Deepsky

Messier 99 – NGC 4254

Messier 99 is een spiraalstelsel op een afstand van 55,7 miljoen lichtjaar in de richting van het sterrenbeeld Coma Berenices – Haar van Berenice. Het stelsel heeft een schijnbare helderheid van magnitude 10,4 en heeft de aanduiding NGC 4254 in de New General Catalogue.

Het sterrenstelsel beslaat een oppervlakte van 5,4 * 4,7 boogminuten aan de sterrenhemel end at komt overeen met een lineaire diameter van 85.000 lichtjaar. Het is een van de helderste spiraalstelsels in de Virgocluster en lijkt bijna rechtop te staan, waardoor het een populair doelwit is voor zowel professionele als amateurastronomen.

Het sterrenstelsel is te zien met kleine telescopen, maar dan alleen als een vage lichtbol met een helderder centrum. Met 20 cm telescopen is een wazige lichtvlek te zien met een duidelijker gedefinieerd centrum. Met 25 cm telescopen begint onder goede omstandigheden de spiraalstructuur zichtbaar te worden, en met grotere instrumenten zijn de stofbanden en andere details van het sterrenstelsel te zien.

Messier 99 bevindt zich 7° ten oosten van de heldere ster Denebola in de Leeuw of net iets minder dan een graad ten zuidoosten van de ster 6 Comae Berenices (mag. 5,1) die 0,5° ten oosten van Messier 98 ligt. De beste tijd van het jaar om Messier 99 en de andere sterrenstelsels in de Virgocluster waar te nemen is gedurende de lentemaanden.

Messier 99 in Coma Berenices
Messier 99 in Coma Berenices. Door Credit Line and Copyright Adam Block/Mount Lemmon SkyCenter/University of Arizona – http://www.caelumobservatory.com/gallery/m99.shtml, CC BY-SA 3.0 us, Koppeling

Messier 99 is een zogenaamd “grand design”-stelsel, volledig zonder centrale balk en met twee spiraalarmen. Een van de spiraalarmen is normaal en de andere lijkt vervormd. Messier 99 is enigszins asymmetrisch van vorm, met de kern verschoven ten opzichte van het centrum van het stelsel, waarschijnlijk als gevolg van interacties met andere sterrenstelsels in de Virgocluster. Messier 99 draait met de klok mee en wordt geclassificeerd als een spiraalstelsel van type Sc. Het verwijderd zich van ons met een ongewoon hoge snelheid van 2407 km/s. Dit is de hoogste roodverschuiving die ooit voor een Messier-object is geregistreerd.

Hoewel het stelsel een diameter heeft van 80.000 lichtjaar – bijna even groot als ons eigen sterrenstelsel – met een geschatte massa van 50 miljard zonsmassa, heeft het slechts 5% van de massa van ons zonnestelsel.

Messier 99 heeft een normaal ogende arm en een langgerekte spiraalarm die minder strak gewikkeld lijkt. Het sterrenstelsel is verbonden met het nabijgelegen VIRGO HI21 door een brug van neutraal waterstofgas. Aangenomen wordt dat de zwaartekracht van VIRGO HI21, een uitgestrekt gebied van neutraal waterstof (HI) en vermoedelijk een donker sterrenstelsel, de gasbrug heeft uitgerekt en Messier 99 heeft vervormd tijdens een nauwe ontmoeting. Aangezien het bestaan van het donkere sterrenstelsel echter onduidelijk is, kan Messier 99 in plaats daarvan ongeveer 280 miljoen jaar geleden in wisselwerking zijn geweest met het lensvormige sterrenstelsel NGC 4262. Als gevolg van deze ontmoeting is de stervormingssnelheid in Messier 99 drie keer zo groot als in andere sterrenstelsels van hetzelfde type.

sommige bronnen zijn van mening dat Messier 99 momenteel de Virgocluster binnenkomt en ramdrukstripping ondergaat, waardoor het waterstof verliest terwijl het zich door het dichtbevolkte intraclustermedium beweegt.

Er zijn vier supernova’s waargenomen in het sterrenstelsel: SN 1967H (type II, mag. 14) in juni 1967, SN 1972Q (type II, mag. 15,6) in december 1972, SN 1986I (type I, mag. 14) op 17 mei 1986 en SN 2014L (type 1c, mag. 15,4) op 26 januari 2014.

In juni 2010 legde de Hubble Space Telescope een geeloranje ster vast, PTF 10fqs, die helderder was als een nova, maar minder helder dan een supernova. De ster, die werd omschreven als een lichtsterke rode nova, werd voor het eerst waargenomen door de Palomar Transient Facility (PTF) tijdens het scannen van de hemel op zoek naar tijdelijke verschijnselen. In mei 2010 werd de ster beschreven als een “tijdelijk verschijnsel in de ‘kloof’ tussen nova’s en supernova’s”, met de volgende opmerking van het Palomar-team:

PTF 10fqs bevindt zich in een spiraalarm van Messier 99 en heeft een piekhelderheid van Mr=-12,3, een rode kleur (g-r = 1,0) en evolueert langzaam (afname van 1 mag in 68 dagen). Het spectrum wordt gedomineerd door H (930 km/s) met gemiddelde breedte en smalle calciumlijnen. De explosiesignatuur (de lichtkromme en spectra) is over het algemeen vergelijkbaar met die van M85OT2006-1, SN2008S en NGC300OT. De oorsprong van deze gebeurtenissen is gehuld in mysterie en controverse (en in sommige gevallen in stof). PTF 10fqs vertoont enkele aanwijzingen voor een breed kenmerk (rond 8600A) dat zou kunnen duiden op zeer hoge snelheden (10.000 km/s) bij deze explosie.

Messier 99 werd op 17 maart 1781 door de Franse astronoom Pierre Méchain gevonden, samen met de sterrenstelsels Messier 98 en Messier 100. Méchain meldde de ontdekking aan zijn vriend Charles Messier, die de posities van de drie objecten bepaalde en ze op 13 april 1781 aan zijn catalogus toevoegde, net voordat hij de derde en laatste editie voltooide. Messier merkte op:

Nevel zonder ster, met een zeer zwak licht, maar toch iets duidelijker dan de vorige [Messier 98], gelegen in de noordelijke vleugel van Virgo, en vlakbij dezelfde ster, nr. 6 van Comae Berenices. De nevel bevindt zich tussen twee sterren van de zevende en achtste magnitude. M. Méchain zag hem op 15 maart 1781.

John Herschel catalogiseerde Messier 99 als h 1173 en nam het later als GC 2838 op in de General Catalogue. Hij beschreef het object als “zeer opmerkelijk; helder; groot; rond; geleidelijk helderder naar het midden toe; gevlekt”.

Messier 99 was een van de eerste spiraalstelsels waarin een spiraalpatroon werd herkend. Het spiraalpatroon werd voor het eerst waargenomen door William Parsons, de 3de Lord Rosse, in het voorjaar van 1846.

Messier 99 was het tweede object dat Lord Rosse als spiraal herkende, na Messier 51, dat hij ongeveer een jaar voor Messier 99 had gevonden.

Rosse gebruikte zijn 72-inch reflector in Birr Castle in Ierland voor de waarnemingen.

Na het object op 11 maart 1848 te hebben bekeken noteerde Rosse: “Spiraal met een heldere ster erboven; een dun deel van de nevel strekt zich uit over deze ster en een eindje verder. Hoofdspiraal aan de onderkant, naar rechts draaiend.”

Heber Curtis fotografeerde Messier 99 met de Crossley-reflector van de Lick sterrenwacht en gaf de volgende beschrijving:

Een zeer heldere, ongeveer ronde spiraal met een diameter van 4,5’. Kern bijna stellair. Er zijn twee hoofdwervelingen, vrij open, die veel bijna stellaire condensaties vertonen. M. 99. 47 s.n.

Messier 99 – NGC 4254

Type objectSpiraalstelsel
KlasseSA(s)c
Namen en aanduidingenMessier 99
NGC 4254
PGC 39578
SterrenbeeldComa Berenices – Haar van Berenice
Afstand (miljoen lichtjaar – megaparsec)55,7 – 15,4
Aantal sterren (miljard)150
Schijnbare helderheid (magnitude)10,4
Schijnbare grootte (boogminuten)5,4 * 4,7
Straal (lichtjaar)42.500
Radiale snelheid (km/s)2407

Locatie

De locatie van Messier 99 - NGC 4254 in het sterrenbeeld Coma Berenices - Haar van Berenice.
De locatie van Messier 99 – NGC 4254 in het sterrenbeeld Coma Berenices – Haar van Berenice. Credit: Kuuke’s Sterrenbeelden/KStars

Eerste publicatie: 28 juli 2025
Bron: Wikipedia, messier-guide & anderen