Sterrenkunde koeterwaals

Sterrenkunde koeterwaals – Oerknaltheorie

De Oerknaltheorie is het huidige beste begrip over de geschiedenis van het heelal. De theorie is een fysiek model, gebaseerd op vele bewijzen, dat zegt dat ons heelal ooit kleiner, heter en dichter was dan het nu is. In feite, volgens onze beste metingen, ongeveer 13,77 miljard jaar geleden, was ons waarneembare heelal, inclusief elke ster en sterrenstelsel die we ooit zouden kunnen zien, ooit gepropt in een klein volume van slechts enkele centimeters met een temperatuur van meer dan een quadriljoen graden.

Evolutie heelal
Deze artist impression toont de evolutie van het heelal beginnende bij de Oerknal links gevolgd door de verschijning van de kosmische achtergrondstraling. Met het ontstaan van de eerste sterren komt een einde aan de kosmische donkere tijden, gevolgd door het ontstaan van sterrenstelsels. Credit: M. Weiss / Harvard-Smithsonian Center for Astrophysics.

De Oerknaltheorie is aan het begin van de 20ste eeuw ontstaan. De eerste hints van de theorie begonnen met Einsteins algemene relativiteitstheorie. Toen hij zijn vergelijkingen toepaste op de studie van het heelal ontdekte hij dat een statisch, onveranderlijk heelal hoogst ongebruikelijk zou zijn. In plaats daarvan zou het heelal moeten uitdijen of inkrimpen. De Belgische astronoom en priester Georges Lemaître kwam tot een soortgelijke conclusie en noemde zijn idee van de oorsprong van het heelal het “oeratoom”.

Wetenschappers, waaronder Einstein, verwierpen dit idee. Maar in de jaren twintig toonde astronoom Edwin Hubble onomstotelijk aan dat alle sterrenstelsels gemiddeld van elkaar wegrennen. De eenvoudigste verklaring voor deze waarneming is dat we in een uitdijend heelal leven.

Sindsdien hebben wetenschappers door middel van meerdere soorten bewijs geconcludeerd dat de Oerknaltheorie juist is. Modellen van het zeer vroege heelal voorspellen bijvoorbeeld met succes de overvloed aan lichte elementen zoals waterstof en helium. Vroege kosmologen voorspelden ook het bestaan van een nagloeiend lichtpatroon dat werd gegenereerd wanneer het jonge heelal overging van een plasma naar een neutrale toestand. Dit patroon, de kosmische microgolfachtergrondstraling genoemd, werd in de jaren zestig bij toeval ontdekt.

In de Oerknaltheorie breidde het heelal uit en koelde het af en dat leidde uiteindelijk tot het ontstaan van sterren en sterrenstelsels.

Tegenwoordig kan geen enkele andere kosmologische theorie de rijkdom aan bewijs met succes verklaren.

Meer over de Oerknaltheorie op Kuuke’s Sterrenbeelden.

Dit artikel maakt deel uit van de serie Sterrenkunde – koeterwaals. Het zijn vertaalde en eventueel bewerkte berichten van de rubriek Astronomy 101 van de website UniverseToday