Messier 12
Messier 12 is een bolhoop op een afstand van ongeveer 15.700 lichtjaar van de Aarde in de richting van het sterrenbeeld Ophiuchus – Slangendrager. De bolhoop heeft een visuele helderheid van magnitude 7,68. In de New General Catalogue is Messier 12 opgenomen als NGC 6218.
Messier 12 is met het blote oog niet te zien maar onder goede omstandigheden is een kleine verrekijker al voldoende. Met een 20 cm telescoop of groter kunnen er sterren worden waargenomen in de bolhoop. Een 25 cm telescoop toont een kern van 3 boogminuten doorsnede en een halo van sterren die zich tot op 10 boogminuten uitstrekt.
Messier 12 heeft een doorsnede van 75 lichtjaar en is op een afstand van 3° van Messier 10 te vinden. Messier 12 bevindt zich 2° noord en 2° west van Messier 10 en 2° noord en 8,5° oost van de ster Delta Ophiuchi maar ook 5,6° van de ster Lambda Ophiuchi – Marfik. De bolhoop nadert ons met een snelheid van 16 km/s.
Messier 12 is in telescopen met een opening van 75 mm zichtbaar als een kleine wazige bal maar een 20 cm telescoop toont de helderste sterren. Nog grotere telescopen tonen sterren over het gehele gebied van de bolhoop.

Messier 12 heeft een Shapley-Sawyer classificatie van IX en dat betekent dat de sterren van de bolhoop relatief losjes geconcentreerd zijn in de richting van et centrum van de bolhoop. Vergeleken met Messier die van klasse VII is, is Messier 12 aanzienlijk minder dichting richting het centrale gebied.
De bolhoop werd op 30 mei 1764 gevonden door Charles Messier. Hij voegde het object toe aan zijn catalogus en beschreef het als “nevel zonder sterren”, ontdekt in de slang, tussen de arm en linkerkant van Ophiuchus: deze nevel bevat geen ster, hij is rond en zijn licht is zwak; in de buurt van deze nevel staat een ster van magnitude 9”.
In 1771 schreef Messier wat gedetailleerder over de bolhoop:
In dezelfde nacht van [mei] 30 op 31, 1764, heb ik een nevel ontdekt in Serpens, tussen de arm en de linkerkant van Ophiuchus, volgens de kaarten van Flamsteed: Die nevel bevat geen enkele ster; hij is rond, zijn diameter kan 3 boogminuten zijn, zijn licht is zwak; je kunt hem heel goed zien met een gewone [niet-achromatische] refractor van 3 voet. Ik heb zijn positie bepaald door hem te vergelijken met de ster Delta Ophiuchi; zijn rechte klimming is vastgesteld op 248d 42′ 10″, & zijn declinatie op 1d 30′ 28″ zuid. Ik heb hem gemarkeerd in de kaart van het schijnbare pad van de komeet die ik vorig jaar heb waargenomen (de komeet van 1769).
De Duitse astronoom Johann Elert Bode nam de bolhoop in 1774 waar en omschreef het ook als een nevel:
Op 14 augustus ontdekte ik in Ophiuchus twee nieuwe nevels (M10 en M12) niet ver van elkaar. Eén ervan bevindt zich ten zuiden van 14, 16, 19 en 21 Oph, nabij de westelijke arm, de andere daaronder en oostwaarts, dicht ten westen van 30 Oph. Deze nevels lijken erg bleek en daarom vond ik niet erg betrouwbaar de scheiding tot Lambda als 6deg 7′, tot de ster 14 als 3deg 50′ en tot 21 als 3deg 32′. De andere is van de 21e ster gescheiden door 5deg 32′ en door 1deg 4′ van de 30e, zoals weergegeven in de tweede afbeelding.
William Herschel was de eerste die de bolhoop in afzonderlijke sterren oploste. Hij merkte op: “1783, 1799, 10 voet telescoop. Met 120 en een opening van 4 inch, gemakkelijk op te lossen; met 5 inch worden sterren zichtbaar; met 6 inch, vrij duidelijk zichtbaar; en met alles open, toont de laagste vergroting de sterren.”
Messier 12 bevat ongeveer 200.000 sterren. De helderste sterren zijn van de 12de magnitude en de gemiddelde magnitude van de 25 helderste sterren bedraagt 13,,97. De Amerikaanse astronoom Allan Sandage vond 13 variabele sterren in de bolhoop.
In 2006 ontdekte men dat Messier 12 verrassend weinig sterren met een lage massa bevat. Wetenschappers denken dat deze sterren door de zwaartekracht van de Melkweg uit de bolhoop zijn getrokken en dat de bolhoop gedurende zijn leven ongeveer een factor 4 aan sterren heeft verloren. Met andere woorden, de baan van de bolhoop door de Melkweg bracht het in dichtere gebieden waardoor Messier 12 ongeveer een miljoen sterren uitzette in de halo van de Melkweg. Dit verklaart ook waarom er in Messier 12 nauwelijks rode dwergen voorkomen. Over ongeveer 4,5 miljard jaar is Messier helemaal uit elkaar gevallen.
De beste tijd van het jaar om Messier 12 te bekijken is gedurende de maanden mei, juni en juli.
Messier 12 – data
Type object | Bolhoop, bolvormige sterrenhoop |
Klasse | IX |
Namen en aanduidingen | Messier 12 NGC 6218 Kauwgumbal-sterrenhoop |
Sterrenbeeld | Ophiuchus – Slangendrager |
Afstand (lichtjaar – parsec) | 15.700 – 4800 |
Leeftijd (miljard jaar) | 12,67 |
Aantal sterren | 200.000 |
Schijnbare helderheid (magnitude) | 7,68 |
Schijnbare grootte (boogminuten) | 16 |
Straal (lichtjaar) | 37,2 |
Locatie

Eerste publicatie: 5 januari 2025