het sterrenbeeld Telescopium Herschelii – Telescoop van Herschel
Oorspronkelijk waren er twee sterrenbeelden met deze naam. Beiden waren ze in 1789 door de astronoom Maximiliaan Hell (1720 – 1792) geïntroduceerd. Hell was directeur van de sterrenwacht van Wenen en hij introduceerde ze ter ere van de ontdekking van de planeet Uranus door William Herschel acht jaar eerder. Hell toonde de sterrenbeelden voor het eerst op kaarten in zijn “Monumenta, Aere Perenniora, Inter Astra Ponenda”. Hetzelfde boek waarin hij ook Psalterium Georgianum introduceerde. De twee telescopen waren aan weerszijden van de positie waar Uranus was ontdekt, gepositioneerd en dat is in de buurt van de ster Zeta Tauri.
Tubus Hershelii Major, zoals het werd genoemd op de kaart van Hell, refereerde aan de 20 voets telescoop van Herschel. Dit sterrenbeeldje bevond zich tussen de sterrenbeelden Gemini, Lynx en Auriga. Tubus Hershelii Minor werd tussen Orion en de kop van Taurus geplaatst en het stelde de 7 voets telescoop van Herschel voor. Hell had de beide telescopen van Herschel nooit gezien en in het geval van Tubus Hershelii Minor beeldde hij zelfs het verkeerde type telescoop af. Hell tekende een refractor maar Herschel maakte alleen gebruik van spiegeltelescopen die hij zelf had gebouwd.
Telescopium Herschelii
In de Uranographia van Johann Bode verschenen de beide sterrenbeelden als een geheel. Bode noemde het Telescopium Herschelii en hij plaatste dit sterrenbeeld op de plek waar Hell Tubus Hershelii Major had geplaatst. Bode wist waar hij het over had want hij had telescopen van Herschel gekocht en hij beeldde de 7 voets spiegeltelescoop waarmee Herschel Uranus had ontdekt dan ook correct af.
In de voorstelling van Bode was de tegenwoordige ster 50 Aurigae de helderste ster. Deze ster heeft een visuele helderheid van magnitude 4,8 en hij labelde deze ster met de letter a. Uiteindelijk werden alle sterren teruggegeven aan Auriga, Gemini en Lynx, de sterrenbeelden waar Bode de sterren allemaal van had geleend.
Telescopium Herschelii stelt de spiegeltelescoop van William Herschel voor waarmee hij in 1781 de planeet Uranus ontdekte. Het sterrenbeeld staat op kaart V van de Uranographia van Johann Bode die in 1801 verscheen. De telescoop had een houten buis met een lengte van 7 voet (± 213 centimeter) en een spiegel met een doorsnede van 6,2 inch (± 15.7 centimeter) en stond op een montering die door Herschel zelf was ontworpen. In die tijd was het gebruikelijk de telescoop te beschrijven aan de hand van de lengte van de buis in plaats van de doorsnede van de spiegel.
Eerste publicatie: 29 juli 2009
Volledige revisie: 10 april 2019