Wat zijn nevels?

Nevels zijn gigantische wolken van interstellair gas die een belangrijke rol spelen in de levenscyclus van sterren. Het woord nevel stamt af van het Latijnse woord voor “wolk” maar in een astronomische context verwijst het naar een hemels object dat er, gezien door een telescoop, wolkachtig uitziet.

De Sluiernevel gefotografeerd door de Hubble Space Telescope
Een afbeelding van de sluiernevel gemaakt door de Hubble Space Telescope. Credit: NASA

Toen telescopen nog niet zo krachtig waren als tegenwoordig omvatte deze term ook sterrenstelsels zoals het naburige Andromedastelsel dat ook nu nog vaak de Andromedanevel wordt genoemd.

Echter met dank aan de moderne telescopen weten we dat sterrenstelsels helemaal niet wolkachtig zijn maar bestaan uit miljarden sterren. Dit betekent dat astronomen het woord “nevel” nu gebruiken voor echte wolken, van gas en stof, die zich in ons eigen sterrenstelsel bevinden.

Waar vinden we nevels?

Nevels worden aangetroffen in de ruimte tussen de sterren, het zogenaamde interstellaire medium. Dit gebied heeft een gemiddelde dichtheid van ongeveer een atoom per kubieke centimeter. Echter op bepaalde plaatsen kan de dichtheid veel groter zijn, groot genoeg om zichtbaar te worden in een telescoop.

Het resultaat is wat we een nevel noemen en ze behoren tot de spectaculairste beelden in de astronomie. In feite zijn de mooiste opnames van de Hubble Space Telescope nevels, zoals de beroemde “Pillars of Creation” in de Arendnevel.

De Pillars of Creation in infrarood licht
De “Pillars of Creation” in infrarood licht. Credit: NASA, ESA/Hubble and the Hubble Heritage Team)

Er zijn verschillende soorten nevels, afhankelijk van hoe ze zijn ontstaan en hun samenstelling. De meeste nevels bestaan voornamelijk uit gas en dat kan met zijn eigen licht gloeien waarbij er een kleurrijk beeld kan ontstaan dat we herkennen.

Maar andere nevels, de zogenaamde “donkere” nevels zijn veel stoffiger qua samenstelling en in plaats van te gloeien blokkeert dit stof het licht van verder verwijderde objecten die zich achter de nevel bevinden.

Astronomen onderscheiden verschillende soorten nevels

  • Emissienevels, zoals bijvoorbeeld de Orionnevel. In de Orionnevel vindt nog steeds stervorming plaats. Het gas is er heet genoeg om zelf licht uit te zenden.
  • Reflectienevels, zoals bijvoorbeeld NGC 1999. Reflectienevels zenden geen eigen licht uit maar reflecteren licht van sterren die zich in de nevel bevinden.
  • Planetaire nevels. Deze nevels bestaan uit uitdijend gas dat door een ster die als een witte dwerg is ingestort, is weggeblazen. Een voorbeeld van een planetaire nevel is de Ringnevel in het sterrenbeeld Lier.
  • Supernova restant; zoals de naam het al zegt is dit alles wat overblijft van een ster die als supernova is ontploft. Bijvoorbeeld de Krabnevel in het sterrenbeeld Stier of de Sluiernevel in het sterrenbeeld Zwaan.
  • Donkere nevels. Dit zijn gigantische stofwolken die al het licht dat zich achter de nevel bevindt, tegenhouden. Ze zien eruit als een donker gat aan de sterrenhemel. Bijvoorbeeld Barnard 68 of de Kolenzaknevel.

De relatie tussen nevels en sterren

Nevels spelen een belangrijke rol in de levenscyclus van sterren, zowel tijdens hun geboorte als tijdens hun dood. Sterren ontstaan in dichte wolken van gas, stof en ander materiaal in het binnenste van een diffuse emissienevel. Dergelijke nevels worden ook wel stellaire kraamkamers genoemd.

De Pillars of Creation in de Arendnevel en de Orionnevel behoren tot deze categorie. De laatste is al zichtbaar door een verrekijker of een kleine telescoop.

Die belangrijkste kracht die hier aan het werk is, is de zwaartekracht. Deze zorgt ervoor dat het ijle interstellaire medium condenseert tot een nevel en de zwaartekracht die ervoor zorgt dat klanten in de nevel instorten tot sterren.

30 Doradus - de Tarantula-nevel
Officieel bekend als 30 Doradus. Het gebied wordt gekenmerkt door zijn stoffige filamenten die lijken op de harige poten van een spin. Het is al lange tijd een favoriet object voor astronomen die stervorming bestuderen. Credit: NASA

Aan de andere kant van het leven van een ster komen we een ander type emissienevel tegen. Sterren zoals onze Zon eindigen hun leven als een zeer compacte witte dwerg maar tijdens het naar deze toestand krimpen stoten ze wolken van gas uit die een zogenoemde “planetaire nevel” vormen. Dit is een nogal misleidende naam want dergelijke nevels hebben helemaal niks te doen met planeten.

In tegenstelling tot diffuse emissienevels hebben deze een duidelijker gedefinieerd uiterlijk, meestal cirkelvormig, wat William Herschel deed denken aan een planeet toen hij ze voor het eerst omstreeks 1780 waarnam.

Niet alle sterren eindigen hun dagen in de relatieve sereniteit van een planetaire nevel. Een ster die veel massiever is dan de Zon zal uiteindelijk exploderen als een supernova. Het puin dat door die explosie wordt weggeslingerd vormt nog een ander soort nevel, een supernovatest genoemd. De bekendste hiervan is de Krabnevel, het enige overblijfsel van een spectaculaire supernova die in 1054 door Chinese astronomen werd waargenomen.

Eerste publicatie: 17 oktober 2022
Bron: space.com