Buitenaards leven - exoplaneten

SETI heeft al geluisterd naar buitenaards leven bij TRAPPIST-1

De planeten van TRAPPIST 1
Artist Impression van de planeten bij TRAPPIST 1. Credit: NASA/JPL-Caltech.

TRAPPIST 1 is de laatste tijd nogal in het nieuws. In mei 2016 verscheen het in de pers nadat wetenschappers de ontdekking van drie planeten rond de rode dwergster aankondigden. Medio februari 2017 werd aangekondigd dat vervolgonderzoek met telescopen vanaf de Aarde en de Spitzer telescoop in de ruimte had aangetoond dat er in totaal 7 planeten zijn ontdekt bij deze ster.

Naar nu blijkt is er nog meer nieuws te melden over TRAPPIST-1. Het zonnestelsel werd namelijk al door het Search for Extraterrestrial Intelligence (SETI) Institute in de gaten gehouden. SETI gebruikt hiervoor de Allen Telescope Array (ATA) om te zoeken naar signalen van buitenaardse intelligenties. SETI onderzocht TRAPPIST-1 al voordat de ontdekking van de planeten werd aangekondigd. Er werd tijdens dat onderzoek geen signaal van een mogelijke buitenaardse intelligentie gevonden maar er zijn wel nieuwe onderzoeken aangekondigd.

Omdat de ster zich dichtbij ons eigen zonnestelsel bevindt en het feit dat er maar liefst zeven planeten zijn gevonden die in grootte en massa vergelijkbaar zijn met de Aarde maakt het aantrekkelijk maar ook aannemelijk om te denken dat er leven kan voorkomen in het TRAPPIST-1 systeem. Al heeft er zich maar op één planeet leven ontwikkeld dat technisch onderlegd is dan kan zich dat in dit zonnestelsel snel en gemakkelijk verspreiden. Omdat de planeten zich allemaal dicht bij elkaar bevinden zijn er geen enorm geavanceerde raketten nodig om de relatief korte afstanden snel te overbruggen. Onze eigen ruimtevaartuigen kunnen Mars binnen 6 maanden bereiken maar zouden ze reizen in het TRAPPIST-systeem dan zouden ze binnen een weekend naar een buurplaneet kunnen reizen.

Het is daarom niet verrassend dat het SETI-instituut sinds de aankondiging van de ontdekking van de planeten dit zonnestelsel met hun Allen Telescope Array heeft gevolgd. De ATA bevindt zich in het noorden van Californië bij het Hat Creek Radio Observatory. De ATA wordt een “Large Number of Small Dishes (LNSD) genoemd. Dit is de laatste trend op het gebied van radio astronomie.

Net zoals andere LNSD’s zoals de Square Kilometer Array (SKA) die momenteel in Zuid-Afrika en Australië wordt gebouwd, bestaat een LNSD uit veel kleine radiotelescopen die zijn verdeeld over een groot oppervlak en niet uit één grote schotel zoals dat vroeger vaak werd gedaan. De plannen voor de ATA gaan terug tot 1997 toen het SETI-instituut een congres organiseerde over de toekomst van het instituut en de onderzoeksstrategieën.

In het afsluitende rapport, SETI 2020, werd een plan uitgevouwen voor de bouw van een nieuwe radiotelescoop. Deze telescoop werd de One Hectare Telescope genoemd omdat er op een gebied van 10.000 m2 meerdere kleinere schotels geplaatst zouden worden. Het project werd door het SETI-instituut samen met het Radio Astronomy Laboratory (RAL) van de universiteit van Berkeley ontwikkeld.

In 2001 kregen ze een donatie van 11,5 miljoen dollar van de Paul G. Allen Foundation. Dit fonds is opgericht door Paul Allen, één van de oprichters van Microsoft. In 2007 was de eerste fase van de bouw klaar en op 11 oktober 2007 werd de telescoop met 42 antennes (ATA-42 genoemd) officieel in bedrijf genomen. Vanaf die tijd heeft de Allen Foundation opnieuw 13,5 miljoen dollar in het project gepompt waardoor de radiotelescoop opnieuw werd uitgebreid.

Kleine radiotelescopen zijn veel goedkoper omdat ze gemakkelijker uitgebreid kunnen worden met meer schotels. De ATA is ook niet zo duur omdat er gebruik wordt gemaakt van bewezen commerciële technologie die oorspronkelijk voor de televisiemarkt werd ontwikkeld. Ook ontvangers en cryogene technieken zijn uit het commerciële circuit overgenomen.

De ATA maakt ook gebruik van programmeerbare chips en software voor de verwerking van signalen en die kunnen snel worden aangepast als er nieuwe technologieën beschikbaar komen. De ATA kan gelijktijdig op meerdere golflengtes waarnemingen doen. Sinds 2016 wordt er zeven dagen per week met periodes van 12 uur (tussen 18 uur ‘s avonds en 6 uur ‘s ochtends) waargenomen.

Afgelopen jaar werd de ATA dus op TRAPPIST-1 gericht waar op op 10 miljard verschillende golflengtes naar signalen van buitenaards leven werd gezocht. Het idee dat er een radiosignaal vanuit dit stersysteem wordt uitgezonden dat door de ATA opgepikt kan worden is natuurlijk een grote gok maar in feite gaan de infrastructuur en de energie die hiervoor nodig is niet boven een soort die op technologisch gebied vergelijkbaar is met de onze.

Uitgaande dat de denkbeeldige bewoners van dit stersysteem een antenne kunnen gebruiken met een doorsnede van 500 meter zoals de 500 FAST radiotelescoop in China om hun berichten te verzenden en zou de ATA een signaal hiervan kunnen ontvangen als dit gedaan zou worden met een zendvermogen van 100 kilowatt of meer. Dat is slechts 10 keer meer dan de energie die door de radar van een gemiddeld vliegveld wordt gebruikt.

Tot dusver zijn er geen signalen uit die planetenrijk sterstelsel ontvangen maar het SETI-instituut is nog niet klaar en er zijn al nieuwe onderzoeken in voorbereiding. Als er een technologisch geavanceerde beschaving in dit sterstelsel aanwezig is (en ze zijn bekend met radio-antennes dan zal SETI in staat zijn om signalen hiervan te ontdekken.

En ongeacht of er nu een signaal wordt opgevangen, de ontdekking van de zeven planeten bij TRAPPIST-1 is voor de wetenschap belangrijk omdat het ons laat zien hoeveel stersystemen er in het heelal zijn waar leven mogelijk zou kunnen zijn. Niet alleen heeft TRAPPIST-1 drie planeten binnen de bewoonbare zone en zijn die drie alle drie qua massa en grootte vergelijkbaar met de Aarde maar ook het feit dat ze om een rode dwerg draaien is belangrijk.

Rode dwergen zijn namelijk de meest voorkomende sterren in het heelal. Ongeveer 70% van alle sterren in ons sterrenstelsel en 90% van de sterren in een elliptisch sterrenstelsel zijn rode dwergen. Het zijn ook hele stabiele sterren die heel erg lang op de hoofdreeks kunnen blijven. Daarnaast denken astronomen dat 20 tot 30 van de meest nabije sterren rode dwergen zijn dus dat schept nogal wat mogelijkheden om leven te vinden binnen een afstand van enkele tientallen lichtjaren.

Of er nu bewoners zijn op de TRAPPIST 1-planeten of niet, de ontdekking maakt volgens Seth Shostak wel duidelijk dat er in het heelal veel planeten voorkomen waarop biologische processen kunnen plaatsvinden en zich kunnen ontwikkelen. Mensen die denken dat het heelal steriel is en dat het leven op Aarde een uitzondering is, zitten er vermoedelijk naast.

 

Eerste publicatie: 26 februari 2017
Bron: UniverseToday, SETI