Astronomisch Nieuws

Astronomen bepalen leeftijd supernova restant in de Grote Magelhaanse Wolk

Licht van een Type Ia supernova explosie die de supernova restant SNR 0519-69.0 creëerde in de Grote Magelhaanse Wolk bereikte ongeveer 670 jaar geleden de Aarde. Dit volgt uit nieuw onderzoek onder leiding van het Goddard Space Flight Center van de NASA

Deze compositie opname toont SNR 0519-69.0, een Type Ia supernova restant in de Grote Magelhaanse Wolk
Deze compositie opname toont SNR 0519-69.0, een Type Ia supernova restant in de Grote Magelhaanse Wolk: röntgendata van Chandra met lage, gemiddelde en hoge energieën zijn groen, blauw en paars afgebeeld waarbij sommige van die kleuren elkaar overlappen om als wit zichtbaar te zijn; optische gegevens van de Hubble tonen de omtrek van de restant in rood en sterren rond het restant in wit. Credit: NASA / CXC / GSFC / Williams et al. / STScI.

De Grote Magelhaanse Wolk is een satellietstelsel van de Melkweg. Het is ongeveer 160.000 lichtjaar van de Aarde verwijderd. De supernova rest SNR 0519-69.0 bevindt zich in de sterrenbeelden Dorado en Mensa en is ook bekend als CAL 26, RASS 183 en RBS 638. Het object is een jong overblijfsel van een Type Ia supernova.

Volgens onderzoeksleider Dr. Brian Williams van het Goddard Space Flight Center is SNR 0519-69.0 het puin van een explosie van een witte dwerg. Nadat er een kritieke massa is bereikt, of door het aantrekken van materie van een begeleidende ster of door fusie met een andere witte dwerg, onderging de ster een thermonucleaire explosie die de ster vernietigde.

Wetenschappers gebruiken dit soort supernovae, Type Ia genoemd, voor een breed gebied aan wetenschappelijke onderzoeken variërend van onderzoek naar thermonucleaire explosies tot het meten van afstanden tot sterrenstelsels over miljarden lichtjaren.

In hun onderzoek probeerden de onderzoekers te bepalen hoe lang geleden de ster in SNR 0519-69.0 explodeerde en probeerden ze te meer te weten te komen over de omgeving waarin de supernova plaatsvond.

Ze analyseerden gegevens van de Chandra röntgentelescoop, de Hubble Space Telescope en de gepensioneerde Spitzer Space Telescope.

De gegevens boden de wetenschappers de kans om de film van de sterrenevolutie die zich sindsdien heeft afgespeeld terug te spoelen en erachter te komen wanneer het begon.

De onderzoekers vergeleken Hubble-beelden uit 2010, 2011 en 202 om de snelheden van materiaal in de explosiegolf te meten die variëren van 6,1 tot 8,9 miljoen kilometer per uur.

Als de snelheid aan de bovenkant van die geschatte snelheden lag stelden ze vast dat het licht van de explosie de Aarde ongeveer 670 jaar geleden zou hebben bereikt. Dat zou dan tijdens de Honderdjarige Oorlog tussen Engeland en Frankrijk en het hoogtepunt van de Ming-dynastie in China zijn geweest.

Het is echter waarschijnlijk dat het materiaal is vertraagd sinds de eerste explosie en dat de explosie recenter dan 670 jaar geleden plaatsvond.

De gegevens van Chandra en Spitzer geven aanwijzingen dat dit het geval is.

De auteurs ontdekten dat de helderste gebieden in röntgenstralen van de supernova restant de plek zijn waar het langzaamst bewegende gas zich bevindt en dat er geen röntgenstraling wordt uitgezonden door het snel bewegende materiaal.

Deze resultaten impliceren dat een deel van de explosiegolf op het dichte gas  rond de supernova restant, waardoor dat langzamer begon te bewegen.

Volgens de onderzoekers zouden jonge overblijfselen zoals deze continu gecontroleerd moeten worden.

De bevindingen werden in de Astrophysical Journal gepubliceerd.

Artikel: Brian J. Williams et al. 2022. Evidence for a Dense, Inhomogeneous Circumstellar Medium in the Type Ia SNR 0519-69.0. ApJ 935, 78; doi: 10.3847/1538-4357/ac81ca

Eerste publicatie: 25 september 2022
Bron: Sci-News