Ruimtesondes

Viking 1 – de eerste Amerikaanse lander op Mars

Viking 1
Viking 1 – de eerste Amerikaanse lander op Mars

Viking 1 maakte op 20 juli 1976 een geslaagde landing op Mars. De Viking landde in Chryse Planitia en bleef van uit die locatie gedurende zes jaar foto’s, data en experimenten terugsturen naar de Aarde. Over de resultaten van sommige experimenten wordt nog steeds gediscussieerd.

Een ambitieus project

NASA wilde met een ambitieus project naar Mars toe. Ze noemden het Voyager (niet te verwarren met de latere Voyager 1 en Voyager 2). NASA wilde gebruik maken van de Saturnus V-raket, die eerst in het Apollo-project was gebruikt om mensen naar de Maan te brengen, om de Voyager naar Mars te sturen. De beoogd missie bestond uit een sonde die in een baan om de planeet zou komen en een lander die gedurende een Marsjaar (twee Aardse jaren) vanaf de grond onderzoek zou doen. In 1970 werden de kosten voor dit project geschat op 2 miljard dollar. Helaas zat de NASA in die periode krap bij kas en was men genoodzaakt om het project te herzien.

Er werd besloten om met behulp van kleinere raketten twee sondes en twee landers te lanceren die gedurende een periode van 90 dagen op Mars zouden moeten blijven. De kosten voor het Viking project werden door de NASA op 1 miljard dollar geschat.

Lancering en landing van de Viking 1

Viking 1 werd op 20 augustus 1975 met een Titan III-e raket gelanceerd. Viking 2 volgde op 9 september 1975.

De lander van Viking 1 zou op 4 juli 1976 op Mars moeten landen. Dat is een nationale feestdag in de Verenigde Staten. De beoogde landingsplaats in Chryse was gebaseerd op foto’s die door de Mariner 9 waren genomen. Dat waren foto’s in minder hoge resolutie. Bij het naderen van Mars liet Viking 1 een heel ander beeld zien dan verwacht en de wetenschappers maakten zich zorgen of Viking 1 daar wel veilig kon landen. Probleem was dat de landing gepland stond voor 4 juli 1976, de tweehonderdste verjaardag van de Verenigde Staten. De landing maakte deel uit van de feestelijkheden. De luchtleiding koos voor veiligheid en stelde de landing uit totdat er meer zekerheid was gevonden. Er werd een nieuwe locatie gevonden in Chryse Planitia, ongeveer 575 kilometer westelijk van de beoogde landingsplaats. Op 6 juli 1976 werd de baan van de Viking 1 aangepast en op 20 juli 1976 volgde een succesvolle landing op de rode planeet. Zeven jaar eerder stond op die dag voor het eerst een mens op de Maan.

De eerste foto van Viking 1
De eerste foto van Viking 1 van het oppervlak van Mars. Credit: NASA/JPL

Zes jaar van wetenschappelijke waarnemingen

De beide Vikings zouden ieder 90 dagen op Mars moeten kunnen functioneren maar de beide landers en de sondes in een baan om de planeet hielden het jarenlang vol.

Vanuit een baan om Mars maakten de beide ruimtesondes foto’s van de vulkanen en fotografeerden oude kanalen waar mogelijk in een ver verleden water heeft gevloeid. De camera’s maakten detailopnames van Valles Marineris en fotografeerden kraters en andere oppervlaktestructuren.

De lander van de Viking 1 stuurde al enkele minuten na de landing zijn eerste foto’s naar de Aarde en maakte er in de zes jaar dat hij functioneerde nog enkele duizenden. Met uitzondering van het seismometer experiment bleven alle wetenschappelijk instrumenten functioneren tot 13 november 1982 toen de Viking 1 werd uitgeschakeld.

De resultaten van de Viking 1 leverden enkele verrassingen op. Zo lag de landingsplaats bezaaid met verschillende soorten rotsen die vermoedelijk allemaal een andere herkomst hadden. Het weer van dag tot dag was gelijkmatig maar de Viking was wel in staat om de seizoenen op te merken. Gedurende de dag was de windsnelheid hoger en zwakte af tijdens de nacht. De lander vond magnetische deeltjes in de grond maar de wetenschappers konden de precieze samenstelling van de grond niet volledig achterhalen.

De resultaten waren belangrijk omdat zo een beeld werd verkregen van wat mensen zouden ervaren als ze op Mars rond zouden lopen. Stofstormen, straling en weersomstandigheden zijn belangrijk voor het geval mensen ooit aan de lange reis naar Mars beginnen.

Vond Viking 1 leven op Mars?

De eerste kleurenfoto van het oppervlak van Mars
De eerste kleurenfoto die de Viking 1 maakte van het oppervlak van Mars Credit: NASA/JPL

De experimenten die de Viking 1 en Viking 2 uitvoerden om na te gaan of er leven op de planeet is hebben tot nogal wat discussies geleid. De beide landers hadden eenvoudige middelen aan boord om naar leven te zoeken. De resultaten werden destijds negatief geïnterpreteerd: op Mars komt geen leven voor. Echter meer recente studies van de resultaten van de beide Vikings trekken die conclusies in twijfel.

Het experiment dat naar leven zocht bestond uit drie delen waarvan het deel dat maar micro-organismes in de Marsbodem stond het meeste ter discussie is gesteld. Viking 1 pakte een beetje grond van de planeet en warmde dit op tot 500 °C en keek of er signalen van organisch materiaal aanwezig waren. Beide Vikings vonden die signalen niet. Maar er rezen later vragen over deze experimenten. Waren ze wel gevoelig genoeg om leven te kunnen vinden? Waren de resultaten eenduidig genoeg om het voorkomen van leven uit te sluiten?

In 2006 werden de experimenten van de Vikings onder vergelijkbare omstandigheden op Aarde nagebootst en men detecteerde organische componenten op een niveau dat buiten het bereik lag van de instrumenten aan boord van de Vikings waarmee werd gesuggereerd dat de Vikings de aanwezigheid van leven mogelijk hebben gemist.

In 2010 verscheen een studie waarin werd beweerd dat de Vikings mogelijk organisch materiaal hebben vernietigd voor dat het gedetecteerd kon worden. Onderzoekers gingen er vanuit dat er perchloraten aanwezig zouden zijn op de landingsplaats van de Vikings. Perchloraten werden in 2008 door de Mars Phoenix gevonden. De wetenschappers namen grond die lijkt op die van Mars en injecteerden die met perchloraten alvorens de bodem te verhitten. Na verhitting was er chloormethaan en dichloormethaan zichtbaar en dat komt over een met wat de Vikings vonden. Men toonde daar mee aan dat organisch materiaal bij verhitting in die componenten afgebroken kan worden en dat betekent dat organisch materiaal tijdens het experiment kan zijn vernietigd.

De aanwezigheid van organisch materiaal betekent niet dat er leven is maar het is hier op Aarde wel een belangrijke factor. Met de Curiosity die momenteel nog op Mars rond rijdt zoeken wetenschappers verder naar leven waarbij wel moet worden opgemerkt dat de Curosity hier niet specifiek voor is ontworpen. Deze rover doet onderzoek naar de bewoonbaarheid van de planeet nu en in het verleden.

Eerste publicatie: 4 maart 2017
Bron: space.com