Messier 20 – Trifidnevel
Messier 20 is een helder H II-gebied op een afstand van 4100 lichtjaar van de Aarde in de richting van het sterrenbeeld Sagittarius – Boogschutter. Messier 20 heeft een schijnbare helderheid van magnitude 6,3 en een schijnbare grootte van 28 boogminuten. Het object is daarmee gemakkelijk zichtbaar in een verrekijker of kleine telescoop. In de New General is de nevel opgenomen als NGC 6514 en daarnaast heeft de nevel de bijnaam Trifidnevel.
De Trifidnevel is een van de meer opvallende Messier-objecten. Het is een groot stervormingsgebied bestaande uit drie soorten nevels en een jonge open sterrenhoop. De nevel heeft een diameter van 42 lichtjaar en bevindt zich in de Scutum-Centaurus-arm van ons sterrenstelsel.
De complexe stellaire kraamkamer heeft een kenmerkend drievoudig uiterlijk. De naam Trifid betekent “verdeeld in drie lobben” en verwijst naar de manier waarop de donkere stofbanen de nevel in drie secties lijkt te verdelen.

De Trifidnevel bestaat uit een emissienevel, een reflectienevel en een donkere nevel. De emissienevel, die op lang-belichte opnames een rode kleur heeft, bestaat uit wolken gas die door de intense straling van de nabije zware sterren wordt aangeslagen. De hoge-energie protonen die door deze sterren worden uitgezonden ioniseren de omringende wolken waarin ze zijn ontstaan.
De rode emissienevel in Messier 20 wordt verlicht door de hete, massieve O-sterren die de open sterrenhoop vormen. Deze sterrenhoop is geclassificeerd als C 1759-230 en het is een van de jongste bekende open sterrenhopen.
Onder de jonge sterren in de sterrenhoop bevindt zich het drievoudige stersysteem ADS 10991. De hoofdcomponent van dit systeem, ADS 10991 A – HD 164492A, is een hete lichtsterke ster van spectraalklasse O7.5III. met een massa van meer dan 20 zonsmassa is het de meest massieve ster in dit gebied. Het is een van de 3100 sterren van de jonge sterrenhoop.
De intense straling van de massieve nieuwe sterren heeft het gas en stof in de omgeving van de cluster weggeblazen. Als gevolg hiervan vindt er geen stervormingsactiviteit meer plaats in de buurt van de cluster.
De blauwe reflectienevel reflecteert het licht van de nabijgelegen sterren maar de energieproductie van deze sterren is onvoldoende om de gaswolken hun eigen licht uit te laten zenden en een emissienevel te produceren. De reflectienevel die in het noorden te zien is, is niet fysiek geassocieerd met Messier 20 maar bevindt zich slechts in dezelfde gezichtslijn.
De donkere nevel bestaat uit koude, dichte wolken van interstellair stof. Het absorbeert het zichtbare licht van de emissie- en reflectienevel op de achtergrond. De donkere nevel in Messier 20 werd door de Amerikaanse astronoom E.E. Barnard gecatalogiseerd als Barnard 85.
De heldere open sterrenhoop die zich in de kern van de emissienevel bevindt, wordt gedeeltelijk verduisterd door de dikke stofbanen die zichtbaar licht blokkeren en delen van het centrale gebied van de nevel verbergen. De donkere stofbanen tekenen zich af tegen de helderdere nevel op de achtergrond.
Waarnemingen met behulp van de Spitzer Space Telescope van de NASA in januari 2005 resulteerden in de ontdekking van 30 enorme embryonale sterren en nog eens 120 kleinere pasgeboren sterren die nog niet eerder waren gezien in het zichtbare licht van de Trifidnevel. Spitzers infrarode oog kon door het verduisterende stof en gas heen kijken en jonge sterren en protosterren in het stervormingsgebied identificeren.
De sterren zijn verspreid over de heldere wolken en donker stofbanen van de Trifidnevel. De wolk met embryonale sterren heeft een stellaire straalstroom van ongeveer 0,75 lichtjaar lang die afkomstig is van een jong ester die in de stellaire kraamkamer is ingebed.
Afbeeldingen van de Trifidnevel laten een lange stengel zien die vanuit de dikke wolk rechts van d straalstroom wijst. De stengel is dicht genoeg om niet weggeblazen te worden door de straling van de ster. Het is een voorbeeld van een verdampende gasbol (EGG = Evaporating Gaseous Globule)
Verdampende gasbollen zijn grote, dichte gebieden van waterstofgas waarin gassen worden afgeschermd van het intense ioniserende ultraviolette licht van nabijgelegen sterren. Deze objecten werden voor het eerst geïdentificeerd in de Pillars of Creation, een gebied van stervorming binnen de grotere Adelaarsnevel – Messier 16 in het sterrenbeeld Serpens – Slang.
De Trifidnevel is onder amateurastronomen een populair object want he tis vrij helder en gemakkelijk waar te nemen in kleine telescopen. Hoewel de Trifidnevel zichtbaar is met een verrekijker is de nevel het beste waar te nemen in grotere telescopen die de lobben van de nevel duidelijker zichtbaar maken.
Messier 20 is ook een populair doelwit voor astrofotografen. De nevel bevindt zich 2° ten noordwesten van de helderdere en grotere Lagunenevel – Messier 8) van magnitude 4,6 en slechts 075° ten noordoosten van Messier 21, een open sterrenhoop van magnitude 6,5. De drie heldere objecten bevinden zich in kleine telescopen hetzelfde brede veld.
Men dacht ooit dat de Trifidnevel op een veel grotere afstand was meer gebaseerd op gegevens van de Gaia-missie plaatst men de nevel nu op een vergelijkbare afstand als de Lagunenevel.
Wetenswaardigheden
De Trifidnevel werd op 5 juni 1764 gevonden door de Franse astronoom Charles Messier. Hij beschreef het object als een “cluster van sterren, iets boven de ecliptica, tussen de boog van Sagittarius en de rechtervoet van Ophiuchus.” In dezelfde nacht ontdekte Messier ook de open sterrenhoop Messier 21.
De in Duitsland geboren Engelse astronoom William Herschel gaf de nevel in de jaren 1780 vier verschillende nummers: H IV.41, H V.10, H V.11 en H V.12.
John Herschel was degene die de naam Trifid bedacht, nadat hij de donker stofbanen had waargenomen die de nevel in drie lobben verdeelden.
De Deense astronoom John Louis Emil Dreyer, die de New General Catalogue samenstelde, beschreef de Trifidnevel als “een prachtig of anderszins interessant object, zeer helder, zeer groot, trifid, dubbelster erbij betrokken.”
De Trifidnevel wordt vaak genoemd in sciencefictionwerken, waaronder Beast Wars, een serie die zich afspeelt in het Transformers-heelal, en in Star Trek: The Originals-aflevering “The Alternative Factor”, waarin Messier 20 dienst als een portaal tussen twee heelallen.
Locatie
Messier 20 bevindt zich in de richting van het sterrenbeeld Boogschutter. De nevel bevindt zich in het noordwestelijke deel van het sterrenbeeld en is gemakkelijk te vinden omdat hij zich in de buurt van het Theepotje bevindt. Dit is een helder en opvallend sterpatroon dat de hemelse Boogschutter in de lucht laat opvallen.
Het Theepotje wordt gevormd door de helderste sterren van Sagittarius en kan worden gebruikt om veel van de heldere deepsky-objecten in dit deel van de sterrenhemel te vinden. Messier 20 kan worden gevonden door een lijn te trekken van Phi Sagittarii door Lambda Sagittarii – Kaus Borealis. Als alternatief kan de nevel worden gevonden door een lijn te trekken van Lambda Sagittarii door het middelpunt van de denkbeeldige lijn die Kaus Media en Alnasl verbindt.
Messier 20 is een van de verschillende heldere deepsky-objecten die in dit deel van de hemel zijn te vinden. de helderdere en grotere Lagunenevel – Messier 8 bevindt zich net ten zuidoosten en de open sterrenhoop Messier 21 ligt ten noordoosten. De open sterrenhoop Messier 23, de bolvormige sterrenhopen Messier 22 en Messier 28 en verschillende zwakkere sterrenhopen bevinden zich ook in dit gebied.
Door een verrekijker gezien ziet de Trifidnevel eruit als een wazige cirkelvormige vlek. Kleine telescopen onthullen de donkere stofbanen. Grotere telescopen tonen de onregelmatige vorm van de nevel en de drie donkere stofbanen die zich vanuit het centrale gebied van de nevel verspreiden. De kleinere compacte sterrenhoop ten noordoosten van Messier 20 is Messier 21.
De nevel is zichtbaar vanaf locaties ten zuiden van 66° noorderbreedte en is het beste te zien vanaf het zuidelijk halfrond. De beste tijd van het jaar om Messier 20 en de andere deepsky-objecten in de Boogschutter te bekijken is in de maand augustus als het sterrenbeeld in de avonduren hoger boven de horizon klimt.
Messier 20 – de Trifidnevel
Sterrenbeeld | Sagittarus – Boogschutter |
Type object | H II-gebied |
Schijnbare helderheid (magnitude) | 6,3 |
Schijnbare grootte (boogminuten) | 28 |
Afstand (lichtjaar – parsec) | 4100 – 1260 |
Straal (lichtjaar) | 21 |
Namen en aanduidingen | Messier 20 NGC 6514 Trifidnevel Collinder 360 Sharpless 30 |
Eerste publicatie: 19 januari 2025