Astronomisch Nieuws

Hubble viert zijn 34ste verjaardag

Messier 76, ook bekend als NGC 650/651 of de Kleine Halternevel, is een planetaire nevel op een afstand van ongeveer 3400 lichtjaar in de richting van het sterrenbeeld Perseus.

Messier 76 - de Kleine Halternevel
Deze Hubble-opname toont Messier 76, een planetaire nevel op zo’n 3400 lichtjaar afstand in het sterrenbeeld Perseus. Credit: NASA / ESA / STScI.

Sinds zijn lancering in 1990 heeft de Hubble Space Telescope 1,6 miljoen waarnemingen verricht van meer dan 53.000 astronomische objecten. Het Mikulski Archive for Space Telescopes van het Space Telescope Science Institute bevat momenteel 184 terabyte aan verwerkte gegevens.

Sinds 1990 zijn er 440.00 wetenschappelijke publicaties verschenen waarbij waarnemingen van Hubble zijn gebruikt. Hubble is de wetenschappelijk meest productieve astrofysische missie in de geschiedenis van de NASA. De vraag naar Hubble-waarneemtijd is momenteel zes keer overschreven.

De meeste ontdekkingen van Hubble werden voor zijn lancering niet verwacht, zoals superzware zwarte gaten, de atmosfeer van exoplaneten, zwaartekrachtlenzen door donkere materie, de aanwezigheid

Ter gelegenheid van de 34ste verjaardag van de lancering van de Hubble maakten astronomen een opname van de planetaire nevel Messier 74.

Volgens Hubble-astronomen is Messier 76 ongeveer 3400 lichtjaar van de Aarde verwijderd in de richting van het sterrenbeeld Perseus. Het object is geclassificeerd als een planetaire nevel, een uitdijende schil van gloeiende gassen die door een stervende rode reus zijn weggeblazen. Die ster stortte uiteindelijk in tot een hete en compacte witte dwerg.

Planetaire nevels hebben niks te maken met planeten maar werden zo genoemd toen astronomen ze in de 18de eeuw bekeken met hun telescopen onder lage vergrotingen. Ze lijken dan namelijk op planeten.

Messier 76 bestaat uit een ring als centrale structuur waar we van de zijkant tegenaan kijken, en twee lobben aan iedere open zijde van de ring. Voor de ster stierf blies de ster deze ring van gas en stof weg.

Mogelijk had de ster ooit een begeleider en zorgde deze combinatie voor het uiterlijk van de ringstructuur.

Dit uitgestoten materiaal creëerde een dikke schijf van stof en gas langs het vlak van de baan van de begeleider. De hypothetische begeleidende ster is niet te zien op de Hubble-opname, en zou dus later door de centrale ster kunnen zijn opgeslokt.

De primaire ster is aan het instorten en vormt een witte dwerg. Het is een van de heetste sterren die  we kennen, met een verzengende temperatuur van 139.000 °C, 24 keer de oppervlaktetemperatuur van onze Zon.

De zinderende witte dwerg kan worden gezien als een punt in het centrum van de nevel. Een ster die daaronder in projectie zichtbaar is maakt geen deel uit van de nevel.

Afgekneld door de schijf ontsnappen twee lobben heet gas uit de boven- en onderkant van de “gordel, langs de rotatieas van de ster die loodrecht op de schijf staat.

Ze worden voortgestuwd door de orkaanachtige uitstroom van materiaal van de stervende ster, die met een snelheid van drie miljoen kilometer per uur door de ruimte raast.

Dat is snel genoeg om in iets meer dan zeven minuten van de Aarde naar de Maan te reizen.

Deze hevige sterrenwind ploegt in koeler, langzamer bewegend gas dat in een eerder stadium van het leven van de ster werd uitgestoten, toen de ster nog een rode reus was.

De woeste ultraviolette straling van de super hete ster zorgt ervoor dat de gassen gaan gloeien. De rode kleur komt van stikstof en blauw van zuurstof.

Aangezien ons zonnestelsel 4,5 miljard jaar oud is, is de hele nevel een oogwenk volgens kosmische tijdwaarneming. De nevel zal ober ongeveer 15,000 jaar niet meer zijn te zien.

Eerste publicatie: 25 april 2024
Bron: NASA/ESA/sci-news