Deepsky

Messier 8

De Lagunenevel is een enorme emissienevel op een afstand van ongeveer 4100 lichtjaar in het sterrenbeeld Boogschutter – Sagittarius. De nevel heeft een schijnbare helderheid van magnitude 4,6 en een grootte van 90 * 40 boogminuten. Het is een populair doelwit voor amateurastronomen. De nevel is bekend als Messier 8 en NGC 6523 in de New General Catalog. De nevel is ook gecatalogiseerd als Sharpless 25, Gum 7 en RCW 46.

Messier 8 is een van de slechts 2 stervormingsgebieden die voor waarnemers op midden-noordelijke breedtegraden met het blote oog zichtbaar zijn. De andere is de Orionnevel. Met een visuele helderheid van magnitude 4,6 kan de Lagunenevel onder zeer goede omstandigheden in de band van de Melkweg worden gevonden. De nevel ligt in de richting van het galactische centrum.

Messier 8 heeft een grootte van 110 * 50 lichtjaar en bestaat voornamelijk uit waterstof. De nevel is geclassificeerd als een H II-gebied, een moleculaire wolk van gedeeltelijk geïoniseerd waterstof waar nieuwe sterren ontstaan.

Messier 8 in Sagittarius
Messier 8 in Sagittarius. By ESO/VPHAS+ team – http://www.eso.org/public/images/eso1403a/, CC BY 4.0, Link

Het stervormingsgebied bevat de open sterrenhoop NGC 6530 – Collinder 362. De sterrenhoop heeft een geschatte leeftijd van ongeveer 4 tot 6 miljoen jaar en bevindt zich op een afstand van ongeveer 4320 lichtjaar. De sterrenhoop heeft een straal van 7 lichtjaar en een schijnbare grootte van 14 boogminuten. De sterrenhoop bevindt zich in het oostelijke deel van de nevel.

De helderste sterren van NGC 6530 hebben een helderheid van magnitude 6,9 en zwakker. Ze zijn zichtbaar met een 10 * 50 verrekijker. Grotere verrekijkers onthullen ongeveer 15 leden, terwijl kleine telescopen meer dan 20 sterren laten zien.

De sterrenhoop telt in totaal 3675 kandidaat-leden, waarvan 2728 waarschijnlijk echt lid zijn. Sommige hiervan zijn T Tauri-sterren, jonge sterren die zich nog niet tot het hoofdreeksstadium hebben ontwikkeld. Net als de Kerstboomcluster in het sterrenbeeld Monoceros – Eenhoorn, die een vergelijkbare spectrale verdeling heeft, behoort NGC 6530 tot de jongste bekende open sterrenhopen. De centrale condensatie in de Lagunenevel staat bekend als de zandlopernevel. De Zandlopernevel, genoemd door de Britse astronoom John Herschel, is het helderste deel van de lagune. Het beslaat een oppervlakte van ongeveer 30 boogseconden. Net als de rest van de grotere nevel is het een stervormingsgebied. Het deelt zijn naam met de Zandlopernevel – MyCn 18 in het sterrenbeeld Vlieg – Musca.

Het zandlopergebied in Messier 8 bevat een radiobron die in 1973 voor het eerst werd gedetecteerd door het National Radio Astronomy Observatory in Green Bank, West-Virginia.

De Lagunenevel is genoemd naar de lagunevormige donkere laan die boven het heldere Zandlopergebied zichtbaar is. De Ierse astronoom en schrijver Agnes M. Clerke was mogelijk de eerste die de naam Lagune gebruikte in haar boek The System of Stars uit 1890. De donkere baan verdeelt de nevel in tweeën en doorkruist het heldere gebied van neveligheid van het noordoosten naar het zuidwesten.

Een van de sterren die de Lagunenevel ioniseren is Herschel 36, die vlak bij het centrum van de nevel ligt. Herschel 36 is een zeer hete jonge ster van spectraalklasse O7. De ster verlicht de dichte Zandlopernevel en een deel van de omringende regio. De ster heeft een schijnbare helderheid van magnitude 9,5, een massa van 32 zonsmassa en een lichtsterkte van ongeveer 200.000 keer die van de Zon. De leeftijd wordt geschat op slechts 1 miljoen jaar en de ster heeft een oppervlaktetemperatuur van ongeveer 20.000 Kelvin.

De helderste ster die geassocieerd wordt met de Lagunenevel is 9 Sagittarii, een enorm dubbelstersysteem dat bestaat uit twee hete, heldere O-sterren. Het sterrensysteem heeft een schijnbare helderheid van magnitude 6,0 en is theoretisch zichtbaar met het blote oog. Net als Herschel 36 ligt de ster dicht bij het centrum van de Lagunenevel in de buurt van de open sterrenhoop NGC 6530. Aangenomen wordt dat het systeem lid is van de open sterrenhoop. De ster is de belangrijkste bron van ionisatie voor de omringende neveligheid. De ster heeft een gecombineerd spectrum van O4V.

De componenten van 9 Sgr hebben massa’s van 32,1 resp. 18,9 keer die van de Zon en lichtsterktes van respectievelijk 479.000 en 224.000 keer die van de Zon. Beide sterren zijn supernovakandidaten. Ook al zijn ze pas ongeveer 1 miljoen jaar oud, het zal, astronomisch gezien, niet lang meer duren voordat ze, vanwege hun grote massa, het einde van hun levenscyclus bereiken.

Het systeem heeft een omlooptijd van 3261 dagen (± 9 jaar). Dit is de langst bekende periode voor een paar O-sterren. De twee sterren hebben een excentrische baan en de fysieke afstand tussen hen varieert van 11 tot 27 Astronomische Eenheden. In 2012 werd door een internationaal team van astonomen ontdekt dat het systeem dubbel is.

9 Sagittarii wordt omgeven voor een H II-gebied van ongeveer 30 lichtjaar doorsnede. Het gebied ligt vóór een dichter stervormingsgebied en omvat de reflectienevels NGC 6523 en NGC 6533. Het Zandlopergebied bevindt zich 3 boogminuten westzuidwest van 9 Sgr.

Het nevelige gebied dat zich uitstrekt richting het oosten van de Lagunenevel heeft zijn eigen indexcatalogusnummer, IC 4678. Deze emissienevel heeft een doorsnede van ongeveer 25 lichtjaar. IC 4678 is ongeveer 5000 lichtjaar van ons verwijderd. Het licht wordt gedeeltelijk geblokkeerd door een donkere absorptienevel. In hetzelfde gebied bevindt zich ook nog een kleine reflectienevel.

Net als andere H II-gebieden bevat de Lagunenevel veel Bok-globulen. Dit zijn instortende donkere protostellaire wolken met een diameter van ongeveer 10.000 Astronomische Eenheden. De kleine donkere vlekken bevatten dicht stof en gas waaruit protosterren ontstaan. Bok-globulen (vernoemd naar de Nederlandse astronoom Bart Bok) brengen doorgaans binaire en meervoudige stersystemen voort.

De drie meest prominente Bok-globules in de Lagunenevel werden door de Amerikaanse astronoom E.E. Barnard gecatalogiseerd als Barnard 88 (B88), Barnard (89 (B89) en Barnard 26 (B296. Hij beschreef ze in 1919 in zijn catalogus van donkere nevels: Barnard Catalog of Dark Markings in the Sky.

Messier 8 bevat ook een structuur die lijkt op een tornado of trechter. De structuur wordt gevormd door intens ultraviolette straling afkomstig van een hete ster van het O-type die gassen aan het oppervlak van de nevel verwarmt en ioniseert.

Messier 8 is een van de helderste bekende gebieden waar intense stervorming plaatsvindt. In 2006 werden in de nevel vier Herbig-Haro objecten gevonden – heldere plekken van de nevel waar binnen zich nieuwe sterren vormen. De ontdekking leverde het eerste directe bewijs op van actieve stervorming in de Lagunenevel.

Het onderzoeksteam bestudeerde de Lagunenevel met behulp van infraroodfotometrie en ontdekte bewijs voor pre-hoofdreekssterren met een lage en middelmatige massa in de nevel.

De jonge open sterrenhoop NGC 6530 is al ontstaan uit de Lagunenevel. De nevel zal sterren blijven maken totdat er geen gas meer is, maar dat zal nog honderdduizenden tot misschien wel miljoenen jaren duren.

Wetenswaardigheden

De Lagunenevel werd vóór 1654 ontdekt door de Italiaanse astronoom Giovanni Battista Hodierna vanuit Sicilië. Hij werd in 1747 onafhankelijk van hem gevonden door de Franse astronoom Guillaume Le Gentil.

Toen Le Gentil de nevel waarnam noteerde hij het volgende: “De eerste bevindt zich tussen de linkerhiel van Serpentarius en de boog van Sagittarius, ten westen van eren sterrenhoop die zich op deze plek aan de hemel bevindt, en die bij gezichtsvermogen hetzelfde lijkt en veel lijkt op de nevel van Cancer: die nevel heeft precies de vorm van een gelijkzijdige driehoek, een beetje langwerpig, en het keerpunt naar het zuiden westen. Ik heb het waargenomen met een refractor van 18 tot 20 voet, en het leek mij altijd vaag en transparant; hij raakt met zijn basis een nogal mooie ster, gezien in de refractor, en die de helderste is van alle sterren waaruit de sterrenhoop bestaat die ik heb genoemd. De rechte klimming van deze ster is voor begin van 1748, 266d 44′ 22” [17h 46m 57s], zijn zuidelijke declinatie, 25d 8′ 10”, zijn lengtegraad, 26d 45′ 00”, en zijn zuidelijke breedtegraad 1d 30′ 00”.”

De Franse astronoom en kometenjager Charles Messier nam de nevel waar in de nacht van 23 of 24 mei 1764 en merkte later op: “ik heb in dezelfde nacht ook de positie bepaald van de kleine sterrenhoop die je kunt zien. In de vorm van de nevel, als je deze bekijkt met een gewone refractor van 3 voet, maar als je een goed instrument gebruikt, zie je een grote hoeveelheid kleine sterren: vlakbij de groep bevindt zich een tamelijk heldere ster die wordt omgeven door een heel zwak licht: dit is de negende ster van Sagittarius, van de zevende magnitude, volgens de catalogus van Flamsteed: deze groep verschijnt in een langwerpige vorm die zich uitstrekt van noordoost naar zuidwest. Ik observeerde zijn positie tijdens zijn passage door de meridiaan, vergeleek hem met de ster tijdens zijn passage door de meridiaan, vergeleek hem met de ster Delta Sagittarii, en ik bepaalde zijn rechte klimming op 267d 29′ 30”, en zijn declinatie op 24d 21′ 10” zuid. Deze sterrenhoop zou een uitbreiding kunnen hebben, van noordoost naar zuidwest, van ongeveer 30 minuten.

De Engelse astronoom John Flamsteed observeerde het object onafhankelijk en documenteerde het rond 1680 als een nevel, waardoor het in zijn catalogus de aanduiding nummer 2446 kreeg.

De Lagunenevel is de helderste en grootste van de verschillende prominente nevels in Sagittarius. Visueel heeft de Lagunenevel een diameter van ongeveer driemaal zo groot is als die van de Volle Maan.

Met een verrekijker waargenomen heeft Messier 8 een langwerpige vorm, waarbij de Zandlopernevel aan de ene kant ligt en door een donkere kloof wordt gescheiden van de open sterrenhoop die aan de andere kant ligt.

De aangrenzende regio herbergt verschillende opvallende deep sky-objecten, waaronder Messier 20 – de Trifidnevel, die ongeveer een halve graad ten noorden van Messier 8 ligt, en de open sterrenhoop Messier 21. Iets naar het zuidoosten zijn twee bolhopen te zien: NGC 6544 en NGC 6553.

De Lagune- en Trifidnevels verschijnen in hetzelfde brede gezichtsveld en zijn een populair doelwit voor astrofotografie. Mogelijk maken ze deel uit van een groter nevelcomplex, waartoe ook de nevels NGC 6559 en IC 4684 behoren. De vier nevels lijken met elkaar verbonden te zijn door een dunne sluier van gas en stof.

Locatie

De Lagunenevel bevindt zich in de buurt van het Theepot-asterisme in de Boogschutter en is te vinden aan de hand van de heldere sterren die de rechterkant van de Theepot vormen. Een lijn die zich uitstrekt van Kaus Australis – Epsilon Sagittarii, de helderste ster in de Boogschutter, door het middelpunt van de denkbeeldige lijn die Delta Sagittarii – Kaus Media en Gamma2 Sagittarii – Alnasl verbindt leidt naar de Lagune- en Trifidnevels.

In een verrekijker is de Lagunenevel zichtbaar als een wolk met een gedefinieerde kern. De open sterrenhoop NGC 650 valt gemakkelijk op maar de omringende neveligheid kan et beste worden waargenomen met O III-filters. Visueel ziet de nevel er grijs uit maar foto met een lange belichtingstijd onthullen een roze kleur.

Wanneer je de open sterrenhoop door een telescoop bekijkt van welke grootte dan ook kun je deze gemakkelijk onderscheiden en zijn er ook enkele details van de nevel zichtbaar. Telescopen met een groot diafragma zullen de donkere nevel ook onder goede kijkomstandigheden onthullen. De Lagunenevel kan het beste worden waargenomen bijeen lage vergroting, dit omdat het een uitzonderlijk groot object is.

De beste tijd van het jaar om de Messier 8 vanaf het noordelijk halfrond te bekijken is van midden zomer tot midden herfst. Voor waarnemers op de middelste noordelijke breedtegraden komt de nevel boven de zuidelijke horizon uit iets boven de rechterkant van de Theepot,

Vanwege zijn ligging aan de zuidelijke hemel is de Lagunenevel veel gemakkelijker waar te nemen vanaf het zuidelijk halfrond waar hij veel hoger aan de hemel komt. Messier 8 is het best te zien tijdens de maand augustus, wanneer het sterrenbeeld Boogschutter ’s avonds op zijn hoogst aan de avondhemel staat.

De positie van Messier 8 in het sterrenbeeld Sagittarius - Boogschutter
De positie van Messier 8 in het sterrenbeeld Sagittarius – Bogschutter. Credit: IAU and Sky & Telescope magazine (Roger Sinnott & Rick Fienberg

Messier 8 – Lagunenevel

SterrenbeeldSagittarius – Boogschutter
Type objectemissienevel, HII-gebied
Schijnbare helderheid (magnitude)4,6
Schijnbare grootte (boogminuten)90 * 40
Afstand (lichtjaar – parsec)4100 – 1250
Straal (lichtjaar)55 * 20
Namen en aanduidingenMessier 8
Lagunenevel
NGC 6523

Eerste publicatie: 1 januari 2025