Deepsky

Messier 16 – de Adelaarsnevel

Messier 16 is een stervormingsgebied in het sterrenbeeld Serpens – Slang. Het is ook bekend als NGC 6611 en als de Adelaarsnevel. Het is een bekend stervormingsgebied dat een jonge open sterrenhoop omringd. De sterrenhoop die met de nevel wordt geassocieerd bestaat uit een aantal jonge sterren van spectraalklasse O en B.

Messier 16 is bekend van de “Pillars of Creation”, een gebied waar intense stervorming plaatsvindt. De gebied werd in de jaren ’90 vastgelegd door de Hubble Space Telescope. De Adelaarsnevel bevat  verschillende actieve stervormingsgebieden.

Pillars of Creation - Hubble Space Telescope
Binnen deze gasachtige pilaren, de vele lichtjaren lang zijn, ontstaan en groeien nieuwe sterren. Deze opname werd op 1 april 1995 gemaakt met de Wide Field Planetary camera 2. Credit: NASA

De Adelaarsnevel heeft zijn naam te danken aan zijn vorm die doet denken aan een adelaar. De nevel maakt deel uit van een groter H II gebied met de aanduiding IC 4703. Dit is een diffuse emissienevel op een afstand van ongeveer 7000 lichtjaar van de Aarde.

Messier 16 is zichtbaar in verrekijkers en amateurtelescopen. Die tonen ongeveer 20 sterren en een beetje van de omringende neveligheid. De drie zuilen vereisen uitzonderlijk goede waarneemomstandigheden. De Adelaarsnevel en de open sterrenhoop kunnen het beste bij lage vergrotingen worden bekeken.

Wetenswaardigheden

De sterrenhoop die met de Adelaarsnevel is geassocieerd werd in 1745-46 gevonden door de Zwitserse astronoom Philippe Loys de Chéseaux. Hij zag de sterrenhoop maar niet de omringende nevel.

In juni 1764 was Charles Messier de eerste die de neveligheid rondom de sterrenhoop waarnam.

Messier schreef, “In dezelfde nacht van 3 op 4 juni 1764 heb ik een cluster van kleine sterren ontdekt, gemengd met een zwak licht, nabij de staart van Serpens, op korte afstand van de parallel van de ster Zeta van dat sterrenbeeld: deze cluster kan 8 boogminuten in extensie hebben: met een zwakke refractor verschijnen deze sterren in de vorm van een nevel; maar wanneer men een goed instrument gebruikt, onderscheidt men deze sterren en merkt men bovendien een neveligheid op die drie van deze sterren bevat. Ik heb de positie van het midden ban deze cluster bepaald; zijn rechte klimming was 271d 15’3” en zijn declinatie 13d 51’44” zuid.”

Messier nam de nevel op in zijn catalogus als het 16de object op de lijst en he tis nog steeds bekend als Messier 16. De nevel werd toegevoegd aan de IC II-catalogus van 1908 als IC 4703, en wordt vaak met die aanduiding aangeduid, de opensterrenhoop is bekend als NGC 6611.

De Adelaarsnevel wordt verlicht door het ultraviolette licht van de jonge sterren die nieuw zijn ontstaan in een van de stervormingsgebieden van de nevel. De hete, jonge sterren in de nevel zenden ook sterke röntgenstraling uit. De nevel heeft een geschatte massa van meer dan 12.000 zonsmassa.

HD 168076, de helderste ster in de Adelaarsnevel, is een dubbelstersysteem bestaande uit een O3,5V-ster en een O7.5V-ster. Het stersysteem heeft een visuele helderheid van magnitude 8,24 en is met een goede verrekijker te zien.

Een mozaïek van zichtbaar licht (Hubble) en infrarood licht (Webb) van hetzelfde frame uit de Pillars of Creation-visualisatie.
Een mozaïek van zichtbaar licht (Hubble) en infrarood licht (Webb) van hetzelfde frame uit de Pillars of Creation-visualisatie. Credits: Greg Bacon / Ralf Crawford / Joseph DePasquale / Leah Hustak / Christian Nieves / Joseph Olmsted / Alyssa Pagan / Frank Summers, STScI / NASA’s Universe of Learning.

De jonge open sterrenhoop die met Messier 16 wordt geassocieerd bestaat uit ongeveer 460 sterren. De helderste leden van de sterrenhoop zijn van spectraalklasse O. het zijn uitzonderlijk zware, heldere sterren en kunnen tot wel een miljoen keer helderder zijn dan de Zon. De leeftijd van de sterrenhoop wordt geschat op 1 – 2 miljoen jaar.

De andere naam voor Messier116, de Star Queen Cluster, werd door de Amerikaanse astronoom Robert Burnham Jr. geïntroduceerd. Hij gaf deze naam omdat hij vond dat de centrale zuil in de nevel leek op de “Star Queen” in silhouet.

De Adelaarsnevel werd in 1895 voor het eerst afgebeeld door de Amerikaanse astronoom Edward Emerson Barnard. In 1897 fotografeerde Isaac Roberts het object waarna het aan de IC-catalogus werd toegevoegd.

Locatie en grootte

De Adelaarsnevel heeft een grootte van ongeveer 70 * 55 lichtjaar en is ongeveer 7000 lichtjaar van de Aarde verwijderd. De nevel bevindt zich in de Sagittarius-Carina-arm van ons zonnestelsel. Dit is de binnenste spiraalarm en ligt naast de arm waar wij ons in bevinden.

de locatie van Messier 16 in het sterrenbeeld Serpens - Slang.
De locatie van Messier 16 in het sterrenbeeld Serpens – Slang. Credit: IAU and Sky & Telescope magazine (Roger Sinnott & Rick Fienberg)

Messier 16 kan worden gevonden uitgaande van het Theepotje in Sagittarius – Boogschutter en vervolgens de lijn ter volgen van de ster Epsilon Sagittarii – Kaus Australis, de helderste ster in de Boogschutter, tot net ten oosten van Delta Sagittarii – Kaus Media. Een andere manier om de nevel te vinden is door een lijn te trekken van Lambda Scuti in het sterrenbeeld Scutum – Schild naar Alpha Scuti en vervolgens naar het zuiden naar Gamma Scuti.

Door een verrekijker gezien bevindt de Adelaarsnevel zich in  hetzelfde beeldveld als Messier 17 – de Omganevel in de b=Boogschutter. Dit gebied van de sterrenhemel bevat verschillende andere opmerkelijke deepsky objecten, waaronder Messier 22, Messier 28, Messier 8 – Lagunenevel, Messier 20 – Trifidnevel, Messier 21, Messier 23, Messier 24, Messier 25 en Messier 18.

Onder goede waarneemomstandigheden is  de open sterrenhoop in Messier 16 gemakkelijk te vinden maar om de omringende nevel te zien is een telescoop met een grotere opening nodig.

De beste tijd om de Adelaarsnevel vanaf het noordelijk halfrond te bekijken is in de herfst en vroeg in de winter. De nevel is dan ’s avonds in het zuiden zichtbaar.

Messier 16 – data

Namen en aanduidingenMessier 16
NGC 6611
IC 4703
Adelaarsnevel
SterrenbeeldSerpens (Cauda)
Afstand (lichtjaar)7000
Visuele helderheid (magnitude)6,0
Absolute helderheid (magnitude)-8,21
Schijnbare grootte (boogminuten)7,0
Straal (lichtjaar)70 * 50
Leeftijd (miljoen jaar)5,5

Zuilen der Schepping

De Pillars of Creation in infrarood licht
De “Pillars of Creation” in infrarood licht. Credit: NASA, ESA/Hubble and the Hubble Heritage Team)

Het gebied dat bekend staat als de “zuilen der Creatie”(Pillars of Creation) werd in 1995 beroemd toen het met behulp van de Hubble Space Telescope werd vastgelegd. Het is een van de stervormingsgebieden in de Adelaarsnevel. De zuilen strekken zich uit over een gebied van ongeveer 4 lichtjaar en worden verlicht door het licht van nieuw gevormde sterren.

Het zuilengebied lijkt op de grotere Zielnevel, gelegen in het sterrenbeeld Cassiopeia dat de bijnaam “Zuilen van Stervorming” kreeg.

Het gebied bestaat uit kolommen van interstellair stof en waterstofgas waarin nieuwe sterren ontstaan. De dichte gaszakken die boven op de zuilen zichtbaar zijn worden EGG’s genoemd, Evaporating Gaseous Globules (verdampende gasbolletjes), en blijven ongeveer 10.000 – 20.000 jaar bestaan. De bolletjes die genoeg gas bevatten zullen uiteindelijk instorten om nieuwe sterren te vormen.

Beelden die in 2007 met de Spitzer Space Telescope werden gemaakt geven aan dat de zuilen mogelijk zijn vernietigd als gevolg van een supernovagebeurtenis die in de buurt plaatsvond, maar het licht dat het resultaat van de supernova laat zien, zal ons pas over 1000 jaar bereiken.

Er wordt aangenomen dat de supernovagebeurtenis ongeveer 8000 – 9000 jaar geleden heeft plaatsgevonden. De schokgolf van de gebeurtenis zou een paar millennia nodig hebben gehad om door het gebied te bewegen en de nevel bevindt zich op 7000 lichtjaar afstand van de Aarde, wat betekent dat we hem zien zoals hij er 7000 jaar geelden uitzag. Het gebied waar de supernova plaatsvond staat vol met jonge, zeer zware sterren die ook klaar zijn om als supernova uit te gaan.

Eerste publicatie: 11 januari 2025