Sterrenkunde koeterwaals

Sterrenkunde koeterwaals – Eclipserende dubbelster

Artist impressie van de banen van de sterren en het zwarte gat van HR 6819
Deze artist impressie toont de banen van de objecten in het drievoudige HR 6819 systeem. Dit systeem bestaat uit een dubbelster waarvan een van de sterren (baan in blauw) rond een zwart gat (baan in rood) draait, alsook een andere ster met een wijdere baan (ook in blauw). Credit: L. Calçada/ESO

Ons sterrenstelsel herbergt heel veel dubbelsterren. Zoveel zelfs dat de meerderheid van alle sterren in ons sterrenstelsel lid is van een dubbelstersysteem. Astronomen kunnen de meeste binaire systemen alleen vinden door intensief onderzoek, hetzij met een telescoop die groot genoeg is om twee of meer sterren te onthullen waarvan we ooit dachten dat het er maar eentje was, of door midden van spectroscopie naar een wiebelbeweging van de ster te kijken. Deze wiebeling kan worden veroorzaakt door de baan van een verborgen metgezel.

Maar soms maakt de Melkweg het ons gemakkelijk en maakt ze reclame voor het bestaan van een dubbelster. Als de baan van de dubbelster precies goed is uitgelijnd, puur toeval, dan zullen de sterren periodiek voor elkaar langs bewegen waardoor hun gecombineerde helderheid afneemt. Astronomen noemen deze situatie een verduisterende dubbelster, omdat de twee sterren elkaar constant verduisteren.

Het bekendste voorbeeld van een eclipserende dubbelster is de ster Algol in het sterrenbeeld Perseus. Middeleeuwse Arabische astronomen gaven de ster deze naam, die “wonderbaarlijk” betekent, omdat ze merkten dat de helderheid af en toe verandert. Bij ons is de ster ook bekend als de duivelsster.

Afhankelijk van de grootte van de sterren, de helderheid van de afzonderlijke sterren en de grootte van de baan, kan een eclipserende dubbelster een of twee keer in helderheid afnemen. Als er twee dips plaatsvinden wordt de grootste dip de primaire verduistering genoemd, ongeacht of het de grotere of kleinere ster is die de helderheidsvermindering veroorzaakt.

Eclipserende dubbelsterren zijn fantastische hulpmiddelen om sterren beter te leren begrijpen want ze onthullen heel veel nuttige informatie. De lichtcurve, die een kaart is van de verandering in de gecombineerde helderheid van de twee sterren, vertelt astronomen de aard van de baan en de relatieve afmetingen van elke ster. Met behulp van het spectrum van de twee sterren kunnen astronomen vervolgens hun massa berekenen. De combinatie van de twee onthult de dichtheden van de sterren en dat is een ongelooflijk nuttig getal dat wordt gebruikt om de aard van het binnenste van de sterren te helpen begrijpen.

Sinds ongeveer 1995 hebben astronomen telescopen die groot genoeg zijn (we hebben het dan over telescopen met een doorsnede van minstens 8 meter) om eclipserende dubbelsterren waar te nemen in andere sterrenstelsels, waaronder in de Grote en Kleine Magelhaanse Wolken en het Andromedastelsel.

Dit artikel maakt deel uit van de serie Sterrenkunde – koeterwaals. Het zijn vertaalde en eventueel bewerkte berichten van de rubriek Astronomy 101 van de website UniverseToday