T Coronae Borealis – de Vlammende Ster
T Coronae Borealis – de Vlammende Ster, is een binair systeem op een afstand van ongeveer 2630 lichtjaar van de Aarde in de richting van het sterrenbeeld Noorderkroon – Corona Borealis. De ster heeft normaal een helderheid van magnitude 10 en is daarmee onzichtbaar voor het blote oog.
De ster is echter ook geclassificeerd als een terugkerende nova en kent uitbarstingen waarbij een helderheid van magnitude 2,0 wordt gehaald. Een van die uitbarstingen wordt in 2024 verwacht. De uitbarsting zal verschillende dagen of misschien zelfs een week duren. Na de nova-gebeurtenis zal de ster weer zwakker worden en niet meer met het blote oog zichtbaar zijn. Deze rustige periode duurt ongeveer 80 jaar.
Stersysteem
T Coronae Borealis is een binair systeem bestaande uit een geëvolueerde rode reus van spectraalklasse M2III+p en een witte dwerg. De rode reus heeft een massa van 1,123 zonsmassa en is uitgedijd tot een grootte van 75 keer de straal van de Zon. Met een effectieve temperatuur van 3600 Kelvin bedraagt de lichtsterkte 655 keer die van de Zon.
De witte dwerg, de hetere component, heeft een massa van 1,37 zonsmassa en is ongeveer 100 keer lichtsterker dan de Zon.
De twee componenten hebben een baanperiode van 227,55 dagen en zijn slechts 0,54 Astronomische Eenheden van elkaar gescheiden.
Omdat de twee sterren in een nauwe baan om elkaar heen draaien verplaatst de rode reus materiaal naar de witte dwerg. Dit zwakke stellaire overblijfsel is omhuld door een dikke wolk van materiaal afkomstig van de enorme begeleider en heeft een accretieschijf in de wolk.
T Coronae Borealis heeft normaliter een schijnbare helderheid van magnitude 10 maar kan tijdens uitbarstingen magnitude 2,0 halen. Wanneer T CrB zich in een rustige fase bevindt domineert de rode reus het spectrum in het zichtbare licht terwijl de witte dwerg het spectrum op ultraviolette golflengten domineert.
Als het stersysteem zich in een uitbarsting bevindt dijt de witte dwerg uit als gevolg van het aangetrokken materiaal wat zorgt voor een toename van de totale lichtsterkte van het systeem.
Op 12 mei 1866 bereikte T CrB tijdens een uitbarsting een visuele helderheid van magnitude 2,0 en op 9 februari 1946 haalde de nova een schijnbare helderheid van magnitude 3,0. Tijdens deze gebeurtenissen werd het systeem gecatalogiseerd als NOVA CrB 1866 en NOVA CrB 1946.
Novae zijn tijdelijke astronomische gebeurtenissen die de plotselinge helderheid van een sterrensysteem veroorzaken. Oude en Middeleeuwse astronomen interpreteerden deze kosmische gebeurtenissen als de verschijning van een “nieuwe” ster (Nova betekent “nieuw” in het Latijn). Novae werden vaak “gaststerren” genoemd.
Alle bekende novae zijn waargenomen in nauwe dubbelstersystemen waarin een van de componenten een accreterende witte dwerg is. Terwijl de witte dwerg de waterstof verhit die van de metgezel is geaccreteerd, bereikt het geaccumuleerde materiaal een kritische temperatuur, wat een onbeheerste fusie veroorzaakt. In het geval van terugkerende novae zoals T CrB stoot de witte dwerg zijn atmosfeer uit en blijft de rode reus zijn metgezel voeden na elke uitbarsting.
Als de witte dwerg echter ooit de kritische massa van 1,44 zonsmassa’s (de Chandrasekhar-limiet) bereikt, kan hij weer ontbranden en mogelijk een supernova van type Ia veroorzaken. De supernova zou de witte dwerg volledig vernietigen en hoewel hij de Aarde niet zou beïnvloeden zou hij helder genoeg lijken om schaduwen te werpen.
Het T Coronae Borealis-systeem werd in februari 2015 steeds helderder, van magnitude 10,5 naar 9,2. Medio 2023 daalde de helderheid met ongeveer 0,35 magnitudes. Wetenschappers verwachten dat de verduistering zal worden vervolgd door een nieuwe nova-uitbarsting vóór september 2024.
De ster heeft een cyclus van 80 jaar waarin hij stabiel is en dan helderder wordt voordat hij een helderheidsdip ervaart vóór de uitbarsting. De verduistering wordt meestal gevolgd door een grote uitbarsting ongeveer 11 maanden later.
De nova van T CrB zal naar verwachting een helderheid van magnitude 2,0 hebben, wat vergelijkbaar is met de helderheid van de Poolster en iets helderder dan Alphecca, de helderste ster in Corona Borealis, de Noorderkroon.

Wetenswaardigheden
T Coronae Borealis werd ontdekt door de Ierse astronoom John Birmingham tijdens de uitbarsting in 1866. Het systeem werd eerder waargenomen als een ster van magnitude 10 door de Duitse astronoom Friedrich Argelander die de ster catalogiseerde als BD+26° 2765 in zijn Bonner Durchmusterung (BD stercatalogus die tussen 1859 en 1863 in Duitsland werd gepubliceerd.
De eerste registratie van een uitbarsting van T Coronae Borealis komt van de Duitse priester en kroniekschrijver Burchard von Ursperg die in 1217 “een zwakke ster beschreef die een tijdlang scheen met groot licht”.
T Coronae Borealis is een van de weinige terugkerende novae die zichtbaar zijn met het blote oog. Andere zijn RS Ophiuchi in het sterrenbeeld Ophiuchus – Slangendrager die een maximale helderheid van magnitude 5 haalt en T Pyxidis in het sterrenbeeld Pyxis die een maximale helderheid van magnitude 6,4 haalt. RS Ophiuchi heeft een periode van 9 – 26 jaar en T Pyxidis van 12 – 44 jaar.
Naamgeving
T Coronae Borealis heeft geen officiële naam die door de Internationale Astronomische Unie is goedgekeurd. De ster heeft de bijnaam Vlammende Ster gekregen omdat de helderheid ervan tijdens uitbarstingen dramatisch kan toenemen.
De ster wordt doorgaans aangeduid als T Coronae Borealis maar is ook gecatalogiseerd als HD 143454 in de Henry Draper Catalogue, HR 5958 in de Yale Catalogue of Bright Stars, HIO 78322 in de Hipparcos Catalogue en SAO 84129 in de Smithsonian Astrophysical Observatory Star Catalogue.
Locatie
T Coronae Borealis bevindt zich naast de halve cirkel van sterren die de Kroon van Ariadne vormen – het sterrenbeeld Noorderkroon. Het sterrenbeeld Corona Borealis bevindt zich tussen twee relatief heldere asterismen, de Vlieger in Boötes en de Sluitsteen in het sterrenbeeld Hercules. De Sluitsteen en de Noorderkroon bevinden zich in het gebied tussen de heldere ster Wega in het sterrenbeeld Lier – Lyra en Arcturus in Ossenhoeder – Boötes.
Arcturus, de helderste ster in Boötes kan worden gevonden door de boog van de steel van de Grote Beer te volgen. Die steel bestaat uit de sterren Alioth, Mizar en Alkaid. De Sluitsteen in Hercules bevindt zich in de buurt van de heldere ster Wega in Lier. Het sterrenbeeld Corona Borealis is gemakkelijk te vinden tussen de Sluitsteen in Hercules en de Vlieger van Boötes.
Alphecca, de helderste ster in Corona Borealis, markeert het juweel in de kroon. De ster was traditioneel ook bekend als Gemma. Het is de helderste ster in de halve cirkel die verder bestaat uit Bèta Coronae Borealis – Nusakan, Theta Coronae Borealis, Gamma Coronae Borealis, Delta Coronae Borealis, Epsilon Coronae Borealis en Iota Coronae Borealis. T Coronae Borealis bevindt zich dicht bij Epsilon Coronae Borealis. Deze ster heft een schijnbare helderheid van magnitude 4,14 en is, onder goede omstandigheden, goed te vinden.

Sterrenbeeld
T Coronae Borealis bevindt zich in het sterrenbeeld Corona Borealis. De Noorderkroon is een van de 48 klassieke Griekse sterrenbeelden die door de Grieks-Romeinse astronoom Claudius Ptolemeus in de 2de eeuw na Christus zijn gecatalogiseerd.
In de Griekse mythologie wordt het sterrenbeeld geassocieerd met de kroon van Ariadne. Volgens de Griekse legende gaf de god Dionysus de kroon aan zijn bruid, de Kretenzische prinses Ariadne, en gooide hem later in de lucht waar hij het sterrenbeeld Corona Borealis werd.
De Noorderkroon beslaat een oppervlakte van 179 vierkante graden aan de noordelijke sterrenhemel en is in grootte het 73ste sterrenbeeld van de 88. Het sterrenbeeld is iets helderder en groter dan zijn zuidelijke tegenhanger Corona Australis dat zich naast het sterrenbeeld Sagittarius – Boogschutter bevindt. Ondanks zijn grootte is Corona Borealis een van de meest opvallende noordelijke sterrenbeelden, gemakkelijk te zien vanuit gebieden zonder al te veel lichtvervuiling.

Het sterrenbeeld Noorderkroon bevat slechts één ster die helderder is dan magnitude 3,0. Dit is de eclipserende dubbelster Alpha Coronae Borealis – Alphecca. Andere opvallende sterren in het sterrenbeeld zijn de dubbelsterren Bèta Coronae Borealis – Nusakan, Gamma Coronae Borealis en Theta Coronae Borealis, de oranje reus Epsilon Coronae Borealis die een exoplaneet heeft, de variabele gele reus Delta Coronae Borealis, de Mira-variabelen S Coronae Borealis, V Coronae Borealis en W Coronae Borealis, en de zonachtige gele dwerg Rho Coronae Borealis waarbij vier exoplaneten zijn gevonden.
Het sterrenbeeld is ook de thuisbasis van R Coronae Borealis, een gele superreus die dient als prototype voor een klasse sterren die bekend staan als de R Coronae Borealis-variabelen. De ster is onder amateurastronomen ook bekend als de “omgekeerde nova”. De helderheid daalt af en toe gedurende maanden tot jaren van magnitude 6 naar magnitude 15
De Noorderkroon bevat geen heldere deep sky-objecten die zichtbaar zijn in kleine telescopen. We vinden er het spiraalstelsel NGC 6085 van magnitude 14,5, het elliptische sterrenstelsel NGC 6086 van magnitude 12,7 die beiden lid zijn van de cluster Abell 2162 en ook de spiraalvormige sterrenstelsels NGC 6122 (magnitude 14,6), NGC 6120 (magnitude 14,3) en IC 4539 (magnitude 16,3) en het interacterende paar IC 1166.
Het sterrenbeeld herbergt verschillende clusters van sterrenstelsels die samen de Corona Borealis supercluster vormen, de meest prominente supercluster op het noordelijk halfrond.
De beste tijd van het jaar om de sterren en deep sky-objecten in de Noorderkroon te bekijken is de maand juli wanneer het sterrenbeeld in de vroege avond hoger boven de horizon komt. Het hele sterrenbeeld is zichtbaar vanaf locaties tussen de breedtegraden 90° en -50°.
De 10 helderste sterren in Corona Borealis zijn Alphecca (Alpha CrB, mag. 2,23), Nusakan (Bèta CrB, mag. 3,65 – 3,72), Gamma Coronae Borealis (mag. 3,83), Theta Coronae Borealis (mag. 4,13), Epsilon Coronae Borealis (mag. 4,13), Delta Coronae Borealis (mag. 4,57 – 4,69), Zeta Coronae Borealis (mag. 4,64), Tau Coronae Borealis (mag. 4,76), Kappa Coronae Borealis (mag. 4,79), and Xi Coronae Borealis (mag. 4,85).
T Coronae Borealis
Spectraalklasse | M3III+p |
Variabel type | Terugkerende nova |
Schijnbare helderheid (magnitude) | 2,0 – 10,8 |
Afstand (lichtjaar – parsec) | 2630 – 806 |
Radiale snelheid (km/s) | -27,8 |
Massa (zon=1) | 1,12 en 1,37 |
Lichtsterkte (zon=1) | 655 en 100 |
Straal (zon=1) | 75 |
Temperatuur (Kelvin) | 3600 |
Sterrenbeeld | Corona Borealis – Noorderkroon |
Namen en aanduidingen | T Coronae Borealis Vlammende Ster HD 143454 |
Eerste publicatie: 1 september 2024
Bron: Wikipedia & vele anderen