Deepsky

Messier 6

Inhoudsopgave

Messier 6 is een heldere open sterrenhoop in het sterrenbeeld Scorpius – Schorpioen. De sterrenhoop bevindt zich in de richting van het galactische centrum op een afstand van ongeveer 1600 lichtjaar.

Het was de Amerikaanse astronoom Robert Burnham die de sterrenhoop de bijnaam Vlinder-sterrenhoop gaf. Hij beschreef de sterrenhoop als een “charmante groep waarvan de opstelling doet denken aan de omtrek van een vlinder met open vleugels”. De sterremhoop heeft een schijnbare helderheid van magnitude 4,2 en staat als NGC 6405 in de New General Catalogue.

Messier 6 is ongeveer 100.000 jaar oud. De meeste heldere, zichtbare sterren erin zijn hete, jonge blauwe sterren die tot spectraalklasse B4 en B5 behoren. De helderste ster in de sterrenhoop is echter een oranje reus van spectraalklasse K.

Deze ster, BM Scorpii  HD 160371. Is een semi-regelmatige variabele ster met helderheidsvariaties van magnitude 5,5 tot 7. De sterren van Messier 6 zijn allemaal in dezelfde moleculaire wolk ontstaan en bewegen allemaal samen door de ruimte. Ze zijn losjes door de zwaartekracht aan elkaar gebonden.

Messier 6 in Scorpius
Messier 6 in Scorpius. Door Ole Nielsenhttp://www.ngc7000.org/ccd/m6-20050902-900.jpg, CC BY-SA 2.5, Koppeling

De open sterrenhoop werd vóór 1654 ontdekt door de Italiaanse astronoom Giovanni Battista Hodierna. Mogelijk heeft ook de Griekse astronoom Claudius Ptolemeus in de tweed eeuw de sterrenhoop al gezien toen hij de nabijgelegen open sterrenhoop Messier 7 observeerde. Deze ligt slechts 5° ten zuidoosten van Messier 6. Messier 7, ook wel de Ptolemeus-sterrenhoop genoemd, is een aanzienlijk helderdere en grotere open sterrenhoop en bevindt zich op een afstand van slechts 980 lichtjaar van de Aarde.

De Zwitserse astronoom Philippe Loys de Chéseaux ontdekte in 1745 – 46 de sterrenhoop en beschreef hem als “een zeer fijne sterrenhoop.”

Nicolas Louis de Lacaille nam de sterrenhoop in 1752 als Lac III.12 op in zijn catalogus. Lacaille nam de sterrenhoop waar op 16 juni 1672 en beschreef hem als een “eigenaardige sterrenhoop, gerangschikt in drie evenwijdige banden die een ruit van 20 tot 25 mm vormen en omgeven zijn door neveligheid.”

Charles Messier voegde de sterrenhoop op 23 mei 1764 toe aan zijn catalogus. Zijn vermelding luidde: “Een cluster van kleine sterren tussen de boog van Sagittarius en de staart van Scorpius. Voor het blote oog lijkt deze sterrenhoop een nevel zonder sterren te vormen; maar zelfs met het kleinste instrument dat men gebruikt om te onderzoeken, ziet men een sterrenhoop van kleine, zwakke sterren. (Diam. 15’)”

De afstand, het aantal sterren en de andere eigenschappen van Messier 6 werden pas in de 20ste eeuw bepaald.

In 1959 identificeerde de Zweedse astronoom Ake Wallenquist ongeveer 80 sterren in de sterrenhoop die allemaal binnen een gebied van ongeveer 54 boogseconden lagen. Het grootste deel van Messier 6 heeft een hoekdiameter van 25 boogminuten, wat overeenkomt met een diameter van ongeveer 12 lichtjaar.

Messier 6 is het beste met een verrekijker te zien. De schijnbare grootte is ongeveer gelijk aan die van de volle maan. De sterrenhoop bevat meer dan 300 sterren maar met een verrekijker zijn er slechts enkele tientallen te zien. Een kleine telescoop toont ongeveer 80 sterren helderder dan magnitude 11.

De sterrenhoop ligt in het oostelijk deel van de Schorpioen, 5° te noorden en ,5° oostelijk van de meervoudige ster Lambda Scorpii – Shaula. Dit is, met een visuele helderheid van magnitude 1,62, de op één na helderste ster in de Schorpioen en markeert samen met zijn zwakkere buur Upsilon Scorpii – Lesath de stekel van de Schorpioen.

Messier 6, Messier 6 en Shaula vormen een driehoek die zonder verrekijker zichtbaar is, rechts van het Theepotje in de Boogschutter. Messier 7 is het meest zuidelijke Messier-object aan de hemel en bevindt zich iets verder naar het zuidoosten van Messier 6, dichter bij de horizon, terwijl Messier 6 iets hoger aan de hemel staat.

Messier 6 is onder goede omstandigheden zonder verrekijker zichtbaar. De vlindervorm is zichtbaar in een 10 * 50 verrekijker en in kleine telescopen worden er meer sterren zichtbaar. Het contrast tussen de oranje BM Scorpii en andere leden van de sterrenhoop is redelijk opvallend.

De beste tijd om Messier 6 waar te nemen is in de zomermaanden wanneer de Schorpioen voor waarnemers op zuidelijke breedtegraden hoog boven de horizon verschijnt. In Nederland zal Messier 6 nooit boven de horizon komen.

Messier 6 ligt op een kleinere hoekafstand van het galactische centrum dan enig ander Messier-object. Het galactische centrum, het rotatiecentrum van de Melkweg, ligt in de richting van het sterrenbeeld Boogschutter, nabij de grenzen met de sterrenbeelden Schorpioen en Ophiuchus – Slangendrager.

Messier 6 – data

Type objectOpen sterrenhoop
Namen en aanduidingenMessier 6
NGC 6505
Collinder 341
Melotte 178
Vlinder-sterrenhoop
SterrenbeeldScorpius – Schorpioen
Afstand (lichtjaar – parsec)1600 – 491
Leeftijd (miljoen jaar)100
Schijnbare helderheid (magnitude)4,2
Schijnbare grootte (boogminuten)25
Straal (lichtjaar)6

Locatie

de positie van Messier 6 in het sterrenbeeld Scorpius - Schorpioen.
De positie van Messier 6 in het sterrenbeeld Scorpius – Schorpioen. Credit: IAU and Sky & Telescope magazine (Roger Sinnott & Rick Fienberg)

Eerste publicatie: 1 januari 2025