwe variabele (LBV), ermee geassocieerd is, evenals de nabijgelegen ster HD 16825, een blauwe hyperreus.
Messier 17 kan onder goede waarneemomstandigheden zonder verrekijker worden gezien. De nevel bevindt zich ongeveer 10° ten noorden van het Theepotje in Sagittarius en ongeveer op dezelfde afstand van twee andere beroemde nevels: Messier 8 – de Lagunenevel en Messier 20 – de Trifidnevel.
Met een verrekijker kan Messier 17 gemakkelijk worden gevonden. Begin bij de ster Lambda Sagittarii, de ster die de deksel van het Theepotje vormt en beweeg richting noorden, voorbij Messier 24. De kleine open sterrenhoop Messier 18 ligt een graad naar het noorden en Messier 17 ligt nog een graad naar het noorden. Messier 17 is helder genoeg om ook onder matige hoeveelheden lichtvervuiling te kunnen zien.
Messier 17 kan ook worden gevonden door eerst Gamma Scuti op te zoeken, een ster van magnitude 4,70 in het sterrenbeeld Scutum – Schild.

Messier 17 ligt iets meer dan 2° ten zuidwesten van de ster. Gamma Scuti kan worden gevonden door een lijn te volgen van de heldere ster Altaïr in de Arend door Delta en Lambda Aquilae.
Voor waarnemers op noordelijke breedtegraden is Messier 17 een van de drie mooiste emissienevels die met en kleine telescoop te zien zijn, samen met Messier 8 – de Lagunenevel en Messier 42 – de Orionnevel.
Wetenswaardigheden
De Omeganevel is in 1745 ontdekt door de Zwitserse astronoom Philippe Loys de Chéseaux. Het is een van de zes nevels die hij in zijn catalogus opnam.

Na de ontdekking van de nevel merkte de Chéseaux op: “Hij heeft een compleet andere vorm dan de anderen: hij heeft precies de vorm van een straal of de staart van een komeet, van 7’ lang en 2’ breed; zijn zijden zijn exact evenwijdig en tamelijk goed beëindigd, net als zijn twee uiteinden.”
De nevel werd op 3 juni 1764 door Charles Messier gezien en in zijn catalogus opgenomen. Messier beschreef het object als een “lichttrein zonder sterren, van 5 of 6 minuten in omvang, in de vorm van een spindel en een beetje zoals die in de gordel van Andromeda (Messier 31) maar van een heel zwak licht; er zijn twee telescopische sterren in de buurt en evenwijdig aan de evenaar geplaatst. Aan een goede hemel kun je deze nevel heel goed observeren met een gewone telescoop van 3,5 voet.”
John Herschel maakte in 1833 een tekening van de nevel, als onderdeel van een serie schetsen die in 1836 werden gepubliceerd. Hij beschreef de vorm van de nevel als “bijna die van een Griekse hoofdletter Omega, enigszins vervormd en zeer ongelijk helder.”
Anderen die de nevel hebben geschetst zijn William Lassell in 1862, die op Malta een 4-voet telescoop gebruikt, en Edward Singleton Holden die dit deed met behulp van de 26 inch Clark refractor van het US Naval Observatory.
Messier 17 – data
Namen een aanduidingen | Messier 17 NGC 6618 Omeganevel Zwaannevel Hoefijzernevel Kreeftnevel |
Sterrenbeeld | Sagittarius – Boogschutter |
Afstand (lichtjaar) | 5000 – 6000 |
Schijnbare helderheid (magnitude) | 6,0 |
Schijnbare afmetingen (boogminuten) | 1 |
Hoekgrootte (boogminuten) | 20 * 15 |
Eerste publicatie: 12 januari 2025